Trefwoorden Stage, kleuteronderwijs, observatie, lerarenopleiding, lerarenvorming, didactiek, pedagogiek, klasmanagement
Doelstellingen - het werkveld (kleuters-leerkracht-klas-school) gericht observeren;
- zichzelf zowel mondeling als schriftelijk duidelijk en correct kunnen uitdrukken;
- de regels en administratieve verplichtingen nauwgezet naleven;
- zich discreet opstellen t.a.v. verkregen informatie;
- duidelijk de doelstellingen en de organisatie van de stages kunnen toelichten;
- de stage-ervaringen duidelijk, goed gestructureerd en verzorgd in een verslag kunnen weergeven;
- kunnen samenwerken met de stagepartner en mentor;
- een positieve attitude aannemen t.o.v. alle betrokkenen op de stageschool;
- blijk geven van verantwoordelijkheidszin;
- voorbeeldgedrag vertonen;
- de kinderen positief benaderen;
- rekening houden met raadgevingen;
- (zelf)kritisch zijn;
- informeert zich over de regels en de afspraken die gelden op de stageschool en LERA, en leeft die na.
Leerinhoud observatiestage: globale verkenning van het werkveld via observatie in de drie kleuterniveaus
Begincompetenties - de eindtermen van het secundair onderwijs, inzonderheid:
- informatie kunnen opzoeken, kunnen structureren, ordelijk kunnen werken, zich mondeling en schriftelijk behoorlijk kunnen uitdrukken
- attitudes: verantwoordelijkheidszin, relationele gerichtheid, creativiteit en kritische zin
Eindcompetenties Verwijzend naar de decretaal vastgelegde Basiscompetenties voor ‘de Bachelor in Onderwijs: kleuter onderwijs’ wordt voornamelijk gewerkt aan:
Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vaardigheid 1.2: doelstellingen kunnen kiezen en formuleren. (1.2.1, 1.2.3, 1.2.4, 1.2.5)
Kennis van: de eindtermen/ontwikkelingsdoelen, de technieken van het formuleren en eenvoudig klasseren van doelstellingen.
Vaardigheid 1.3: Leerinhouden kunnen selecteren.
Vaardigheid 1.4: Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in opdrachten.
Kennis van vormen van ordening van leerinhouden.
Vaardigheid 1.5 : Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm kunnen kiezen. (1.5.1, 1.5.2)
Kennis van diverse werkvormen en combinaties ervan waarbij rekening wordt gehouden met een gedifferentieerde aanpak en met een kritisch gebruik van multimediale mogelijkheden.
Vaardigheid 1.6 : Onderwijs - en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen .(1.6.1, 1.6.3)
Kennis van bronnen om geschikte leermiddelen te vinden en criteria om leermiddelen te beoordelen.
Vaardigheid 1.7 : Een krachtige leeromgeving creëren.
Kennis van kenmerken van een adequate en motiverende leeromgeving.
Vaardigheid 1.9 : Kunnen observeren, proces en product kunnen evalueren met het oog op bijsturing en remediëring. (1.9.7)
Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder
Vaardigheid 2.1: In overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school. (2.1.1)
Vaardigheid 2.3: Attitudes bij kinderen nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie.
Kennis van: De eindtermen, het pedagogisch project, het schoolwerkplan. De verschijningsvormen van het verborgen leerplan
Vaardigheid 2.4: Inspelen op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen.(2.4.3)
Kennis van informatiebronnen in verband met de maatschappelijke dimensie.
Functioneel geheel 4: de leraar als organisator
Vaardigheid 4.1 Een gestructureerd werkklimaat bevorderen .
Kennis van klasmanagment.
Vaardigheid 4.4: Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen. (4.4.2)
Functioneel geheel 5: de leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
Vaardigheid 5.1: Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
Kennis van: Actuele visies en trends inzake onderwijs en de eigen didactische praktijk
Functioneel geheel 7: de leraar als lid van een schoolteam
Vaardigheid 7.1: Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam .(7.1.1)
Vaardigheid 7.2: In team een taakverdeling opstellen en die naleven. (7.2.1, 7.2.2)
Vaardigheid 7.3: Het eigen pedagogisch en didactisch handelen bespreekbaar maken in teamverband. (7.3.1, 7.3.2, 7.3.3)
Attitudes: A1 beslissingsvermogen, A2 relationele gerichtheid, A3 kritische ingesteldheid, A4 leergierigheid, A5 organisatievermogen, A6 zin voor samenwerking, A7 verantwoordelijkheidszin, A8 creatieve gerichtheid, A9 flexibiliteit, A10 gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus, eigen nota's, map met eindtermen en de GOK-brochure.
Studiekosten Verplaatsing naar de hospiteerscholen.
Didactisch materiaal voor het begeleiden van speelleeractiviteiten. € 25
Studiebegeleiding Begeleiding mogelijk na afspraak met de betrokken lectoren.
Onderwijsvormen Participerende observaties.
observatiestage.
Evaluatievorm Diploma- en Creditcontract:
Eerste zittijd:
100% permanente evaluatie.
Permanente evaluatie op basis van het pedagogisch dossier.
De volgende hoofdcriteria zijn richtingaangevend:
- attitudes tijdens de stagevoorbereidende activiteiten en tijdens de stages zelf
- voorbereidend werk
- uitvoering van de stage-opdrachten
- communicatie
- verslaggeving
- evolutie
Tweede zittijd niet mogelijk.
Examencontract:
Inschrijven voor een examencontract kan enkel mits een bijkomende inschrijving met een diplomacontract.
OP-leden Emmie VAN MALDEREN, Sofie VAN DER PLUYM
|
|