Trefwoorden h000-menswetenschappen, h00x-kunst
Doelstellingen De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.
Leerinhoud In een reeks seminaries worden met de studenten enkele aspecten van de Belgische kunstsituatie vanaf de jaren '70 tot heden doorgelicht en geanalyseerd.
De actuele Belgische kunst wordt enerzijds bekeken in het
perspectief van de internationale stromingen.
Anderzijds echter wordt de fundamenteel onvaste bodem van betekenis, het permanent verspringen en verschuiven van betekenissen en contexten in de Belgische kunstproductie van de laatste 35 jaar onderzocht en geprojecteerd tegenover kunsthistorische antecedenten.
De problematiek van schijn, verlies of wantrouwen in de jaren tachtig wordt geplaatst tegenover de hercontextualisering als artistieke strategie, die na Broodthaers ook recent weer een nieuw elan kent.
Is er sprake van 'een Belgisch moment' in wat we de beeldende kunst van de neo-moderniteit zouden kunnen noemen?
Gedacht wordt aan o.m.:
Broodthaers, Heyvaert, De Keyser, Wéry, Geys, Mees, Charlier, Lohaus, Panamarenko, Dujourie, Deleu, Bijl, Swennen, Copers, Vercruysse, De Cordier, Tordoir, Corillon, François, AV Janssens, Fabre, Tuymans, Tuerlinckx, Van Caeckenbergh, Honoré d'O, Venlet, Delvoye, Van Imschoot, Borremans, Alÿs, Van den Broek, De Cock, …
Begincompetenties Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.
Eindcompetenties § De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
§ De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
§ De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
§ De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten. De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Dia's, eigen notities.
Studiekosten Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.
Studiebegeleiding Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.
Onderwijsvormen Combinatie van hoorcollege met groepsbespreking.
Evaluatievorm Mondelinge bespreking.
Algemeen:
De student dient op elke leereenheid geslaagd te zijn om de credits van dit opleidingsonderdeel te verwerven. Elke leereenheid staat op 25% van de punten.
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.
OP-leden
|
|