STAGE, RAPPORTERING EN COMMUNICATIETRAINING
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 26.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 300.0
Totale studietijd [D] 360.0
Studiepunten [E] 12
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Thomas VAN LANGENHOVE
Referentie HBBEST03A00006
 
Trefwoorden
Stage, publiek management, bestuurs- en beleidkunde, , schriftelijke rapportering, communicatietraining, praktijkervaring, eerste werkervaring

Doelstellingen
De bacheloropleiding heeft een eigen afstudeerfinaliteit die concreet wordt vertaald in de afronding van de bacheloropleiding met het opleidingsonderdeel stage, rapportering en communicatietraining. Kortweg omschrijven we dit opleidingsonderdeel als het bachelorproject. De stage beoogt een verder verfijnen en verdiepen van de aangereikte kennis en vaardigheden via praktijkgerichte ervaring, het ontwikkelen van de nodige socio-normatieve kennis en wil een brug vormen tussen theorie en praktijk. De student leert ook correct te rapporteren over de uitgevoerde opdracht en leert de aangeleerde communicatievaardigheden toepassen tijdens de stage en bij de rapportering. De stage vormt een eerste confrontatie met het werkveld en biedt de studenten de mogelijkheid om nog tijdens hun studies een eerste praktijkervaring op te doen.
Voor het luik rapportering wordt van de studenten verwacht dat ze zelfstandig onderzoek kunnen uitvoeren over het door hen gekozen bestuurskundig thema en dat ze hierover verslag kunnen uitbrengen in een geschreven tekst.

De stage sluit aan bij het studietraject dat de student tot dan toe heeft afgelegd. In de opleiding kiest de student voor bepaalde bestuursniveaumodules, managementmodules en beleidsdomeinen waardoor hij een specifieke expertise voor functies in de publieke of social profit sector ontwikkelt. De studenten bouwen op deze manier verder op de reeds opgedane kennis. De beperkte omvang van de stage vergt dit trouwens. Door het afstemmen van de stage op de reeds door de student in zijn/haar opleiding gemaakte keuzes ontstaan er synergetische leereffecten.
Voor de rapportering wordt vooral verder gebouwd op de opleidingsonderdelen onderzoeksmethoden.

Leerinhoud
De stage geeft de student een realiteitsgetrouw inzicht in de verschillende functie-/jobinhouden waarin afgestudeerden van de opleiding bestuurskunde en publiek management mogelijk terechtkomen. Dit houdt in:
-Kennismaking met en voorstelling van de personeelsleden van de dienst, alsook kennismaking met hun taken en functies door informatie en rondgang.
-Kennismaking met de dienst d.m.v. het doornemen van jaarverslagen, folders, publicaties, werkdocumenten, verslagen en wetgeving.
-Observatie van het werkgebeuren door onder meer bijwonen van vergaderingen, van contacten met de klanten, van contacten met collega’s en medewerkers, van samenwerking met andere diensten en organisaties.
-Het uitvoeren van een concrete en afgelijnde opdracht die een weerspiegeling is van de beroepsfunctie zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van deelstudies in het kader van beleidsvoorbereidend werk, managementgerichte opdrachten, opdrachten waar de contacten met de doelgroep centraal staan (participerend werken), opmaken van jaarverslagen,…

De communicatietraining houdt in:
-schriftelijke (verslaggeving) en mondelinge (presentatietechnieken, vergadertechnieken) communicatietechnieken.
-beslissings- en besluitvormingstechnieken.

Begincompetenties
De competenties van de opleidingsonderdelen seminarie beleidsdomein, onderzoeksmethoden 3 en management in de publieke sector moeten verworven zijn. Indien dit niet het geval is, moeten deze opleidingsonderdelen opgenomen worden in het geïndividualiseerde curriculum.

Eindcompetenties
Kerncompetenties:
1) In staat zijn om zich vlot in te werken in de organisatie:
-In zicht hebben in het functioneren van de organisatie.
-kennis hebben van de belangrijke actoren in en rondom de organisatie.
-kunnen kritisch reflecteren over de organisatie waarin men functioneert (koppeling tussen kennis, inzichten en concepten en de praktijk).
2)autonoom functioneren in een organisatie: zelfstandig uitvoeren van opdracht(en) in opdracht van de stageorganisatie.
3)zelfstandig kunnen redigeren van een eindrapport: Synthetisch schrijven van een rapport.

Algemene competenties:
1) Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken: Onder meer:
-een bondig schriftelijk rapport kunnen schrijven.
-in een mondelinge verdediging de wijze van aanpak kunnen toelichten en een kritische reflectie kunnen geven op de resultaten.
-op de stage sociaal vaardig kunnen omgaan met o.a. collega’s,…
2) Kunnen omgaan met de onzekerheid en grenzen van de kennis en de vaardigheid ontwikkelen tot het initiëren van probleemgestuurd onderzoek.
Onder meer:
- Kunnen opstellen van een praktijkonderzoek
-gebruik makend van geëigende dataverwerkingstechnieken

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Stagenota, stagereglement, stagecontract (en bijhorende documenten) worden ter beschikking gesteld van de studenten
Seminariemateriaal.

Studiekosten
Afhankelijk van de stageplaats: vervoerskosten van en naar de stageplaats.
Kosten verbonden aan het residentieel seminarie.

Studiebegeleiding
Begeleiding stageproces door stagecoördinator/stagebegeleider/titularis (dit is de verantwoordelijke binnen HABE) en de stagementor (dit is de persoon binnen de stageorganisatie) onder de vorm van permanente opvolging (terugkoppeling op stageplaats en terugkeermoment in de onderwijsinstelling).
Begeleiding bij het schrijven van het bachelorrapport door de stagecoach uit de opleiding (vormelijk en vooral procesmatig, met inhoudelijke ondersteuning) en stagementor (inhoudelijk).

