Trefwoorden b420-voeding, b480-endocrinologie, b480-diabetologie, b560-nefrologie, b500-transplantatie, b580-reumatologie, b550-gastro-enterologie, b500-immunologie, b490-hematologie, b530-cardiovasculair systeem, b680-volksgezondheid
Doelstellingen Het wettelijk omschreven leerprogramma betreffende de erkenning van de beroepstitel “diëtist”, omvat een theoretische en praktische opleiding in de diëtetiek (KB 19 februari 1997). Dit opleidingsonderdeel kan beschouwd worden als een voortzetting van en een aanvulling op Toegepaste dieetleer 1 en 2 en Pathologie uit het tweede jaar, met nadruk op voorbereiding op de praktijk. In deze context wordt getracht een optimale articulatie te bewerkstelligen met Pathologie en dieetleer en behandelde topics uit Farmacologie en –dynamie m.i.v. toxicologie, eveneens in het derde jaar gedoceerd. Dit opleidingsonderdeel bereidt voor op de klinische stages.
Toegepaste dieetleer 3
Inzicht hebben in de dieettherapieën, gehanteerd bij de medische behandeling en ter ondersteuning ervan bij specifieke pathologieën en/of stoornissen van het normale metabolisme. De dieettherapie kennen en kunnen motiveren.
Inzicht hebben in dieetbehandelingsprotocollen/- standaarden.
Na elk hoofdstuk wordt een opsomming gegeven van de specifieke leerdoelen.
Oefeningen Toegepaste dieetleer 2
In staat zijn een "individueel aangepaste" dieettherapie en dieetadvies uit te werken (doelgroep volwassenen en adolescenten) (als onderdeel van een multidisciplinaire aanpak van het onderliggend lijden) door:
op verwijzing van de behandelende arts een dieetvoorschrift te kunnen formuleren en een dieetadvies te kunnen uitwerken voor een patiënt / cliënt aan de hand van:
- het analyseren van de verwijzing, de gezondheidsproblemen;
- het op een probleemgeoriënteerde wijze verzamelen van gegevens;
- de analyse en interpretatie van de verzamelde gegevens (probleemstelling);
- het opstellen van de dieetbehandeling (samenhang tussen het ziektebeeld en de dieetbehandeling);
- het uitwerken van de dieetbehandeling (praktische motivatie, maaltijden en menupatroon, gemiddelde voedingsmiddelen inname en berekening);
- een evaluatie van de theoretisch vooropgestelde dieetbehandeling;
Elektronisch registreren van het cliëntendossier.
Dieetbehandelingsprotocollen/standaarden kunnen toepassen.
Leerinhoud Toegepaste dieetleer 3
Toelichting van dieetverwijzing, -voorschrift, -advies en diëtetisch handelen bij verschillende pathologieën (nierdialyse; niertransplantatie; diabetische nefropathie; nierstenen; reumatische ziekten; gastro-intestinaallijden zoals maagresectie, inflammatoire darmziekten, ileo- en colostoma, ... ; klinische voeding zoals TPN; voedselovergevoeligheid; verminderde afweer; oncologie; ...).
Oefeningen Toegepaste dieetleer 2
Toepassingen aan de hand van gevalsstudies; specifieke opdrachten met betrekking tot het diëtetisch handelen (DM type 1: pas ontdekte, follow-up, alternatieve voedingswijze; DM type 2; DM met complicaties; nierlijden: CNI, dialyse; leverlijden: CI; IBD: ziekte van Crohn, colitis, stoma; hart- en vaatlijden; obesiteit met complicaties; sportvoeding; ...).
Begincompetenties Voorkennis van Pathologie, Biochemie, Voedingsleer, Toegepaste dieetleer 1 en 2 en Diëtetische keukentechnologie 1 en 2 van het tweede studiejaar. Voor deze opleidingsonderdelen moet de student een credit behaald hebben, gedelibereerd zijn of een vrijstelling bekomen hebben op basis van EVK.
