LANDBOUWMECHANISATIE EN AGRO-CONSTRUCTIES
 
Wordt gegeven in Schakelprogramma tot Master in de biowetenschappen, landbouwkunde, voor Prof.Bach. in agro- en biotechnologie (alle afst.)
Hoorcollege [A] 48.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 24.0
Totale studietijd [D] 240.0
Studiepunten [E] 8
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Bart SONCK
Referentie BBBIOW03K00001
 
Trefwoorden
Landbouwmechanisatie, landbouwmachines, stallenbouw, staltechniek, klimaatregeling

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel leert de studenten de technische wetenschappen toe te passen in de land- en tuinbouw. De studenten verwerven hiervoor kennis over de voornaamste werkingsprincipes die algemeen toegepast worden op landbouwmachines waardoor ze een basis hebben om de werking van andere landbouwmachines te begrijpen. Daarnaast leren zij fysische wetmatigheden toe te passen in de klimaatregeling van natuurlijke en mechanisch geventileerde stallen. Rekening houdend met de vereisten van dier en mens wordt de optimale inrichting van stallen bestudeerd.

Leerinhoud
De cursus bestaat uit twee delen. In een eerste deel wordt vanuit de fysische wetmatigheden de klimaatregeling van natuurlijke en mechanisch geventileerde agrarische gebouwen bestudeerd. Naast de theoretische berekeningsmethoden worden praktijkvoorbeelden individueel en in groep uitgewerkt. Rekening houdend met de vereisten van mens en dier én de wetgeving wordt de inrichting van rundvee-, varkens én pluimveestallen bestudeerd. In het tweede deel wordt een gedetailleerde beschrijving van de werking en constructie van de voornaamste landbouwmachines besproken. Dit zijn: de ploegen, de grondbewerkingstuigen, de zaaimachines, de kunstmeststrooiers en spuittoestellen. Tijdens de oefeningen komt de afstelling en de werking van deze landbouwmachines aan bod.

Begincompetenties
Eindcompetenties verworven voor fysica I, II, III en ingenieurswetenschappen. Basiskennis hebben van landbouwmachines en stal- en machineconstructies stekt tot aanbeveling.

Eindcompetenties
  • Studenten moeten in staat zijn ingenieurswetenschappen toe te passen in applicaties voor land- en tuinbouw
  • Studenten moeten inzicht verwerven in de bouw van de ploeg, de grondbewerkingsmachines, zaaimachines, spuittoestellen en kunstmeststrooiers
  • Studenten moeten een praktische en theoretische kennis hebben van de afstelling van machines
  • Studenten moeten een praktische en theoretische kennis hebben over de klimaatregeling van agrarische gebouwen en inrichting van rundvee-, varkens- en pluimveestallen. Naast inzicht in ontwerp van nieuwbouwstallen moet de student in staat zijn problemen in stallen te detecteren en alternatieve oplossingen voor te stellen.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
De syllabus is voor het eerste deel samengesteld uit: Klimaatregeling van stallen, de bouw en inrichting van rundvee-, varkens- en pluimveestallen én de bouw van melkinstallaties. Het tweede deel bestaat uit 5 hoofdstukken: ploeg, grondbewerkingstuigen, zaaimachines, kunstmeststofstrooiers en spuittoestellen.

Syllabus Agrosysteemtechniek: ongeveer 250 blz (+ figuren/foto’s)

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 75.0 EUR
Cursus: 25 EUR
Practica: 50 EUR (praktijkdagen PCLT Roeselare en Agrotechniek, ILVO)

Studiebegeleiding
  • opvolging door berekeningsoefeningen
  • opvolging door praktijkoefeningen: PCLT, Roeselare en Agrotechniek ILVO
  • opvolging door permanente vraagstelling
  • groepswerkje: ventilatiestudie in de praktijk
  • groepswerkje: ontwerp van een wetenschappelijk experiment gerelateerd aan de huisvesting van landbouwhuisdieren.


Onderwijsvormen
Hoorcolleges met fotomateriaal en figuren (power point presentaties)
Praktijklessen PCLT, Roeselare en Agrotechniek, ILVO
Begeleide groepswerkjes

Evaluatievorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (zowel in 1ste als 2de zittijd)
Beoordeling van verslagen van bezoeken en oefeningen
Groepsdiscussie.

Wegingscoëfficiënt
  • Theorie: 72,7%
  • Oefeningen : 27,3%


OP-leden
Bart SONCK
Veerle DERYCKE en Nicolas WULLEPIT