MATERIAALONDERZOEK
 
Wordt gegeven in Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 48.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 85.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Marc WYLAERS
Referentie IMIWBO01A00008
 
Trefwoorden
Mechanische spanningen, spanningsanalyse, vervormingsanalyse, materiaaleigenschappen. Drukspanning, trekspanning, moment, doorbuiging, vervormingslijn, rekmeting, elasticiteitsmodulus, vloeigrens, stijfheid, stugheid, treksterkte, taaiheid, coëfficiënt van Poisson, glijdingsmodulus, fijnheid van cement, buigstijfheid, betonsterkte, staalkwaliteit, traagheidsmomenten, weerstandsmomenten tegen buiging, …

Doelstellingen
Inzicht verwerven in de fysische en mechanische eigenschappen van materialen. Genormeerde proeven op adequate wijze kunnen uitvoeren. Integreren van oplossingstechnieken in functie van een gegeven probleemstelling.

Leerinhoud
1: Productie van een constructief element (groepswerk: 20%)
2: Labotesten (individueel: 30%)
3: Laboproeven (in principe groepswerk: 50%)
Trekproeven, buigproeven, beproeving van schaalmodellen, zeefproeven, bepaling van de specifieke oppervlakte van cement, bepaling van de elasticiteitsmodulus en de glijdingsmodulus van beton, beproeving van normaalmortels, aanmaken van beton, beproeving van een constructief element. Eventueel kan er als alternatief een specifieke onderzoeksopdracht opgegeven worden, indien de titularis dit noodzakelijk acht.

Begincompetenties
De algemene wiskundige rekenregels en oplossingstechnieken. De specifieke oplossingstechnieken uit de stabiliteit, betonbouw, metaalbouw en toegepaste wiskunde. De beproevingsmethoden van eerder geziene genormeerde proeven.
Er wordt van de studenten verwacht dat zij voorbereid naar het labo komen, dus begeleiding over de theorie en de normen is er op dat moment niet! Er is uiteraard begeleiding voor het correct gebruik van de beproevingsapparatuur.

Eindcompetenties
De student kan de genormeerde proeven op adequate wijze uitvoeren. De student verwerft inzicht in de mechanische eigenschappen van materialen en kan de resultaten van berekeningen en beproevingen interpreteren en relateren. De student kan een vooropgestelde planning volgen en weet de bijhorende deadlines te respecteren. De student kan de gepaste oplossingstechniek selecteren in functie van een gegeven bouwkundige probleemstelling en kan die naar behoren uitvoeren.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
De nodige normen liggen ter inzage in de bibliotheek.
Labo-reglement Onderzoekslabo Bouwkunde
Materiaalbeproeving – Rudi De Vierman, Ignaas Vandenbruwane
Betontechnologie (deel 4) - ir. J. Ritzen
Berekenen van gewapend beton in de grenstoestanden (deel 1 & 2) - ir. J; Ritzen - ir. R. Smet
De verschillende proefopstellingen in het labo bouwkunde.

Studiekosten
100 EUR

Studiebegeleiding
De student kan ter voorbereiding van het labo (daags voordien!) aan de titularissen inhoudelijke vragen stellen.
Tijdens het labo is er enkel begeleiding voor de bediening van de beproevingsmachines en de meetapparatuur,

Onderwijsvormen
Zelfstudie (boek betontechnologie), Labo’s

Evaluatievorm
Theorie (schriftelijk individueel examen) : 0%
Labo’s (permanente evaluatie): 100%
Samengesteld uit: Productie v/e constructief element (groepswerk) 20%, Labotesten (individueel werk) 30% & laboproeven (in principe groepswerk) 50 %
Bij de productie v/e constructief element worden de studenten beoordeeld op basis van hun inzet en op de kwaliteit van het afgewerkt product. De labotesten worden gequoteerd op basis van de correctheid van de antwoorden van de individuele studenten. Wat de laboproeven betreft, worden de studenten geëvalueerd op basis van hun voorkennis m.b.t. de betreffende laboproef, de uitvoering van de betreffende laboproef en op hun verslag van de uitgevoerde laboproef.
Wat de labotesten betreft: er worden geen punten gegeven voor een correcte werkwijze alleen. Enkel een correct resultaat met bijhorende werkwijze resulteert in een positieve deelquotatie.
Ongewettigde afwezigheden worden bij de evaluatie in rekening gebracht door een vaste waarde (per ongewettigde afwezigheid) af te trekken van het eindresultaat.

OP-leden
Rudi De Vierman, Ignaas Vandenbruwane