STAGE DEEL 1
 
Wordt gegeven in Bachelor na Bachelor intensieve zorgen en spoedgevallenzorg
Hoorcollege [A] 3.0
Werkcollege [B] 33.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 237.0
Totale studietijd [D] 325.0
Studiepunten [E] 13
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Inge Tavernier
Referentie GOINZO01A00017
 
Trefwoorden
stage, rapporteren

Doelstellingen
Volgens het MB van 16-04-1996 moet de cursist tenminste 450 uren praktijk kunnen voorlegen als professionele ervaring. Daarvan moet tenminste verworven worden: 200 uren op een erkende Intensievezorg dienst, 200 uren op een erkende spoedgevallendienst en 50uren naar keuze (IZ of Spoed). Dit opleidingsonderdeel biedt de noodzakelijke vorming, in het verwerven van de algemene, de algemene beroepsgerichte en de beroepsspecifieke competenties en de kwalificaties binnen deze opleiding. Een doorgedreven kennis en training zijn essentieel in het belang van de zorgvrager op kritieke diensten. Het onderdeel leert de student probleemoplossend denken en deze gegevens op een degelijke wijze verwerken en rapporteren. Dit opleidingsonderdeel verhoudt zich tot alle andere opleidingsonderdelen zowel horizontaal als verticaal.

Leerinhoud
Medische spoed in het algemeen: De aangeleerde theorie leren integreren in de praktijk Basic life support Advanced life support Immobilisatie technieken De drenkeling Specifieke apparatuur op spoed. Til- en transporttechnieken préhospitaal: Oefenen van verschillende situaties aan de hand van een rollenspel Transport naar het ziekenhuis Verplaatsen van een slachtoffer en vervoeren van een slachtoffer Verbedden van een patiënt voor onderzoek Transport intramuraal - interhospitaal Mogelijke letsels die kunnen optreden tijdens transport van een slachtoffer Stage stagegids Competentielijst Lijst van gepresteerde uren Rapporttering:

Begincompetenties
Professionele bachelor in de verpleegkunde

Eindcompetenties
Medische spoedgevallen in het algemeen: De student kan zorg verlenen en uitvoeren van verpleegtechnische handelingen binnen de dringende medische hulpverlening. De student kan zijn verantwoordelijkheid opnemen tot integratie van de hulpverlening bij alle patiënten in acute noodsituaties die spoedgevallenzorg vereisen binnen het domein van de dringende geneeskundige hulpverlening (prehospitaal en hospitaal) . Til- en transporttechnieken: De student kan zord verlenen en uitvoeren voor het immobiliseren, positioneren, optillen en vervoeren van patiënten, rekening houdend met de veiligheid van de patiënt en de hulpverlener en rekening houdend met het stroomdiagram v.e. trauma–indicatie. Stage:e: 1 Vermogen om op een efficiënte, verantwoordelijke en correcte wijze de beroepsdoelstellingen te realiseren Onder meer: De vitale functies deskundig observeren, bewaken, interpreteren, registreren en rapporteren. De betrouwbaarheid van het bewakingssystemen controleren. Verbanden leggen tussen de klinische observaties en de verschillende metingen, beoordelen van parameters behorende tot de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels. Ondersteunen en overnemen van vitale functies Gegevens weergeven volgens prioriteiten. Kennis en ervaringen implementeren om een juiste verpleegkundige diagnose en actie te stellen zowel in acute als in continue kritieke zorg situaties. 2 Correct, ethisch en passend voor het beroep handelen. Onder meer: Zich flexibel en empatisch te kunnen gedragen binnen het juridisch kader, procedures, werking, cultuur van de werkomgeving en passend kunnen omgaan met patiënten, leidinggevenden en collega’s. De regels en de wetgeving m.b.t. de uitoefening van de verpleegkunde in functie van kritieke diensten toepassen procedures, standaard verpleegplannen en staande orders hanteren. Algemene competenties: 1 het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren onder meer: - uit het rapporteren moet de student kunnen aangeven dat hij/zij inzicht heeft in de relatie tussen de observaties, de methode van de diagnosestelling, de therapie en de verpleegkundige zorgvragen. - de student kan de opgedane ervaring toetsen aan de theorie en staven met een artikel over een onderwerp betreffende de gevolgde casus. 2 het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Medische spoed in het algemeen: Praktijklessen op school en in de ziekenhuizen Hef –en tiltechnieken Praktijklessen op school en op het terrein van de brandweer voor til- en transporttechnieken Beademing: Introductie tot de stage De Stage: Het werkveld: de stage vindt plaats in de gespecialiseerde beroepsrealiteit onder begeleiding van verpleegkundigen die reeds de bijzonder beroepstitel voor intensieve zorgen en spoedgevallenzorg bezitten en de cursist op een deskundige wijze kunnen begeleiden Het stageterrein en het stageverloop wordt door de cursist zelf bepaald of door de hogeschool Hij moet de kansen tot professionalisering inschatten, een verantwoorde keuze maken Dienstbrochure Het activiteitenprofiel Feedback – fiche Rapporteren: Verschillende cursussen tijdens de opleiding en bronnen uit de mediatheek (boeken, artikels, internetsites) cursus rapporteren met voorbeelden CARPENITO, L.J. Verpleegkundige diagnosen. Groningen, Wolters-Noordhoff, 2002. 591pp.

