Trefwoorden Proefdieren, welzijn, alternatieven, 3 V’s, onderzoekstechnieken, huisvesting, verzorgen, afvalbeheer, bioveiligheid, KB 19/09/2004
Doelstellingen Het Koninklijk Besluit van 13 september 2004 reguleert de opleiding van personen die dierproeven uitvoeren, eraan meewerken of instaan voor de verzorging van proefdieren. Op dit ogenblik is er een aanvraag lopende om dit opleidingsonderdeel “Proefdierkunde” door de Dienst FOD Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu te laten erkennen als een geldige opleiding voor personen die actief deelnemen aan op dieren uitgevoerde proeven (Art. 3 § 3 en bijlage III van dit KB). Na het volgen van dit opleidingsonderdeel krijgen de studenten dan ook een apart certificaat dat hen toelaat in erkende proefdierlaboratoria mee te werken aan dierproeven.
Leerinhoud
- Wetgeving en proefdierbeleid in functie van de 3 V's (Vervangen, Verminderen, Verfijnen).
- Anatomie, fysiologie, voortplanting van de verschillende gebruikte diersoorten;
- Welzijn, anesthesie, pijnbestrijding, humane eindpunten en euthanasie;
- Bioveiligheid en afvalbeleid;
- Huisvesting, verzorging, voeding, hygiëne en rassen voor de verschillende diersoorten;
- Onderzoeks-, operatietechnieken (initieel);
Begincompetenties Dit opleidingsonderdeel vergt een basiskennis van dierkunde (toegepaste plant- en dierkunde 1).
Eindcompetenties
- De student kan het gebruik van proefdieren ethische kaderen binnen de onderzoekswereld en heeft kennis over de begrippen Vervangen, Verminderen en Verfijnen (de drie V's) van dierproeven.
- De student kan de proefdieralternatieven suggereren per klasse;
- De student kan het gedrag en het welzijn van proefdieren kritisch evalueren;
- De student kan pijnsignalen interpreteren bij de verschillende soorten proefdieren;
- De student kent de anatomische, fysiologische en gedragskenmerken met de daaruitvoortvloeiende voedings-en huisvestingsbehoeften per diersoort bij de gebruikte proefdieren en heeft ook kennis over kooiverrijking en de praktische en legale aspecten van het transport van proefdieren.
- De student kent de belangrijkste ziektesymptomen bij aandoeningen van de verschillende orgaanstelsels van de meest gebruikte proefdiersoorten.
- De student kent de basisbeginselen van genetische standaardisatie bij proefdieren, kent de basiswetgeving rond proefdiergebruik in België en Europa en kent het belang van de Ethische commissies.
- De student kent (initieel) de verschillende onderzoeks-, operatie-, anesthesie- en euthanasietechnieken.
- De student heeft inzicht in de factoren die het welzijn van een dier beïnvloeden en kan het principe van humane eindpunten toepassen;
- De student heeft inzicht in hygiëne, gnotobiologie, SPF, fokbeleid, veiligheids-en afvalbeleid binnen een proefdieromgeving.
- De student kent de meest gebruikte experimentele technieken zoals hanteren, injectie, oraal doseren van medicatie en bloedname. Daarbij kan hij/zij de meest gebruikte hechttechnieken toepassen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus
Labojas
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 20.0 EUR Cursus € 20
Studiebegeleiding Permanente mogelijkheid tot vraagstelling aan de docent tijdens en na elk hoorcollege.
Monitoraat
Onderwijsvormen Hoorcollege, demonstratiepractica hechtpracticum
Evaluatievorm Schriftelijk examen
B-uren kunnen NIET worden hernomen in tweede zittijd, maar worden vervangen door een individuele aangepaste opdracht.
OP-leden Katleen HERMANS - Ester STRUELENS - Elke HENDRICKX - Liesbeth DE SADELEER - Bart VANDE VYVERE
|
|