DIERENZORG VOEDSELPRODUCERENDE DIEREN
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in de agro- en biotechnologie - afstudeerrichting: Dierenzorg
Hoorcollege [A] 42.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 12.0
Totale studietijd [D] 170.0
Studiepunten [E] 6
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Bart VANDE VYVERE
Referentie BCAGBD03A00016
 
Trefwoorden
Farmacologie, pluimvee, konijnen, struisvogel, vaccinatie, gezondheidszorg voedselproducerende dieren, melkvee, vleesvee, varken, bijenteelt

Doelstellingen
Zowel voor afgestudeerden dierenzorg als landbouw is een goede kennis van de meest voorkomende aandoeningen bij voedselproducerende dieren een must. Heel wat van deze aandoeningen kunnen immers worden voorkomen door een gedegen bedrijfsmanagement. Gezien de huidige wetgeving van bedrijfsbegeleiding op nutsdierbedrijven en de grote verantwoordelijkheden die hierdoor op de schouders van de bedrijfsleider worden gelegd, is een basiskennis van de verschillende hoofdaspecten van de farmacologie een must voor de student agro- en biotechnologie. Daarnaast komen nog enkele, in ons land eerder marginale, sectoren aan bod: struisvogel-, konijnen- en bijenhouderij.

Leerinhoud
Partim ‘Meest voorkomende aandoeningen bij voedselproducerende dieren’
  • Ziekteleer: een korte beschrijving van de meest voorkomende parasitaire, virale en bacteriële aandoeningen bij het rund, het varken, het schaap en de geit passeren de revue. Symptomen, oorzaken, mogelijke therapie en vooral preventie worden besproken.
  • Nuttige vaccinatieschema’s voor de belangrijkste aandoeningen worden aangehaald.
  • Integratiesystemen van industriële konijnenhouderij, struisvogelhouderij en beginselen van de bijenteelt worden besproken.
Partim 'Farmacologie'
  • De farmacokinetiek en farmacodynamie van de meest gebruikte geneesmiddelen
  • De verschillende soorten farmaca (ontstekingsremmers, antibibacteriële, antimycotische, antiparasitaire middelen, farmaca met hormonale werking)
  • Het register voor diergeneesmiddelen voor dierenarts en veehouder


Begincompetenties
Dit opleidingsonderdeel vergt een basiskennis van "microbiologie, biochemie en biotechnologie", "zoötechnie", "toegepaste plant- en dierkunde 1" en "voedselproducerende dieren"
De eindcompetenties van "Bouw en functie van het dier" en "veehouderij" zijn aan te raden.

Eindcompetenties
Partim ‘Meest voorkomende aandoeningen bij voedselproducerende dieren’
1. De student kan:
  • de ernst inschatten van de meest voorkomende aandoeningen bij voedselproducerende dieren.
  • een vaccinatieschema interpreteren en toelichten
2. De student heeft inzicht:
  • in de opbouw van de landbouwsector;
  • in de beginselen van de bijenteelt en de industriële konijnen- en struisvogelhouderij
Partim ‘Farmacologie’
1. De student kent:
  • de meest voorkomende groepen farmaca en hun belangrijkste eigenschappen
  • de systematiek en het doel van de meest gebruikte veterinaire medicatie
2. De student kan:
  • op een verantwoorde wijze een behandelingsschema uitvoeren;
  • de wetgeving op het geneesmiddelenregister van dierenarts en veehouder interpreteren en toepassen


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus
Studiebezoeken

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 30.0 EUR
Cursus € 10
Bedrijfsbezoeken € 20

Studiebegeleiding
Permanente mogelijkheid tot het stellen van vragen.

Onderwijsvormen
Hoorcollege
Werkcollege
Individuele opdracht
bedrijfsbezoeken

Evaluatievorm
  • Partim ‘Meest voorkomende aandoeningen bij voedselproducerende dieren’: 75%
    Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: 90 %
    Permanente evaluatie van de opdrachten: 10 %
  • Partim ‘Farmacologie’: 25%
    Schriftelijk examen met open en meerkeuzevragen: 90 %
    Permanente evaluatie van de opdrachten: 10 %
De practische oefeningen worden tijdens de tweede zittijd vervangen door een individuele opdracht.

OP-leden
Bart VANDE VYVERE - Ester STRUELENS - Elke HENDRICKX - Liesbeth DE SADELEER