Eindcompetenties Algemene competenties
denk- en redeneervaardigheid; verwerven en verwerken van informatie; vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen; ingesteldheid tot levenslang leren
Beroepsgerichte competenties
teamgericht interdisciplinair werken; oplossingsgericht werken; besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Beroepsspecifieke competenties
deelcompetenties die verband houden met de volgende eindcompetenties: zelfstandig en (of) in multidisciplinair dienstverband een kwaliteitsvolle voedings- en of dieetbehandeling kunnen uitvoeren; voedings- en dieetvoorlichting kunnen initiëren, plannen, organiseren, uitvoeren en evalueren en dit zowel aan individuen als aan groepen en dit zowel mondeling als schriftelijk; coördinerend en adviserend kunnen optreden met betrekking tot een kwaliteitsvolle bereiding en verstrekking van voedsel en de organisatie en beheer van de voedingszorg; resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aanbevelingen op het gebied van voeding kunnen vertalen in praktische adviezen naar consumenten/patiënten en beroepsgroepen die zich met voeding en/of gezondheid bezighouden; kunnen adviseren over kwaliteit en bruikbaarheid van voedsel/voedingsmiddelen/voedingsmiddelen voor bijzondere voeding; zelfkennis en zelfverantwoordelijkheid bezitten op het vlak van de eigen deskundigheid en eigen mogelijkheden
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Toegepaste dieetleer 3
Cursus (gepolykopieerd) en aanvullende lesnota's
Oefeningen Toegepaste dieetleer 2
Handleiding bij de oefeningen (eigen cursus) en aanvullende lesnota's
Casussen
Leerboeken vorig academiejaar
Studiekosten Toegepaste dieetleer 3
Cursus ongeveer 300 bladzijden € 9,00 en aanvullingen (protocollen en dieetbehandelingsuitgaven met variabele kostprijs).
Didactische uitstappen en seminaries: verplaatsingskosten en eventuele inschrijvingskosten.
Oefeningen Toegepaste dieetleer 2
Cursus ongeveer 50 blz. € 1,5.
Rest: eigen cursusblok en printpapier.
De leerboeken aangekocht bij de aanvang van vorig academiejaar worden verder gebruikt (behoudens aanschaf herziene uitgaven).
Studiebegeleiding Na afspraak
Onderwijsvormen Toegepaste dieetleer 3
Informatie-aanbiedende methode nl. de doceermethode
Dialectische methode nl. het leergesprek of probleemstellende methode
Desgevallend: zelfstudie, autonome activiteiten (bijvoorbeeld in functie van de actualiteit)
Oefeningen Toegepaste dieetleer 2
I.f.v. de "case-studies": probleem georiënteerd
Informatie-aanbiedende methode nl. de doceermethode; bord;
Dialectische methode nl. het leergesprek of probleemstellende methode;
Zelfstudie, autonome activiteiten.
De student kan gebruik maken van een specifiek softwarepakket voor bepaalde onderdelen.
Van de student wordt verwacht dat de oefeningen buiten de contacturen vervolledigd worden.
Evaluatievorm Toegepaste dieetleer 3
Het onderdeel theorie telt voor 50 % mee in de eindevaluatie van het opleidingsonderdeel.
De evaluatie gebeurt onder de vorm van een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (met bijzitter). De beoordeling gebeurt op basis van wat mondeling naar voor wordt gebracht. Hierbij kan gevraagd worden om de gebruikte begrippen meer te gaan toelichten. Om het verwerken van de leerinhouden te optimaliseren ontvangt de student vooraf lijsten met voorbeeldexamenvragen.
Oefeningen Toegepaste dieetleer 2
Het onderdeel oefeningen telt voor 50 % (20% permanente evaluatie, 30% examen) mee in de eindevaluatie van het opleidingsonderdeel.
TUSSENTIJDSE EVALUATIE VAN HET JAARWERK
De oefeningen worden geëvalueerd en gequoteerd. Bij de eindevaluatie van het volledige opleidingsonderdeel telt deze permanente evaluatie voor 20%.
EINDEVALUATIE
De evaluatie gebeurt onder de vorm van een examen (casestudie) dat voor 30% meetelt.
Het examen bestaande uit een schriftelijk gedeelte [uitwerken van de dieetbehandeling: theoretisch (evaluatie voedingstoestand, nutriëntenaanbevelingen) en praktische motivatie met voedingsmiddelenkeuze, maaltijden- en menupatroon, gemiddelde voedingsmiddeleninname en berekeningen, evaluatie] en een mondelinge verdediging en motivatie van de voorgestelde dieettherapie (analyse van de verwijzing en de gezondheidsproblemen, toelichting van belangrijke gegevens, opstellen van het dieetvoorschrift, motivatie van de voorgestelde dieetbehandeling) (met bijzitter). Hierbij kan gevraagd worden om de gebruikte begrippen meer te gaan toelichten. Het aandeel van schriftelijk en mondeling gedeelte bedraagt 50%.
OP-leden Ria VANDERSTRAETEN
|
|