Trefwoorden onderloopsheid – doorslag – (bron)bemalingen – grondwaterverlaging – waterdistributie – dimensioneren van leidingen - drukverhoging
Doelstellingen Het oplossen van praktische problemen welke te maken hebben met hetzij uitvoeringstechnische opdrachten, hetzij ontwerpopdrachten welke verband houden met krachten veroorzaakt door vloeistoffen (hoofdzakelijk water) in beweging.
Leerinhoud Bronbemalingen:
Voorafgaand worden de verschillende bemalingstechnieken toegelicht.
Daarna zal worden aangegeven hoe de hydrogeologische context moet worden vastgelegd (= aard van de watertafels, grondwaterpeil in rust…).
Tenslotte zullen de verschillende methodes voor het afleiden van de doorlatendheid worden besproken (= korrelverdeling, doorlatendheidsproeven in het laboratorium, doorlatendheidsmetingen in boorgaten en peilfilters, pompproeven).
Verschillende methoden voor het dimensioneren van een grondwaterverlaging worden besproken (= analytische methodes, eindige elementen en eindige differentiemethodes).
Daarna zal worden aangegeven hoe de invloed van een grondwaterverlaging kan beperkt worden (= aanbrengen van schermwanden en/of retourbemaling).
Onderloopsheid en doorslag:
In weinig doorlatende gronden, met hoge stand van het freatisch oppervlak, is, bij kleine steek van de beschoeing van een bouwput, het effect van de grondwaterstroming na te gaan op de mogelijke instabiliteit van de bodem van de bouwput.
Distributieleidingen:
Waterwinning en waterdistributie.
Overzicht van rekenmethoden die in ons land gehanteerd worden om te komen tot het dimensioneren van een distributienet voor drinkwatervoorziening.
Drukverhogingsinstallaties:
Bij hoge gebouwen volstaat de beschikbare druk van de waterleverende maatschappij niet om ook de hoogste bouwlagen van drinkwater te voorzien.
Technieken worden behandeld om daaraan te verhelpen.
Begincompetenties Kennis van de basiswetten van de hydrostatica en de hydraulica.
Eindcompetenties Algemene competentie:
(AC2*) In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie te verzamelen en te verwerken.
Algemene ingenieurscompetentie:
(AIC1*) In staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten zelfstandig en in teamverband toe te passen op wetenschappelijke en/of ingenieurstechnische problemen.
Specifieke competentie (kerncompetentie):
(SC10) In staat zijn om de stroming van fluïda te analyseren en de stroomvoerende elementen te dimensioneren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursustekst
Collegenota’s
Diverse boeken uit de literatuur, die in de bibliotheek terug te vinden zijn.
Info onder Dokeos.
Studiekosten
Studiebegeleiding Hoorcolleges. Interactieve leervorm via Dokeos.
Onderwijsvormen Hoorcolleges
Evaluatievorm Examen waarbij, naast het nagaan van de kennis over de achtergrond van de toe te passen formules, vooral aandacht besteed wordt aan de praktische toepassing ervan.
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden H. Van Hoecke
|
|