Trefwoorden stage
Doelstellingen Stage stelt studenten in staat de theorie in de praktijk om te zetten en daarmee de vooropgestelde competenties verder te ontwikkelen.
Leerinhoud Mogelijke stageplaatsen:
- algemene pediatrie
- materniteit
- neonatologie
- Kind & Gezin
- Paediatric Intensive Care Unit (PICU)
- Paediatric Intensive Midcare Unit (PIMCU)
- pediatrische hematologische oncologische dienst
- Koester
- Short Stay Unit
Begincompetenties Vereisten zijn:
- zich geïnformeerd hebben over de stageplaats
- verpleegtechnische vaardigheden beheersen
- theoretische kennis in functie van de discipline bezitten.
Eindcompetenties Beroepsspecifieke competenties:
De professionele bachelor verpleegkunde is in staat om een professionele relatie op te bouwen met de cliënt/ patiënt:
- heeft een therapeutische houding
- is in staat te handelen als pleitbezorger van de cliënt/ patiënt.
De professionele bachelor verpleegkunde heeft een eigen visie op het beroep:
- kan de zorgbehoefte inschatten en een verpleegplan opstellen, uitvoeren, evalueren en bijsturen (methodisch handelen) in overlag met
cliënt/ patiënt, familie, mantelzorg en andere gezondheidswerkers.
- kan complexe zorgsituatie in de beroepspraktijk definiëren en analyseren.
Algemene competenties:
De professionele bachelor verpleegkunde is creatief in de aanpak en het efficiënt uitvoeren van zijn taken en maakt efficiënt gebruik van de
beschikbare tijd:
- kan op een creatieve manier taken aanpakken.
- kan efficiënt taken uitvoeren
- hanteert de basisprincipes van timemanagement.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Een volwaardig uitgerust skillslab met ziekenhuismaterieel staat permanent ter beschikking van de studenten.
Studiekosten Twee, liefst drie witte broekpakjes. Kostprijs: ± 50,00 € / stuk
Studiebegeleiding De concrete invulling van de stages is terug te vinden in de stagegids die bij de aanvang van de stageperiode aan de student wordt overhandigd.
Week voor de aanvang van de stage dient de student:
- zich te informeren en verplichte lectuur door te nemen over betreffende stageplaats
- de (geziene) leerstof i.f.v. de stageplaats door te nemen
- gerichte stagedoelstellingen op te maken
- deze doelstellingen voor te leggen en te bespreken met de praktijklector.
Gedurende de stageperiode krijgt de student:
- regelmatige begeleiding door een praktijklector
- bijkomende begeleiding door een stagementor van de stageplaats.
Administratief zal de student:
- kennis nemen van het stagegids
- de stagekalender invullen
- de feedbackfiche laten invullen
- het stageverslag opmaken.
Onderwijsvormen Klinische oefeningen
Technische vaardigheden worden gedemonstreerd in de klas en worden daarna zelfstandig ingeoefend door de student.
Skillslab
Om optimale technische vaardigheid te ontwikkelen zijn inoefenmogelijkheden onder toezicht voorzien in het skillslab. Deze
inoefenmogelijkheden maken deel uit van het klinisch onderwijs (cf. curriculum).
De oefensessies kunnen enerzijds gebeuren onder begeleiding van een praktijklector. Anderzijds kan de student ook naar wens individueel
inoefenen. Iedere inoefening gebeurt steeds na schriftelijke afspraak; eens deze vastgelegd dient men zich hieraan te houden.
Evaluatievorm Permanente evaluatie: 60% + Voordracht/examen KWZ: 10%
Elke stagebegeleider geeft na iedere stage een richtcijfer gebaseerd op de feedbackfiches, het evaluatieformulier van de dienst en de eigen
bevindingen.
De richtcijfers vormen de basis voor de permanente evaluatie die leiden tot een eindcijfer dat in onderling overleg tussen de respectievelijke
stagebegeleiders bepaald wordt op het einde van het academiejaar.
De wegingcoëfficiënt bedraagt 50% voor de stages en 50% voor het stageboek.
Verslagen van didactische bezoeken of voordrachten kunnen het eindcijfer positief of negatief beïnvloeden.
Tijdens de uren voorzien voor methodische werkbegeleiding, zal in het academiejaar 2007-2008 (als overgangsmaatregel wegens
curriculumwijziging) het vak Kwaliteitszorg gedoceerd en geëxamineerd worden.
Geïntegreerde praktijkproef: 30%
Deze praktijkproef gebeurt in de vierde of vijfde stageperiode op de dienst waar de student stage loopt/liep.
OP-leden I. De Marès
C. Van Rompaey
E. Verstraete
E. Cooreman
|
|