CULTUURTECHNIEK EN MACHINES
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in de agro- en biotechnologie - afstudeerrichting: Landbouw
1st jaar professionele Bachelor in de agro- en biotechnologie - afstudeerrichting: Groenmanagement
Hoorcollege [A] 36.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 12.0
Totale studietijd [D] 170.0
Studiepunten [E] 6
Niveau inleidend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jos NOLLET
Referentie BCAGBG01A00006
 
Trefwoorden
bodem, cultuurtechniek, water, bodembewerking, drainage, irrigatie, zaaibedbereiding en motoren

Doelstellingen
De cursus stelt de afgestudeerde in staat zijn verworven kennis omtrent de verschillende aspecten van bodemkunde en cultuurtechniek in de praktijk toe te passen. De bodem vormt immers de basis van elke vorm van plantaardige productie. De student beschikt over de nodige vaardigheid om de verschillende bodemkenmerken te interpreteren en, zonodig, te verbeteren.
In de hedendaagse landbouw vormen machines één van de belangrijkste pijlers voor zowel de dierlijke als de plantaardige productie. De kennis van de aandrijvende motoren is dus zeker noodzakelijk.
Een gepaste zaaibedbereiding en gewasverzorging is het begin van een geslaagde teelt.

Leerinhoud
  • Partim 1: Cultuurtechniek: Gedrag van water in de bodem, drainage, irrigatie
  • Partim 2: Bodembewerking: diepe bodembewerking (ploegen, diepwoelen, ...), zaaibedbereiding (cultivatoren, rotoreggen, frezen, ...) en gewasverzorging (aanaarden, mechanische onkruidbestrijding, …)
  • Partim 3: Motoren: benzine- en dieselmotoren


Begincompetenties
Geen

Eindcompetenties
  • Partim 1.
    Aan de hand van een bepaalde bodem (soort, toestand) en een bepaald klimaat kunnen bepalen welke handelingen moeten gebeuren om de waterhuishouding op een goede manier te laten verlopen. Onder meer: Het kennen van drainage- en irrigatiesystemen en het kunnen bepalen van de juiste systemen voor een bepaalde praktijkomstandigheid.
  • Partim 2.
    Aan de hand van een bepaalde bodem (soort, toestand) de juiste bodembewerkingen bepalen om tot een zo ideaal mogelijke bodemtoestand te komen in functie van de daaropvolgende teelt. De student kan verschillende grondbewerkingen in de praktijk correct uitvoeren, waarbij belang gehecht wordt aan een goede afstelling en aan een eenvoudig onderhoud van de machines.
  • Partim 3.
    De student kent de werking van de verschillende verbrandingsmotoren en kan van daaruit deze motoren correct gebruiken en in het klein onderhoud voorzien.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
  • Cursusnota's 'Cultuurtechniek' (L. HANNES)
  • Cursus 'Landbouwwerktuigen' (L. van Wingerden (VAM, 1987, ISBN 90 405 2512.5 3))
  • vakliteratuur, websites


Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 125.0 EUR
Cursus: € 15
Uitstap beurs: € 10
Praktijk grondbewerking en afstelling machines: € 100

Studiebegeleiding
Permanente mogelijkheid tot vraagstelling, begeleidingssessies.
Monitoraat is voorzien. Betrokken lectoren kunnen aangesproken worden voor individuele leerproblemen.

Onderwijsvormen
Het theoretische gedeelte wordt aangeboden onder de vorm van hoorcolleges, in combinatie met veldwerk waar de bodem in zijn natuurlijke context behandeld wordt. De studenten dienen zelfstandig de opgedane theoretische kennis in praktijk om te zetten, i.e. de bodem te karakteriseren en te interpreteren naar zijn gebruikswaarde. Het praktische gedeelte wordt deels ingericht als oefeningen, als praktijkdagen of als het bezoek aan beurzen.

Evaluatievorm
De totale wegingcoëfficiënt bedraagt 30-40-30 voor respectievelijk partim 1(cultuurtechniek) - partim 2 (bodembewerking) - partim 3 (motoren).
  • Partim 1, 2 en 3: schriftelijk examen over zowel de theorie als de oefeningen.
Tijdens de oefeningen worden de studenten permanent geëvalueerd. De wegingcoëfficiënt bedraagt 70-30 voor respectievelijk het examen en de permanente evaluatie. De punten voor de permanente evaluatie worden overgedragen naar een eventuele tweede zit.

OP-leden
L. HANNES - J. NOLLET