Trefwoorden h000-menswetenschappen, h00x-kunst
Doelstellingen De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.
Leerinhoud Drie filmwetenschappers hebben de basis gelegd voor de filmnarratologie, een onderzoeksdomein dat bevestigt dat film niet louter tot de visuele kunsten kan gerekend worden.
David Bordwell beschouwt de verteller als een projectie van de kijker.
Edward Branigan besteedt veel aandacht aan het vertelstandpunt, want hij beschouwt een shot enkel als subjectief, wanneer dat gerechtvaardigd wordt door de perceptie van een personage.
Seymour Chatman steunt op de impliciete auteur als bron van tekstintentie.
Dat zijn structuralistische opvattingen, die ik in het seminarie filmnarratologie, gespreid over 12 weken, graag samen met de studenten ter discussie wil stellen.
Wij proberen op onze beurt een hedendaagse visie op de vertelkunst van de film te ontwikkelen.
De basisprincipes van de narratologie kwamen aan bod in de cursus Tekstanalyse in het derde jaar bachelor.
In het seminarie zullen de volgende aspecten aan bod komen:
- begrenzing van het narratieve karakter in films
- verhaal/geschiedenis, ruimte/plaats, personagebeeld, focalisatie
- mise-en-scène: filmisch vertellen is nooit een neutrale verteldaad
- cinematografie: hoe wordt de opname in beeld gebracht
- editing: doorbreking van het continuüm van ruimte en tijd door montage
- suture: shot/tegenshot
- focalisatie via geluid/ wisselwerking tussen beeldspoor en geluidsspoor
- de geluidsverteller
- intertekstualiteit
- non-narratieve elementen of elementen die de plot 'ophouden'
Begincompetenties Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.
Eindcompetenties § De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
§ De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
§ De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
§ De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten. De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
- Peter Verstraten, Handboek filmnarratologie, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2006
- Cursus filmnarratologie van Paul Demets
Studiekosten Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.
Studiebegeleiding Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.
Onderwijsvormen Theoretische inleiding, elke keer gevolgd door discussie over de beeldfragmenten die een aspect van filmnarratologie belichten.
Naar gelang de aanwezigheid van een gastdocent kan een seminarie ook in een andere taal verlopen.
Evaluatievorm Permanente evaluatie (regelmatige aanwezigheid en actieve deelname aan de discussies), paper en mondeling examen.
Algemeen:
De student dient op elke leereenheid geslaagd te zijn om de credits van dit opleidingsonderdeel te verwerven. Elke leereenheid staat op 25% van de punten.
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.
OP-leden
|
|