Trefwoorden Chemie (Industriële chemie en Kunststoffen), Biochemie (Biotechnologie en Milieubiotechnologie).
Doelstellingen Met deze bachelorproef laat de student zien dat hij de onderwijsdoelstellingen en de eindtermen van de opleiding Bachelor Industriële Ingenieurswetenschappen Chemie gehaald heeft, namelijk;
- heeft begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan chemie als wetenschapsdomein;
- beheerst algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit en een ingesteldheid tot levenslang leren;
- beheerst algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding, kennis van onderzoeksmethoden en technieken en de vaardigheid tot het initiëren van probleem gestuurd onderzoek.
Leerinhoud Een concreet probleem of vraagstelling worden beantwoord middels een doelgerichte literatuurstudie, een beperkt wetenschappelijk experiment of een andere vorm van empirisch onderzoek.
Onderwerpen in functie van de verschillende studiekeuzes, Chemie (Industriële chemie en Kunststoffen) en Biochemie (Biotechnologie en Milieubiotechnologie), worden medegedeeld aan de studenten in de 5° semester, waardoor een aansluiting met de masteropleiding en de masterproef mogelijk wordt.
De bachelorproef wordt geschreven onder begeleiding van een mentor in functie van de studiekeuze.
Eindrapportage in de vorm van een scriptie van maximaal 15 pagina’s, exclusief titelpagina en literatuurlijst, in 3 exemplaren.
Inlevertijd: de vrijdag van de laatste lesweek van de 6° semester.
Begincompetenties Algemene en specifieke opleidingsonderdelen Chemie en Biochemie.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om chemisch/ biochemische technologische kennis te verwerven en specifieke praktijkvaardigheden te beheersen. (SC5)
Onder meer:
- In staat zijn om relevante bestaande en nieuwe technologieën en/of theorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om onderzoeksvaardigheden te verwerven en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te plannen. (SC6)
Onder meer:
- In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken. (AC2)
- In staat zijn om onderzoeksmethoden en –technieken adequaat aan te wenden ook binnen een onzekere context. (AWC1)
- In staat zijn om onderzoek probleemgestuurd te initiëren. (AWC3)
Kerncompetentie 3:
In staat zijn om verantwoord om te gaan met milieu, veiligheid en gezondheid in laboratoria. (SC8)
Onder meer:
- In staat zijn om adequaat te reflecteren op maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische problemen. (AWC2)
Algemene competentie 1:
In staat zijn om wetenschappelijk- disciplinaire inzichten zelfstandig en in teamverband toe te passen op wetenschappelijke en/of ingenieurstechnische problemen, en dit adequaat te communiceren en te rapporteren, zowel aan leken als aan specialisten. (AIC1, AC4)
Algemene competentie 2:
In staat zijn om inzichtelijke verbanden te leggen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines om technische problemen en processen te begrijpen. (AIC3)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Verplichte vakliteratuur in functie onderwerp.
Studiekosten Scriptie: ca. 5 euro.
Studiebegeleiding Driewekelijks verplicht monitoraat via de mentor. Bijkomende begeleiding op afspraak met de OP-leden van de vakgroep.
Onderwijsvormen Projectwerk (individueel of in groep in functie onderwerp).
Evaluatievorm Beoordeling van de scriptie door een leescommissie per studiekeuze.
Oriënterende confrontatie (vraagstelling en verzoek om verklaring) met leden van de leescommissie en de mentor van maximaal 30 minuten.
Wegingscoëfficiënt :
Scriptie : 60 %
Oriënterende confrontatie : 40 %
OP-leden Alle OP-leden vakgroep chemie.
|
|