Onderwijsvormen
Het is noodzakelijk de onderwijsactiviteiten bij te wonen.

De stage wordt georganiseerd tijdens de tweede helft van het tweede semester van de derde bachelor. Dit zal in de praktijk meestal samenvallen met de periode na de paasvakantie. De stage staat bewust gepland aan het einde van het derde bachelorjaar, nadat de reguliere vakken zijn afgerond. Op dat ogenblik kunnen de studenten voldoende tijd vrijmaken om op een geconcentreerde manier hun stage voor te bereiden, uit te voeren en daarover te rapporteren. De stage duurt 6 weken of 30 werkdagen, wordt georganiseerd a rato van 5 dagen per week.

Het onderdeel communicatietraining van dit opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van een residentieel seminarie.

Evaluatievorm
Een student(e) dient alle delen van het opleidingsonderdeel ‘SRC’ te volgen. Manifeste tekorten qua inzet of het zich houden aan afspraken of deadlines bij één of meerdere delen zullen leiden tot een onvoldoende voor het opleidingsonderdeel.

De eindquotering voor stage, rapportering en communicatie is het resultaat van procesevaluatie en de evaluatie van een eindproduct. De verschillende delen van SRC worden als volgt beoordeeld:

3.1. Het deel stage binnen SRC: procesevaluatie
* Tijdens de stage: tussentijdse opvolging van de student op de Hogeschool, telefonische opvolging bij de stagementor.
* Na aflopen van de stage: op het einde van het semester volgt er een afrondend gesprek tussen de student(e), de stagementor en de stagecoördinator/stagebegeleider. In dit tweede gesprek wordt een zicht verkregen op de evolutie en het proces die de student(e) tijdens zijn/haar stage heeft doorgemaakt. Hier staat de evaluatie van de attitudes, werkhouding, inzet, ... van de student(e) centraal. Deze evaluatie is de gestructureerde synthese van de permanente interactie tussen de student(e) en zijn/haar stagementor gedurende de stage.

3.2. Het deel rapportering binnen SRC: productevaluatie
Na afloop van de stage bezorgt de student(e) de stage-organisatie en de opleiding een stagerapport met de resultaten van het gevoerde opdrachtonderzoek. Na het afronden van de stage beschikt de student(e) nog over anderhalve week ‘schrijftijd’ om zijn/haar stagerapport af te werken. Zoals eerder werd gesteld vormt het eindproduct waarnaar binnen de stage gewerkt wordt samen met de manier waarop de student(e) werkt binnen de organisatie de essentie van de stageperiode.
Nadat alle partijen dit stagerapport hebben kunnen doornemen volgt er een afrondend gesprek tussen de student(e), de stagecoach en de stagementor rond dit stagerapport. Hier staat de evaluatie van de stageopdracht door de stagementor centraal. De kwantiteit en de kwaliteit van de prestaties van de student(e) wordt besproken. Het gaat hier voornamelijk om de inhoudelijke kant van de opdracht. Van de stagementor en stagecoach wordt door middel van een verslag een adviserende beoordeling verwacht.

3.3. Het deel communicatie binnen SRC: procesevaluatie + productevaluatie
* Tijdens de stage: procesevaluatie: de titularis houdt een appreciatie bij van de volgende elementen: deelname aan en inzet bij alle onderdelen van het opleidingsonderdeel SRC, punctualiteit bij het volgen van afspraken en deadlines, tijdig indienen van alle documenten (stagerapport maar ook stagecontract,...), algemene inzet voor dit opleidingsonderdeel, de indrukken van de telefonische opvolging en de indruk tijdens het terugkeermoment.
* Na afloop van de stage, en na de twee afrondende gesprekken, volgt een derde evaluatiemoment: het stagerapport wordt gepresenteerd voor het stageteam. Deze presentatie is openbaar, docenten en medestudenten worden uitgenodigd elk een aantal presentaties bij te wonen. De bedoeling van deze presentatie is dat de student(e) het ‘feitelijke’ van de stage overstijgt en een kritische reflectie kan geven over het verloop van de stage, de (aanpak van) de opdracht, zijn/haar eigen functioneren, de stageplaats/dienst/gemeente, ... Op het einde van de presentatie dienen de studenten een beleidsadvies te formuleren rond de opdracht/het onderzoek/het project waar ze aan gewerkt hebben. Dit gebeurt mondeling voor het stageteam. De kwaliteit van de presentatie, de kritische reflectie en het beleidsadvies zal hier beoordeeld worden.

Na alle eindgesprekken komt het stageteam samen. De titularis brengt verslag uit aan het stageteam over de eerste twee evaluatiemomenten, dit is dus de appreciatie en bijhorende adviserende beoordeling van de stagementor en de stagecoach.

De eindquotering is dus het resultaat van de procesevaluatie van het jaarwerk en van een waardering van het eindproduct zoals blijkt uit de drie evaluatiemomenten. Dit eindcijfer komt tot stand door overleg en na beraadslaging van het stageteam. Het stageteam adviseert de titularis bij de beoordeling van het opleidingsonderdeel SRC. Het cijfer wordt door de titularis vastgelegd.

Als de student in eerste zittijd een cijfer onder de 10/20 krijgt zal de titularis na overleg met het stageteam de modaliteiten voor een vervangopdracht die gelijk staat met een weging van 12 studiepunten vastleggen. Deze worden de student(e) meegedeeld tijdens de feedback na de deliberatie van de eerste zittijd. De titularis evalueert de student(e) in de tweede zittijd.

OP-leden
Thomas Van Langenhove