STUDIUM GENERALE
 
Wordt gegeven in Master in de industriële wetenschappen: informatica
Hoorcollege [A] 10.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 65.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Guy FOUBERT
Referentie IMIWIT01K00007
 
Trefwoorden
Studium Generale; Interdisciplinariteit; Kritische Cultuurstudie

Doelstellingen
Het Studium Generale van de Hogeschool Gent neemt de taak op zich een bijkomend studiepakket aan te bieden. Het wil een informatief pakket actuele kennisoverdracht organiseren vanuit een interdisciplinaire benadering. Hierbij staat problematisering en kritische bevraging van actuele kennisgebieden in brede zin voorop.
De lezingenreeks die het Studium jaarlijks aanbiedt, wil participanten van alle departementen stimuleren tot reflectie over vragen waarmee alle vakgebieden geconfronteerd worden. Dat betekent dat interdisciplinariteit een eerste vereiste is.
Een tweede vereiste wordt gevormd door de maatschappelijke relevantie van actuele problematisering.
Het Studium Generale is bedoeld als aanvulling op de bestaande onderwijspakketten.
Vanuit een kritiek van onze hedendaagse cultuur en samenleving zullen verbanden tussen de studiegebieden worden gesmeed die in het gewone pakket afwezig blijven.Vanuit die gedachte zet het Studium zelf een tweedelige reeks lezingen op, waaraan eventueel een waaier aan manifestaties kan worden gekoppeld (debatten, culturele avonden, workshops behoren tot de mogelijkheden).

Leerinhoud
Geheugen en vergeten
Het studium generale van de Hogeschool Gent zal zich het volgende academiejaar buigen over de paradoxale werking van geheugen en vergeten voor de huidige wereld. Nooit eerder heeft een samenleving over meer technische dragers beschikt om kennis vast te houden, te archiveren, te structureren en dus ook kritisch door te lichten en te hiërarchiseren.
Door de pijlsnelle opkomst van internet is kennis meer dan ooit democratisch toegankelijk geworden. Tegelijk evolueren de dragers zo snel, dat vele recente opslagmedia inmiddels niet meer toegankelijk zijn (denken we aan de zogenaamde floppies die inmiddels antiquarisch geworden zijn), zodat er onophoudelijk moet ‘overgepompt’ worden.
In vergelijking met de opslagproblemen van klassieke papieren bibliotheken, zouden de hedendaagse technologische databanken wel eens hermetischer kunnen blijken te zijn voor generaties na ons.
Bovendien zal door e-mail, sms, elektronische agenda’s edm het natrekken van correspondenties, contacten, het tot stand komen van cognitieve processen en zelfs besluitvorming, moeilijk tot onmogelijk na te trekken of te onderzoeken zijn. Terwijl controle op de korte baan alomvattend is (bewakingscamera’s, datafiles sms etc) zal bewaren van informatie die vroeger op papier werd opgeslagen (cf. de befaamde archieven van FBI, KGB, Stasi etc) op lange termijn onhoudbaar blijken. Dit zal de essentie van het historisch onderzoek ongetwijfeld drastisch wijzigen.
Ook blijkt het massale opslaan en toegankelijk maken van het collectieve geheugen slechts voor een minderheid kritische meerwaarde te bezitten; het toenemen van historisch besef en kritische inventarisatie gaat niet hand in hand met de toename aan inzicht. (Uit een recente peiling bleek dat een kleine helft van de Franse bevolking inmiddels weer denkt dat de zon om de aarde draait).
Een volgend punt betreft het individuele geheugen. Een reflectie over de neurofysiologische werking van de hersenen mag hier niet ontbreken. Liggen herinneringen vast als statisch materiaal dat we kunnen oproepen, of is herinnering een dynamisch, altijd weer aanmaken van verbindingen die nooit vastliggen, die onophoudelijk veranderen? De vroegere wetenschap zag geheugen als een databank; de huidige als een onvoorspelbare creatieve act.
Deze problematiek levert ons op nagenoeg alle domeinen van het geheugen dezelfde ambivalenties op, die wij graag tegen het licht willen houden. Wat ons interesseert is hoe een archivaris, een neurofysioloog, een medicus, een historicus, een psycholoog of een socioloog met deze dubbelheid van onze visies op het geheugen omgaan.

