In het algemeen moeten de afgestudeerden van de opleiding handelswetenschappen efficiënt en creatief kunnen functioneren in leidinggevende en/of expertfuncties in bedrijfs- en andere organisaties. Daartoe wordt een academische vorming gecombineerd met het ontwikkelen van door het werkveld vereiste vaardigheden. De studenten moeten kennis maken met de praktische aanpak van materies, problemen of ontwikkelingen die typisch het domein zijn van functies op het niveau van het middenmanagement of hoger.
De bachelor in de handelswetenschappen heeft als doelstelling de voorbereiding op een aansluitende master in het domein van de bedrijfseconomie. Dit betekent niet dat er geen aansluiting kan zijn op de arbeidsmarkt in functie van de competenties, attitudes en kennis die worden nagestreefd.
De eindtermen van de bacheloropleiding zijn de volgende:
- beheersen van de competenties denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit en een ingesteldheid tot levenslang leren
- het beheersen van de algemene wetenschappelijke competenties op het vlak van de bedrijfseconomie, inhoudende een onderzoekende houding, kennis van onderzoeksmethoden en technieken.
- het begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan de bedrijfseconomie
- polyvalentie en interdisciplinariteit.
- een creatieve en internationale attitude
- vaardigheden in de basismethoden van het menswetenschappelijk onderzoek.
- communicatieve vaardigheden, zowel op het vlak van de gesproken als de geschreven taal
- organisatorische vaardigheden.
- vertrouwdheid met het gebruik van algemene informatiseringstechnologieën.
- het vermogen om maatschappelijke betrokkenheid in het functioneren te integreren.
- kennis van en inzicht in de kernvakgebieden bedrijfseconomie en algemene economie; kennis van de voor de bedrijfseconomische beroepencluster relevante menswetenschappelijke en juridische begrippen en modellen.
- vanuit een algemene basisvorming in de wiskunde en statistiek inzicht hebben in het nut en het gebruik van kwantitatieve technieken.
- zich beroepsgericht kunnen uitdrukken in het Frans, Engels en Duits.
- kennis van elementaire basistechnieken voor de operationalisering van een onderzoeksprobleem.
- basistechnieken op het vlak van het verzamelen van academische literatuur en ander bronnenmateriaal.