COMPUTERNETWERKEN II
 
Wordt gegeven in Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT - afstudeerrichting: ICT
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 36.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 170.0
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Veerle ONGENAE
Referentie IMIWEI01K00002
 
Trefwoorden
Netwerkprogrammatie, Client/Server-programmatie, Databanktoegang vanuit applicaties, XML-technologieën, P170, P175, T120

Doelstellingen
Netwerkprogrammatie: kunnen programmeren van een eenvoudige client-servertoepassing in een TCP/IP-omgeving met behulp van het socket-paradigma.
De basisprincipes van databanktoegang vanuit applicaties kennen en kunnen toepassen in Java en C#, gebruik makend van de JDBC en ADO.NET-bibliotheken.
Het kennen en gebruiken van de belangrijkste XML-technologieën. Kunnen beoordelen in welke situaties welke technologie aangewezen is.

Leerinhoud
Netwerkprogrammatie:

• Programmeren in een UNIX-omgeving.
• TCP-netwerkprogrammatie met behulp van inetd.
• TCP-netwerkprogrammatie met behulp van sockets in C++ (clients en servers).
• Programmeren van blocking, non-blocking en signal driven IO modellen.
• IPC: threads, processen, signalen, pijpen, rpc's en semaforen.
• Gebruik van de TCP-sockets in Java en C#

Databanktoegang vanuit applicaties
• JDBC
• ADO.NET

XML
• XML en namespaces
• DTD en XML schema
• XSL, XSLT en XPath
• andere XML-technologieën zoals XLink, XPointer, XQuery, XForms, ...
• DOM en SAX
• Gebruik van XML

Begincompetenties
Eindcompetenties verworven in Computernetwerken I, Objectgericht Programmeren en Ontwerp, Gegevensbanken (eventueel samen te volgen).

Eindcompetenties
Kerncompetentie 1:
In staat zijn om principes van softwareontwerp toe te passen met het oog op productie, onderhoud en kwaliteit. (SC1)
Onder meer:
- In staat zijn om blijvend kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren. (AC1)
- In staat zijn om een grote programmeeropdracht te analyseren en goed gestructureerd op te lossen.

Kerncompetentie 2:
In staat zijn om verschillende vormen van hedendaagse programmeertechnieken, -omgevingen en -talen in theorie te kunnen verwerven en die vlot in de praktijk te kunnen toepassen. (SC2)
Onder meer:
- In staat zijn om externe informatie (bv. artikels op internet, tutorials, API-documenten, ...) te begrijpen en toe te passen bij de oplossing van een opdracht (AC2, AWC1)
- In staat zijn om de theoretische modellen uit de theorie zelfstandig toe te passen in een labo-opdracht (AIC1)
- In staat zijn om databanken op te zetten en ze via SQL-opdrachten te bevragen (SC6)
- In staat zijn om de datalaag voor een applicatie op te stellen en te implementeren in Java en C# gebruik makend van de JDBC en ADO.NET-bibliotheken.
- In staat zijn om in te schatten wanneer het nuttig is om XML-technologie toe te passen en welke technologie in welke situatie.
- In staat zijn om een XML-schema, een DTD, een XSLT op te stellen.
- In staat zijn om een java-applicatie te ontwikkelen die gebruik maakt van XML-documenten.

Kerncompetentie 3:
In staat zijn om een client/server-applicatie te ontwerpen en te implementeren in Java, C++ en C#. (SC4)
Onder meer:
In staat zijn om relevante bestaande en nieuwe technologieën en/of theorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)

Algemene competentie 1:
In staat zijn om inzichtelijke verbanden te leggen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines om technische problemen en processen te begrijpen. (AIC3)

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabi, aangevuld met het presentatiemateriaal (slides en voorbeeldtoepassingen) dat gebruikt wordt tijdens de hoorcolleges, tutorials op internet.

Studiekosten
€ 9

Studiebegeleiding
Docenten zijn ter beschikking voor extra uitleg tijdens de labo's, voor of na de theorielessen en eventueel op andere ogenblikken na afspraak.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges, labo-oefeningen in computerlokaal .

Evaluatievorm
Theorie: 50% (mondelinge examens)
Oefeningen/Labo's: 50% (schriftelijke testen, labo-opdrachten, project, groepsopdrachten)

De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.

OP-leden
Veerle Ongenae , Joachim Van Meirvenne, andere leden Vakgroep Informatica