Trefwoorden b650: Psychiatrie, b650: Klinische psychologie, b710: Rehabilitatie, s215: Sociale problemen en welzijn
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel wordt georganiseerd in het 1ste semester van modeltraject 3 van de opleiding bachelor in de ergotherapie.
Modeltraject 1 en 2 worden gekenmerkt door info-overdracht, het verwerven van kennis en inzicht, het aanleren van vaardigheden, zowel algemeen als met betrekking tot de doelgroepen.
Dit opleidingsonderdeel geeft de aanzet tot kritisch nadenken over de taak van de ergotherapeut binnen de gezondheidszorg en specifiek binnen de GGZ.
Er wordt onder andere aandacht besteed aan de bespreking van de ergotherapeutische doelstellingen en behandelingsstrategieën bij de verschillende psychiatrische syndromen.
Er wordt gestart van uit de kennis die de studenten reeds bezitten vanuit modeltraject 2. Deze kennis wordt waar nodig kort opgefrist en aangevuld.
Leerinhoud Bij het benoemen van syndromen wordt de terminologie van DSM IV gebruikt.
Er wordt voor gezorgd dat de belangrijkste syndromen waar ergotherapeuten in de praktijk mee geconfronteerd worden aan bod komen:
• psychosen / schizofrenie: bespreking van diverse interventies oa. psycho-educatie, functietraining (communicatie- en cognitieve vaardigheden), functionaliteitstraining, zelfinstructie, stressmanagement, ...)
• zorg voor patiënten met langdurige psychiatrische problemen (rehabilitatie, bemoeizorg, beschut wonen, case management, …)
• stemmingsstoornissen: bespreking van diverse interventies oa. behandeling van depressief gedrag volgens het operante model (pleasant events schedule - PES), cognitieve interventies, ...
• stoornissen in het gebruik van psychoactieve middelen: bespreking van diverse interventies binnen residentiële setting oa. zelfcontroleprocedures, motivatie / geven van informatie, vrijetijdsbegeleiding // uitgangspunten therapeutische gemeenschappen, ...
• Amnestisch syndroom t.g.v. psychoactieve middelen / syndroom van Korsakoff: bespreking van diverse interventies oa. geheugentraining, zelfredzaamheidstraining, ...
Begincompetenties De student moet geslaagd zijn in modeltraject 2 van de opleiding ergotherapie of de credits behaald hebben voor de opleidingsonderdelen "Ergo in de fysieke revalidatie m.i.v. assessment", “ergo in de kinderrevalidatie/ontwikkelingsstoornissen m.i.v. assessment”, “Ergo in de ouderenzorg m.i.v. assessment” en “Ergo in de ggz m.i.v. assessment” van modeltraject 2 van de opleiding bachelor in de ergotherapie.
Eindcompetenties 1. De student kan zich profileren als ergotherapeut in de geestelijke gezondheidszorg.
Onder meer:
- Hij heeft inzicht in de opdracht van de ergotherapie in de geestelijke gezondheidszorg.
- Hij kan zelfstandig inhoud geven aan de taak van de ergotherapeut en kan deze taak afgrenzen van andere teamleden / disciplines.
- Hij kan gemeenschappelijke taken omschrijven en inhoud geven samen met andere teamleden / disciplines.
2. De student kan de theoretische kennis die aan de basis ligt van therapeutische interventies in de geestelijke gezondheidszorg omzetten in concrete, bruikbare doelen en strategieën voor therapie en kan deze doelen en veranderingsstrategieën integreren in een therapieplan.
Algemene competentie:
1. Denk- en redeneervaardigheid: kan uitgangspunten die impliciet in een methodiek, in praktijkgericht handelen aanwezig zijn expliciteren.
2. Beoordelen, synthetiseren en toepassen van onderzoeksresultaten: Kan evidence uit onderzoek zelfstandig interpreteren en een plaats geven in eigen interventies
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus en wetenschappelijke vakliteratuur
Studiekosten ongeveer € 10
Studiebegeleiding Mogelijkheid tot ondersteuning via consult op aanvraag.
Onderwijsvormen Docerend met interacties
Groepsgesprekken aan de hand van opdrachten en casussen
Zelfstudie
Evaluatievorm Examen op het einde van het 1ste semester
Schriftelijk examen (1,5 studiepunt)
Permanente evaluatie casussen (0,5 studiepunt)
De punten van de permanente evaluatie blijven behouden in geval van 2de zittijd.
Mondelinge synthesevraag (1 studiepunt) die doelgroepoverschrijdend is dus samen met "Ergo in de ouderenzorg", "Ergo in de kinderrevalidatie/ontwikkelingsstoornissen" en "Ergo in de fysieke revalidatie". Aangezien dit evaluatiemoment doelgroepoverschrijdend is en binnen elk van de vier doelgroepen meetelt voor 1 studiepunt, heeft de mondelinge synthesevraag een totale waarde van 4 studiepunten. Voor alle duidelijkheid: - Totale waarde mondelinge synthesevraag – 4 studiepunten (4x1) - Waarde binnen de respectievelijke opleidingsonderdelen – 1 studiepunt
De studenten die in de 1 ste zittijd 10/20 behalen op deze mondelinge proef zijn niet verplicht dit opnieuw te doen in de 2 de zittijd.
Tweede examenzittijd is mogelijk.
Het volledige cluster wordt opnieuw geëxamineerd, met uitzondering van de eerder genoemde permanente evaluatie.
OP-leden Wilfried Van Handenhoven
|
|