Studiekosten
Embleem van de hogeschool 5 euro eventueel broekpak 60 euro Eventueel een waarborg voor de badge volgens het ziekenhuis Kostprijs verschillende documenten ongeveer 1,5 euro

Studiebegeleiding
Voor de zelfstudie van de geziene praktijklessen kan de student een afspraak maken met de coördinator van de opleiding. Voor de aanvang van de stage dient de student zich te informeren over de betreffende stageplaats de (geziene) leerstof en de basitechnieken door te nemen Tijdens de stageperiode krijgt de student begeleiding door de verpleegkundigen uit het werkveld en monitoraat waar mogelijk is Reflecties uit de stage tijdens de theoretische lessen Individuele contacten met de praktijklector op school, indien nodig op het stageterrein of via e-mailcontact Evaluatievormen: De student laat regelmatig de feedbachfiche invullen en krijgt tussentijdse evaluatie vanuit het werkveld en een eindevaluatie in samenspraak met de praktijklector

Onderwijsvormen
Medische spoed in het algemeen De aangeleerde theorie leren integreren in de praktijk Begeleide praktijklessen in groepen inoefenen van prehospitaalzorg Zelfstudie om technieken in te oefenen Hef- en tiltechnieken: De aangeleerde theorie leren integreren in de praktijk Begeleide praktijklessen Demonstratie bij de brandweer Beademing uitleg rond de verschillende beademingstoestellen die gebruikt worden op de intensieve zorgen afdeling stage Er is een permanente evaluatie vanuit het werkveld waar stage gelopen wordt De tussentijdse evaluatie heeft aan de student de mogelijkheid bij te sturen waar nodig blijkt en de nodige leerstof in te studeren door zelfstudie De eindevaluatie vormt de conclusie van de stageperiode en heeft de geschiktheid voor het werken op kritieke diensten aan

Evaluatievorm
Medische spoed in het algemeen Praktijkexamen 20% Hef- en tiltechnieken: Praktijkexamen 10% Beademing: Ingebed in het stageverslag Stage: 50% zelfevaluatie en feedback tijdens de stage volgens de beoogde competenties Competentieprofiel voor Intensieve zorgen / - spoedgevallenzorg eindevaluatie van de stage op basis van de gegevens van de stagementoren/verpleegkundigen, student en praktijklector Rapportering en methodische werkbegeleiding: 20 Jaarwerk voor intensieve zorgen en spoedgevallenzorg De bedoeling is tot een eindproduct te komen waarin de student toont dat hij verbanden kan leggen tussen de theorie en de praktijk Opzoeken van artikels, ook anderstalige artikels bij het verslag

OP-leden
Stage: praktijklector: M. Terrie, I. Tavernier, M. Convents, M. Storm K. Traen lectoren: L. Van Heck, G. Verbeke, , E. Cooreman. Rapporteren en methodische werkbegeleiding: praktijklector M. Terrie I. Tavernier, M. Convents, M. Storm, K. Traen, E. Cooreman. lectoren: L. Van Heck, G. Verbeke,