Trefwoorden h000-menswetenschappen, h00x-kunst
Doelstellingen De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.
Leerinhoud Wat is de invloed van bv. Jeroen Bosch, Pieter Bruegel en de schilders uit de Latemse school op de Vlaamse kinderboekenillustratoren?
Vertrekkend van een aantal prentenboeken wordt een lijst gemaakt van schilders en schilderijen.
De invloeden worden geïnventariseerd, geanalyseerd en geëvalueerd.
De analyse voert terug naar de schilderijen die worden gesitueerd in hun tijd, hierbij komen de sociale, culturele, politieke, economische en religieuze aspecten aan bod.
Beïnvloedt de verworven kennis de interpretatie van het schilderij?
In welk opzicht geeft het een beeld van de tijd waarin het gemaakt is?
In welk opzicht is de inhoud van het schilderij ook vandaag nog relevant?
Op welke manier vertaalden illustrator en auteur de inspiratie/informatie in woorden en beelden?
Hoe werden de verschillende verhaallagen tot een harmonisch en leesbaar geheel verweven?
Aan wie worden de verhalen verteld?
Welke decodeersleutels krijgt de lezer aangereikt?
Enkele concrete uitgangspunten:
Wat is de relevantie van een prentenboek als Dulle Griet (illustraties van Carll Cneut) geïnspireerd door het gelijknamige schilderij van Pieter Bruegel?
Welke motieven uit het werk van Bruegel komen in het boek aan bod?
Wat symboliseerden die motieven indertijd en welke inhouden kunnen ze vandaag overbrengen?
Welke kenmerken en/of inhouden en motieven van het werk van Henri De Braekeleer vind je terug in de prentenboeken van Lieve Baeten?
Welke rol en betekenis hebben ze binnen de context van een kinderboek?
Begincompetenties Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.
Eindcompetenties § De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
§ De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
§ De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
§ De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten. De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Powerpointpresentaties, titellijst, en relevante essays.
Studiekosten Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.
Studiebegeleiding Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.
Onderwijsvormen Na analyse van een aantal concrete voorbeelden worden schilderijen van Vlaamse meesters uitgekozen en leggen de studenten hetzelfde intellectuele en artistieke parcours af als hun professionele voorbeelden.
Er is steeds ruimte voor uitwisseling van informatie en discussie in groep en met de docent.
Naar gelang de aanwezigheid van een gastdocent kan een seminarie ook in een andere taal verlopen.
Evaluatievorm Paper met aansluitend mondeling examen.
Algemeen:
De student dient op elke leereenheid geslaagd te zijn om de credits van dit opleidingsonderdeel te verwerven. Elke leereenheid staat op 25% van de punten.
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.
OP-leden
|
|