STEDELIJKE EN REGIONALE ECONOMIE
 
Wordt gegeven in Master in stedenbouw
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 85.0
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Pascal DE DECKER
Referentie IMSTED01A00006
 
Trefwoorden
Economie, ruimte, ruimtelijke economie, regionale ontwikkeling, locatietheorie, relatie economische ontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling

Doelstellingen
Introductie in basisbegrippen; overzicht van de voornaamste theorieën; inzicht verwerven in het ontstaan, het voortbestaan en het veranderen van de ruimtelijk-economische opbouw van steden en regio’s; inzicht in actuele economische dynamiek en de ruimtelijke gevolgen ervan.

Leerinhoud
Zit ik wel op de juiste locatie is een vraag die menig ondernemer zich stelt?
Zit ik wel dicht genoeg op de markt om op tijd in te kunnen spelen op de voortdurend veranderende wensen van mijn klanten?
En waarom besluit juist mijn concurrent om het volledige productieproces over te plaatsen naar pakweg Polen?
Kan ik het me eigenlijk wel permitteren om met mijn high-tech bedrijf geen vestiging in een daarvoor gespecialiseerde regio hebben?

Het zijn deze en daarmee gerelateerde vragen van overheden op het ruimtelijke gedrag die in de cursus centraal staan. Overheden vragen zich bijvoorbeeld zich bijvoorbeeld af hoe ze hun stad/regio/land concurrentieel kunnen houden. Moet je elke onderneming binnen halen? Of is er sprake van een optimale mix waarbij het ene bedrijf het andere stimuleert?
De cursus probeert aan de hand van economisch-geografische theorieën inzicht te bieden in de wijze waarop ondernemingen en overheden handelen. Daartoe worden de theorieën nadrukkelijk in verband gebracht met de hoofdstromingen in de economie.
Komen aan bod:
- de relatie economie en ruimte,
- de relatie tussen bedrijven en de regio waarin ze gevestigd zijn,
- locatietheorieën met een zoektocht naar de juiste plek voor een bepaald bedrijf,
- ouden en nieuwe regionale groeitheorieën,
- hedendaagse lokalisatiefactoren,
- het regionaal economische beleid,
- het stedelijk beleid.

Naast de studie van de theorieën van de ruimtelijke economie worden afhankelijk van de actualiteit ook enkele hedendaagse vraagstukken behandeld. Deze worden opgehangen aan een oefening. De studenten worden gevraagd om voor één bedrijf de lokalisatiegeschiedenis te bestuderen. Aan de hand van een presentatie worden de cases verder geanalyseerd.

Begincompetenties
De studenten hebben een interesse voor de ruimtelijke aspecten van de economie.

Eindcompetenties
Kennis: de studenten zijn vertrouwd met de basisbegrippen, de verschillende stromingen en voornaamste auteurs van de ruimtelijke economie.
Inzicht: de studenten kunnen locatiekeuzen en regionaal-economische processen begrijpen en kunnen de vertaalslag naar toekomstige opdrachtgevers maken.
Vaardigheden: studenten kunnen informatie uit het werkveld, van gastsprekers en uit de actieve omgang met organisaties verwerken in een heldere nota en deze koppelen aan inzichten uit de cursus.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Boek aangevuld met door de docent verzamelde teksten.
Boek: Atzema, O., e.a. (2002): Ruimtelijke Economische Dynamiek. Kijk op bedrijfslocatie en regionale ontwikkeling, Uitgeverij Coutinho, Bussem.

Studiekosten
Richtprijs: 25 à 50€

Studiebegeleiding
Op vraag van de student.

Onderwijsvormen
Bestaat uit:
(E) klassieke hoorcolleges vormen de basis.
(F) colleges in de vorm van workshops waarvoor de studenten op voorhand met een bedrijf over haar locatiegeschiedenis en –problemen zijn gaan praten.
(G) (ad hoc) excursie door stad en dorp.
(H) (ad hoc) videomateriaal.


Evaluatievorm
Schriftelijk examen.

De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.

OP-leden
Pascal DE DECKER