Trefwoorden Biochemie, Enzymologie, Biokatalyse
Doelstellingen De opgedane kennis over enzymtechnologie in derde bachelor (IBIWCH03K00011), wordt uitgebreid naar allerhande toepassingen van enzymen zoals gebruikt in de industrie. Er wordt aangetoond hoe biotechnologie kan bijdragen tot een verbetering van industriële processen (witte biotechnologie).
Leerinhoud In de oefeningen worden industrieel gebruikte processen en enzymatische analysetechnieken nagevolgd uit verschillende sectoren van de witte biotechnologie: o.a. processen zoals gebruikt bij de pulp- en papierproductie, de (dieren)voeding, detergent- en textielindustrie of de farmaceutische sector.
De oefeningen zijn een toepassing van (1) immobilisatietechnieken en een vergelijking van de eigenschappen van geïmmobiliseerde enzymen met deze van het vrije enzym (2) de transformatie van natuurlijke complexe moleculen en/of de productie van chirale moleculen (3) de productie van fijnchemicaliën en/of brandstof of (4) de constructie van een biosensor.
De verschillende projecten worden uitgevoerd in teamverband met een verantwoordelijke per deelonderwerp. De bekomen resultaten en conclusies van de proefopzet worden voorgesteld aan en besproken met de titularis en de medestudenten.
Begincompetenties De theoretische grondslagen van de organische chemie en de biochemie moeten gekend zijn (eindcompetenties 2de bachelor en 3de bachelor resp.).
Aan te raden:
- een goede praktijkvaardigheid en vaardigheden zoals dataverwerking en -analyse.
- theoretische kennis naar de praktijk kunnen vertalen.
- zelfstandig en kritisch kunnen selecteren van primaire bronnen en secundaire literatuur.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om industriële biochemische productieprocessen te ontwerpen en te bewaken (SC4, AIC3*) .
Onder meer:
In staat zijn om industriële processen en andere enzymtechnologieën na te volgen en te analyseren.
In staat zijn om de gestelde problematiek te overzien en om zelfstandig te beslissen welke analyses moeten uitgevoerd worden ter controle en ter optimalisatie van de proefopzet.
Inzicht hebben in de belangrijkste ontwikkelingen in het vakgebied en werkveld.
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om gevorderde biochemische kennis, disciplinaire biochemische technologische kennis en specifieke praktijkvaardigheden te verwerven (SC5, SC1, AWC1).
Onder meer:
Het hanteren van specifieke praktijkvaardigheid in het gebruik van dure en instabiele enzymen.
Het beschikken over en kunnen problematiseren van elementaire inzichten binnen de enzymologie.
Kerncompetentie 3:
In staat zijn om onderzoeksvaardigheden te beheersen om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek uit te voeren (SC6, AIC4*, AWC3*).
Onder meer:
In staat zijn om experimenten zelfstandig te plannen en uit te voeren op het niveau van een beginnend onderzoeker.
In staat zijn om kennis en inzichten uit een multidisciplinaire omgeving te gebruiken op een creatieve en originele wijze.
Algemene competentie 1:
In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken (AC2).
Onder meer:
In staat zijn om relevante maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen te betrekken bij onderzoek en in het eindoordeel.
Algemene competentie 2:
In staat zijn complexe problemen adequaat op te lossen (AC3*, AIC1*).
Onder meer:
In staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten toe te passen op complexe enzymtechnische problemen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Nota's van verschillende proefopzetten en diverse artikels zijn beschikbaar.
Studiekosten Nota's en artikels = max. € 3.
Studiebegeleiding Intense begeleiding tijdens de oefeningen.
Onderwijsvormen Laboratoriumoefeningen op kleine en halfgrote schaal.
Evaluatievorm Oefeningen / Labo's (permanente evaluatie; quotatie verslag en mondelinge rapportering) : 100 %
OP-leden Ingeborg Stals
Katleen Hoorelbeke
|
|