Trefwoorden Recht-wetgeving-deontologie
Doelstellingen
Relaties kunnen leggen tussen vaktypische situaties en de mogelijke juridische gevolgen van het handelen.
De voedings- en diëetkundige kent haar/zijn rechten en plichten zowel ten aanzien van de patiënten als ten aanzien van de voorschrijvende arts en/of werkgever.
De voedings- en diëetkundig in staat stellen een theoretisch en concreet inzicht te verwerven in de verschillende mogelijkheden om de beroepsactiviteit uit te oefenen, en de voordelen en nadelen te kennen van de onderscheiden structuren.
Leerinhoud
Juridische gevolgen van het handelen van de voedings-dieetkundige
De strafrechtelijke aansprakelijkheid
De burgerrechtelijke aansprakelijkeid
De sociaalrechtelijke aansprakelijkeid
Gedragsregels en beroepscode
Beroepsgeheim
Grenzen van het werkterrein van de paramedicus
Uitoefening van de beroepsactiviteit
Bediendestatuut
Zelfstandig statuut
Associatie
Begincompetenties
De cursus is van het tweede niveau, hetgeen betekent dat enige voorkennis van de theorie "Interpersoonlijke communicatie" wordt verondersteld (Cf. cursus GVO 2de jaar).
Eindcompetenties
Leermaterialen
cursus
Studiekosten
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Hoorcollege, zelfstudie, autonome activiteiten.
Klassikaal oplossen concrete toepassingen van de leerstof.
Evaluatievorm
De evaluatie gebeurt door een schriftelijk examen (open vragen).
OP-leden
|
|