Trefwoorden Craniofaciale afwijkingen, Afwijkend mondgedrag, Stemstoornissen, Dysfonie, Rhinolalie, Lip-kaak-verhemeltespleet, schisis
Doelstellingen Deze cluster van vakken bereidt de student voor op enkele typische taken van als klinisch logopedist. Er wordt gemikt op de kennis, de vaardigheden en attitudes die nodig en nuttig zijn op het terrein van dysfonie, rhinolalie en slikken.
Leerinhoud partim: craniofaciale afwijkingen (25%)
LECTOR: Kathleen Van Snick
Soorten spleten en hun oorzaken komen aan bod. Daarnaast worden de mogelijke problemen (voeding, gebit, gehoor, spraak, taal en stem) verklaard vanuit de theoretische achtergrond. Er wordt dieper ingegaan op de specifieke spraakproblemen bij schisis. Voortgaande op die kennis leren studenten verschillende onderzoeks- en behandelmethodes kennen. Zij leren de resultaten uit de afgenomen onderzoeken interpreteren en vertalen in een handelingsplan. De handelingsplannen kunnen omgezet worden in praktische oefeningen.
partim: afwijkende mondgewoonten (20%)
LECTOR: Eddy Hoste
ontwikkeling senso-motoriek, harmonie-dysharmonie binnen het mondgebied, raakvlakken met andere (para-)medische wetenschappen, functionele afwijkende mondgedragingen en hun gevolgen, onderzoek en behandeling.
partim: stemstoornissen (55%)
LECTOR: Youri Maryn
De student(e) maakt kennis met een aantal inleidende begrippen rond stem en stemstoornissen. Hij/zij verneemt wat de mogelijke oorzaken zijn, en maakt kennis met een aantal frequent voorkomende stoornissen, die via beeld- en geluidsmateriaal geïllustreerd worden. De student(e) leert ook de verschillende onderzoeksmethoden (zowel perceptuele als objectieve) kennen, alsook de verschillende behandelmethoden.
Begincompetenties De student beheerst de eindcompetenties uit de cluster Logopedie.
Eindcompetenties partim: craniofaciale afwijkingen
De student(e) weet wat de stoornis 'rhinolalie' inhoudt en kent de oorzaken ervan. Tevens moet hij/zij in staat zijn om de symptomen te herkennen en ze weer te geven volgens de logopedische voorschriften. Op basis van de diagnosestelling kan hij/zij een behandelingsplan opstellen. De student neemt een kritische houding aan ten aanzien van verschenen literatuur aangaande craniofaciale afwijkingen en kan een eigen mening formuleren.
partim: afwijkende mondgewoonten
De student(e) moet kennis en inzicht verwerven over de schadelijke mondgewoonten en hun repercussie op het normale functioneren.
Tevens moet de student(e) in staat zijn om een adequate diagnose en een aangepaste therapie voor deze doelgroep op te stellen en uit te voeren. De student(e) kan literatuur omtrent deze stoornis kritisch analyseren.
partim: stemstoornissen
De studenten kunnen de verschillende aspecten, die de stemgeving kenmerken, onderscheiden. Ze kennen de oorzaken van stemstoornissen en het effect van de oorzaak op de fonatie. Ze kennen de onderzoeks- en behandelingstechnieken, met inbegrip van de objectieve parameters. Zij kunnen met behulp van het programma Praat de meest courante objectieve analyses zelf doorvoeren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: gefotokopieerde syllabus, hand-outs en nota nemen, aanvullingen via Dokeos
Studiekosten Ongeveer 10.00 EUR voor de syllabi; kosten voor eventuele studiebezoeken variëren
Studiebegeleiding op aanvraag in monitoraat, klassikale initiatieven krijgen voorrang. Via een forum in de elektronische leeromgeving (www.dokeos.hogent.be) kunnen de studenten ook elkaar helpen bij het verwerken van de syllabi.
Onderwijsvormen doceren, uiteenzetten en verklaren van verbanden, een beroep doen op eigen ervaring, practicasessies met klassikale verbetering, becommentariëren van publicaties, bespreken van video- en cassetteopnames. Extra oefeningen mogelijk via de elektronische leeromgeving (www.dokeos.hogent.be). Hands-on practicum rond "Praat" in de pc-klas. Voor AMG wordt een praktisch voorbeeld uitgewerkt aan de hand van een rollenspel.
Evaluatievorm Schriftelijke en of mondelinge examens (open vragen en multiple choice vragen zijn mogelijk).
Voor afwijkend mondgedrag tellen praktische oefeningen voor 20% mee in het eindtotaal (studenten krijgen opdracht oefeningen te demonstreren).
Volgens de departementale aanvullingen op het examenreglement kan de titularis voor de delen met permanente evaluatie de beslissing 'afwezig' nemen indien de student meer dan 20% procent afwezig is geweest. Deze afwezigheden kunnen wettig of onwettig geweest zijn.
OP-leden Kathleen Van Snick, Eddy Hoste, Youri Maryn
|
|