KLINISCHE CHEMIE EN KWALITEITSZORG
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie - afstudeerrichting: medische laboratoriumtechnologie
Hoorcollege [A] 50.0
Werkcollege [B] 40.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 5.0
Totale studietijd [D] 200.0
Studiepunten [E] 8
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Isabel DE PAUW
Referentie GCBLTM03A00007
 
Trefwoorden
Klinische chemie (b190), analytische chemie (p300), klinische biologie (b726), diagnostiek (b725), farmacologie (b740).

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel is vereist voor het verwerven van de beroepstitel van "Medisch Laboratoriumtechnoloog" (KB 2 juni 1993).
Dit opleidingsonderdeel is zeer belangrijk in functie van klinisch onderzoek dat uitgevoerd wordt op patiëntenmateriaal. De klinische scheikunde is een belangrijke afdeling in het medisch laboratorium waar ook hematologie en microbiologie toe behoren. Dit is het terrein bij uitstek waar de medisch laboratoriumtechnoloog actief is.

Klinische chemie wordt aangeboden in het curriculum nadat de student reeds inzichten heeft verworven in de algemene en anorganische chemie en in de anatomie en fysiologie.

In dit opleidingsonderdeel moet de student inzicht verwerven in de principes van de chemische analyses uitgevoerd op lichaamsvochten zoals serum, plasma en urine. De chemische analyses van lichaamsvochten zijn een onmisbare ondersteuning bij de medische diagnose. Het is de bedoeling voldoende kennis en vaardigheid te verwerven op klinisch gebied om o.a. in staat te zijn om met succes een stage te volgen in het beroepsveld.
Vaardigheden: de student kan op adequate manier omgaan met apparatuur en kan tijdig storingen en afwijkingen waarnemen en op adequate wijze reageren.
Attitudes: nauwkeurigheid, accuratesse, kritische ingesteldheid, orde, kostprijs, bewustzijn, zelfstandigheid, veiligheids- en milieubewustzijn, zin voor initiatief, kwaliteitszorg.

Dit opleidingsonderdeel stimuleert binnen het geheel van de opleiding de volgende algemene competentie: communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen.

Verticale coherentie: Zoals reeds vermeld bouwt dit opleidingsonderdeel voort op de opleidingsonderdelen Algemene en anorganische chemie en Anatomie en fysiologie.

Horizontale coherentie: Het is de bedoeling dat de student vanuit de klinische chemie de connectie legt met de opleidingsonderdelen medische bacteriologie en hematologie.

Leerinhoud
Klinische chemie theorie (I. De Pauw)
Studie van belangrijke componenten in bloed: lipiden, non proteïnnitrogen, afbraakprodukten, eiwitspectrum
Enzymologie
Hormonen
Onderzoek van cerebrospinaal vocht
Testen in verband met lever en galwegen, nierfunctietesten
Therapeutic Drug Monitoring
Begeleid zelfstandig leren:
1) Opdracht i.v.m. labodiagnostiek bij een aandoening gevolgd door een Powerpointpresentatie
2) De student neemt zelfstandig een aantal artikels geselecteerd door de lector door, gevolgd door bespreking ervan in de les a.d.h.v. een vragenlijst.

Farmacologie (F. Dumont)
Studie van de dispositie (resorptie, verdeling en eliminatie) van geneesmiddelen.
Studie van de verschillende klassen geneesmiddelen: werking, bijwerkingen, farmaca, …

Praktische oefeningen klinische chemie: (P. Cauwenberghs)
Uitvoeren van courante klinische bepalingen in bloed, evenals bepalen van organische componenten in urine en bloed.
Afname van veneus bloed.
Opstellen van een SOP voor het klinisch chemisch labo.
De nadruk wordt gelegd op de manuele handelingen. Het nauwkeurig pipetteren en het juist uitvoeren van fotometrische bepalingen zijn daarbij belangrijke onderdelen.
Kritische ingesteldheid ten opzichte van methodiek, materiaal en resultaat wordt nagestreefd. Kwaliteitszorg: calibratie van micropipetten en gebruik van controlestalen.

