Trefwoorden
h000-menswetenschappen, h00x-kunst
Doelstellingen
De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.
Leerinhoud
In een kunstopleiding is het aangeraden dat studenten kennismaken met hoe moderne schrijvers en kunstenaars hebben nagedacht over de betekenis van kunst in een snel veranderende wereld.
Dit moet de reflectie verdiepen over hun eigen werk en over de kunstactualiteit.
Vertrekpunt is een aantal cruciale teksten waarin auteurs vanaf het begin van de negentiende eeuw tot op heden hebben gereflecteerd over de betekenis en de functie van (hun) kunst voor de moderne mens, meer bepaald over hoe in de kunst de radicale, vaak ontwrichtende transformaties die de menselijke leefwereld in de moderne tijd ondergaat, (moeten) worden vertaald.
Deze teksten kunnen essayistisch, literair, poëtisch, poëticaal of filosofisch zijn.
Ze worden gerangschikt onder een zestal met elkaar verweven motieven die de moderne kunst typeren: de crisis van de representatie, het helse inzicht, de kunst van de vervreemding, de passie voor het reële, de gespletenheid van de kunstenaar, kunst als transgressie.
Auteurs waaruit wordt gekozen zijn: Blake, Schiller, Schelling, Dostojevski, Balzac, Poe, Baudelaire, Rimbaud, Von Kleist, Wagner, Nietzsche, Hofmantsthal, Loos, Rilke, Kafka, Huysmans, van Deyssel, Mann, Jünger, Tzara, Valéry, Freud, Sjklowskij, Benjamin, Bataille, Blanchot, Adorno, Artaud, Pessoa, Gombrowicz, Sartre, Ponge, Borges, Barthes, Enzensberger, Paz, Sloterdijk, Badiou...
Begincompetenties
Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.
Eindcompetenties
§ De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
§ De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
§ De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
§ De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten. De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Teksten en cursus met commentaar op deze teksten.
Studiekosten
Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.
Studiebegeleiding
Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.
Onderwijsvormen
Verplicht te volgen seminaries.
Over de door iedereen gelezen tekst wordt een hoorcollege gegeven dat wordt gevolgd door een groepsgesprek.
Naar gelang de aanwezigheid van een gastdocent kan een seminarie ook in een andere taal verlopen.
Evaluatievorm
Periodegebonden evaluatie: mondeling examen op basis van de cursus + paper van minimum 2000 woorden over een onderwerp gerelateerd aan de cursus.
Algemeen:
De student dient op elke leereenheid geslaagd te zijn om de credits van dit opleidingsonderdeel te verwerven. Elke leereenheid staat op 25% van de punten.
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.
OP-leden
|
|
