MASTERPROEF TEXTIELONTWERPEN I
 
Wordt gegeven in Master in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: Textielontwerpen
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 120.0
Totale studietijd [D] 232.0
Studiepunten [E] 9
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Elisabeth HUYGELEN
Referentie AMBKUO01A00001
 
Trefwoorden
H700 / Masterproef.

Doelstellingen
De opleiding bouwt verder op de bacheloropleiding beeldende kunsten en beoogt de vorming tot beeldende kunstenaars / ontwerpers die hun eigen visie/ideeën kunnen formuleren, onderzoeken en concretiseren.

In dit opleidingsonderdeel van de Masterproef voor de afstudeerrichtingen in de master beeldende kunst voor 9 studiepunten, ligt de nadruk op het voorbereiden, opstarten en de procesmatige ontwikkeling van de Masterproef.
De student:
- formuleert een inhoudelijke vraagstelling met betrekking tot beeldend werk en/ een ontwerpproces.
- doet een voorbereidend onderzoek in beeld én werkdossier.
- start de realisatie van het beeldend werk.

In het ander opleidingsonderdeel van de masterproef (21 studiepunten) zet de student dit proces verder door op een persoonlijke en kritische manier een eigen kunstwerk en/of ontwerp te verwezenlijken.
De student maakt een keuze binnen één van de afstudeerrichtingen Master beeldende kunst: Fotografie, Grafisch ontwerp, Multimediale vormgeving, Mode, Textielontwerp en Vrije Kunsten.

Leerinhoud
Thematisch

De masterproef is een artistiek afstudeerproject dat twee direct op elkaar betrokken componenten omvat:
A) de ontwikkeling van beeldend werk, een proces dat zich uitkristalliseert en bestendigt in beeldend werk.
De basis van dat proces is atelierwerk gesteund door een inhoudelijke vraagstelling die geformuleerd en onderzocht wordt.
De student realiseert autonoom een kunstwerk.
Het werkproces steunt op:
- Reflectie op het eigen werk en via deze reflecties het werk bijsturen.
- Oordelen en besluiten nemen in een onzekere context.
- Onderzoek gericht op het uitbreiden van kennis en inzichten door originaliteit en creativiteit in de beeldende kunst te stimuleren.
- Artistiek / professioneel werken in een multidisciplinaire omgeving.


B) een werkdossier.
De student maakt over de twee opleidingsonderdelen van de masterproef één werkdossier.
Met een werkdossier wordt een permanente rapportage bedoeld.
Het is het verslag van het werken in mastercontext.
Het behelst een overzichtelijk gedocumenteerd en zo helder mogelijk omschreven geheel van alle relevante elementen uit het ontwikkelingsproces waarin het beeldend werk zich heeft gevormd.
Dit dossier is dus het relaas dat de artistieke keuzes, thematische referenties, plastische ontwikkelingen, beschouwende uiteenzettingen, aangeboord bronnenmateriaal, ... in zich verzamelt en ontsluit.
De omvang en de vorm is afhankelijk van de afstudeerrichting en van het gekozen project.

Begincompetenties
Student bezit de eindcompetenties van de hoofdateliers uit de derde bachelor.

Eindcompetenties
Algemene competenties
1) beeldend werk maken op basis van een eigen artistieke visie en een onderzoekende attitude.
De student maakt zijn artistiek onderzoek zichtbaar in zijn beeldend werk:
- Het werk voegt een originele bijdrage toe aan het veld van kunst en vormgeving.
- Het werk getuigt van een ontwikkeling die in relatie staat tot de actuele dynamiek en het discours in het veld van kunst en vormgeving.
- De student is in staat om de beeldende middelen te laten aansluiten bij het inhoudelijk discours dat in het werk vervat zit.
Hij/zij kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelfopzetten en in stand houden.

2) De student moet de specifiek bij het vakgebied horende vaardigheden bezitten om het eigen masterproject te formuleren en op te zetten.
Dit blijkt onder meer uit:
- De eigen artistieke visie moet helder geformuleerd worden door de initiële opzet en intenties van het werk te beschrijven en op te volgen in het werkdossier.
- Eigen beeldend werk kunnen presenteren en toelichten.
- Een actieve bijdrage kunnen leveren in samenwerkingsverband met respect voor de rol en participatie van alle betrokkenen. Samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving.
- Het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de kunsten en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma's in functie van de ontwikkeling van de masterproef.
- Over voldoende gedrevenheid beschikken om zich te ontplooien in het eigen vakdomein.

3) De student kan de eindcompetenties van de masterproef implementeren binnen het artistiek proces binnen zijn afstudeerrichting.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
De school voorziet in technische uitrusting in de respectievelijke ateliers.

Studiekosten
De kosten zijn afhankelijk van de aard van het project.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent, begeleiders

Onderwijsvormen
Werkatelier, begeleiding van mentoren.
De student werkt zelfstandig en wordt individueel opgevolgd.
Het project van de student wordt individueel of in groep besproken.

Evaluatievorm
Permanente evaluaties van het artistieke proces en een feedbackgesprek met verslag.
Eindevaluatie tijdens examenperiode waarbij zowel het artistiek werk als het proces beoordeeld worden door de mentoren.

Algemeen :
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.

OP-leden
Mentoren.
Een praktijkdocent en een theoriedocent, gekozen door de student.
De praktijkdocent is titularis van het opleidingsonderdeel.