Begincompetenties
Voor de opleidingsonderdelen ‘Algemene en anorganische chemie’ en ‘Anatomie en Fysiologie’ moet de student een credit behaald hebben, gedelibereerd zijn of een vrijstelling bekomen hebben op basis van EVK.

Eindcompetenties
Algemene competenties:

Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen.

Beroepsgerichte competenties:

Het verwerven van algemene vakbekwaamheid met inbegrip van GLP, als ondersteuning bij het verder uitbouwen van beroepsspecifieke competenties

Beroepsspecifieke competenties:

Het uitvoeren van klinisch chemisch laboratoriumonderzoek

I

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Handboek: Van Eerd, Kreutzer: Klinische chemie voor analisten, deel 1 (Uitgeverij: Bohn, Stafleu, Van Loghum)
Cursus: Theorie en Labo Klinische Chemie, Isabel De Pauw, Mia Waermoes en Peter Cauwenberghs (cursusdienst Hogent)
Lesnota's genomen door de student.
Vakliteratuur

Bibliotheek Departement Gezondheidszorg Vesalius:

Nederlands tijdschrift voor klinische chemie
Klinische chemie voor analysten, deel 2, Van Eerd, Kreutzer (Uitgeverij: Bohn, Stafleu, Van Loghum)
Fundamentals of Clinical Chemistry, Tietz. Saunders, ISBN 0721686346
Kwaliteitszorg en statistiek in het laboratorium, Raadschelders, den Rooijen (Uitgeverij Syntax Media, Arnhem)
Clinical Chemistry, Theory , analysis, correlation. Kaplan, Pesce, Kazmierczak, 4th edition, Mosby, 2003.
Clinical Chemistry, concepts and applications. Anderson, Cockayne, Mc Graw Hill, 2003.
Clinical Chemistry. Marshall, Bangert, 5th edition, Mosby, 2004.

Studiekosten
+/- 4 € voor bijkomende cursus i.v.m. farmacologie en voor klinische chemie oefeningen

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot vragen stellen tijdens de praktische oefeningen of tijdens de les.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges, praktische oefeningen, demonstraties in klinische laboratoria, begeleid zelfstandig leren (aan de hand van artikels, casussen en opdracht).

Tijdens de theorielessen wordt er gekozen voor hoorcolleges met interactie tussen student en lector. Sommige hoofdstukken worden aangebracht nadat de studenten een toepasselijk artikel hebben doorgenomen uit het Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie. Een deel van de leerstof wordt door de studenten verworven door het geven van een presentatie. Deze topics worden door de studenten bepaald en vormen een uitdieping/actualisatie van de hoofdstukken uit de cursus. Ze verrichten hiervoor het nodige opzoekwerk (bibliotheek).
In de oefeningen worden praktische handelingen uitgevoerd/ componenten bepaald in stalen, die in de theoretische lessen besproken worden. Studenten werken in groepjes en worden gestimuleerd om met elkaar in onderlinge discussie te treden.

Evaluatievorm
Klinische chemie: (70%)
Praktische oefeningen: permanente evaluatie (15 ÷) via verslagen van de gemaakte oefeningen en attitude in labo.
Theorie: mondeling examen (55 ÷) met schriftelijke voorbereiding van 3 open vragen. Nadien volgt nog 1 vraag (bestaande uit 4 subvragen) zonder schriftelijke voorbereiding..

Farmacologie: (30%)
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.

Voor klinische chemie theorie en farmacologie worden afzonderlijke examens afgenomen. Nadien worden de cijfers voor klinische chemie theorie, klinische chemie oefeningen en farmacologie verrekend tot één eindcijfer (resp.: 55% + 15% + 30%).
Wanneer de student niet is geslaagd voor farmacologie, maar wel voor klinische chemie, dan dient de student enkel het examen van farmacologie opnieuw te doen in de 2e zittijd.
Wanneer de student niet is geslaagd voor klinische chemie (theorie + oefeningen), maar wel voor farmacologie, dan dient de student enkel het examen van klinische chemie theorie opnieuw te doen in de 2e zittijd.

OP-leden
Isabel DE PAUW
Peter CAUWENBERGHS
Filip DUMONT