Begincompetenties
Het Studium zal zo worden opgevat dat studenten vanuit alle richtingen makkelijk kunnen instappen. Vereiste is de modale culturele achtergrond die van een student hoger onderwijs redelijkerwijs mag verwacht worden.
De nadruk zal tevens gelegd worden op bijkomende actuele informatiegaring door de participanten. Omdat de thema's van het Studium Generale telkens breed, actueel en kritisch zullen worden opgevat, zal de participant worden uitgenodigd zelf zijn spin offs te profileren via bibliotheken, andere manifestaties, internet, pers en media.

Eindcompetenties
Het schrijven van een paper, die ofwel een kritisch verslag met commentaar bevat, of op een andere wijze creatief reageert op het aangeboden debat.
Ingesteldheid tot levenslang leren.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Modale uitrusting voor lezingen: microfoons, overhead, beamer, slides, laptop, video.
Het Studium beschikt over een eigen internetsite (www.hogent.be/studiumgenerale)

Studiekosten
In principe geen extra kosten, behalve eventuele verplaatsingen en documentatie. Eventuele tussenkomst per departement te bepalen.

Studiebegeleiding
De ankerpersoon kan zelf studenten bijkomend advies geven tijdens de reeksen, of dat delegeren aan derden binnen zijn departement (bij voorkeur OP-leden die ook optreden als lector van de papers, zie: evaluatie).

Onderwijsvormen
Twee reeksen van vijf lezingen in het eerste en tweede semester (streefdatum resp. tussen begin november en eind december, en tussen midden februari en eind april), te houden door externe sprekers uit die specifieke velden, eventueel vergezeld van een co-referaat en gevolgd door een debat. De lezingen zullen een accumulatief karakter hebben. Het staat de departementen vrij hun studenten te laten inschrijven voor de najaars- of de voorjaarsreeks, of voor een combinatie van beide.

Evaluatievorm
Het studium generale organiseert één jaarlijkse examenzittijd in de maand mei, en een tweede zittijd in de maand september.

1ste examenzittijd:
De student zal worden gevraagd een paper te schrijven waarin hij/zij getuigt van aanwezigheid op minstens vijf lezingen (eventueel te combineren uit de twee aangeboden reeksen), van kritisch inzicht in de geboden materie, reflectie vanuit het eigen werkveld, consistent commentaar en creatieve documentatie.
Elementen die in de evaluatie een rol spelen zijn onder meer:
o de concrete tekststructuur (grammaticaal en syntactisch)
o de argumentatie die wordt uitgebouwd
o de manier waarop een dergelijke tekst in de geboden context van de lezingen functioneert
o de culturele context waarin de besproken tekst thuishoort, dus met decodering van het perspectief of de strategie die in de tekst aan bod komt.
Omvang van de paper: tussen 10 en 15 pagina's tekst in correct Nederlands.

2de examenzittijd:
Herwerken van de paper tot een voor de examencommissie van het studium generale aanvaardbaar niveau.

De stuurgroep maakt jaarlijks bij de mededeling van de agenda ook de uiterste indieningsdata voor eerste en tweede zittijd bekend.
De beoordelingscommissie bestaat per student uit minstens 3 leden van verschillende departementen, waaronder minstens één lid van het departement van de betrokken student (elke paper wordt dus door drie OP-leden gelezen). De commissieleden lezen de verhandelingen en komen bijeen om hun beoordelingen op elkaar af te stemmen en vast te leggen in een definitieve score. De beoordeling wordt uitgedrukt in een geheel examencijfer op een totaal van 20 punten conform artikel 48 van de A.O.R.

Omvang van het opleidingsonderdeel
75 uren, waarvan 5 x 3 voor de lezingen, gevolgd door 5 x 2 voor debat en discussie.
50 uur voor documentatie, verdieping en studie en het schrijven van de paper.

OP-leden
De ankerpersonen van de respectieve departementen, die tevens zetelen in de stuurgroep van het Studium Generale.
Bij de beoordeling van de papers: eventueel bijkomende lectoren die door de ankerpersoon in zijn eigen departement worden aangezocht.