Trefwoorden Taal, Nederlands, didactiek, voorbereiding speelleeractiviteiten
Doelstellingen - studenten kunnen een figuur correct manipuleren
- studenten kunnen een kleutergericht scenario schrijven
- studenten kunnen voor de behandelde activiteiten (zie leerinhoud) de didactische beginsituatie achterhalen
-studenten kunnen voor de behandelde taalactiviteiten (zie leerinhoud) doelstellingen kiezen en formuleren
- studenten kunnen de behandelde activiteiten (zie leerinhoud) op een correcte en pedagogisch-didactisch verantwoorde manier uitvoeren
- kenmerken van communicatie met kleuters
- didactische beginsituaties van het vertellen en voorlezen, het figurentheater en de ervaringsactiviteit
- doelstellingen van het vertellen en voorlezen, het figurentheater en de ervaringsactiviteit
- kenmerken van voor kleuters geschikte verhalen
- didactiek van het vertellen en voorlezen, het figurentheater en de ervaringsactiviteit
- theorie van het begripsverwervingsproces bij kinderen toepassen
- gerichtheid op correct mondeling en schriftelijk taalgebruik
- gerichtheid op variatie in intonatie, volume, mimiek en lichaamshouding
- gerichtheid op communicatie met kleuters
Leerinhoud - de spelling van het Nederlands;
- schriftelijke taalvaardigheid
- taalzuivering
- uitspraakleer van het Nederlands;
- taaldidactiek: - hoofddoelstelling: het communicatieproces in de kleuterklas
- kinderliteratuur: doelstellingen van het vertellen en het voorlezen; soorten verhalen; soorten prentenboeken; de verhaalanalyse; vertelvormen in de kleuterklas (met concreet materieel, met tweedimensionaal materieel, zonder materieel, voorleesvormen), de methodiek van het vertellen en het voorlezen
- figurentheater: doelstellingen, het scenario, soorten figurentheater en figuren, het decor, manipulatietechnieken, het pantomimespel met figuren
- de ervaringsactiviteit: doelstellingen, inhoud, methodiek, de begripsverwerving
Begincompetenties Eindtermen secundair onderwijs
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Communicatievaardigheden 1
Eindcompetenties Verwijzend naar het decretaal vastgelegde opleidingsprofiel voor de ‘Bachelor in het onderwijs: kleuter onderwijs’, wordt gewerkt aan volgende basiscompetenties:
- Attitude 10:
-in de mondelinge en schriftelijke communicatie met kinderen, ouders, leden van het schoolteam en externen hanteren de studenten een correct taalgebruik en hebben zij aandacht voor het belang van non-verbale communicatie;
- FG 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1.: de beginsituatie van de kinderen en de groep achterhalen
1.2.: doelstellingen kunnen kiezen en formuleren (1.2.1.)
1.5.: een aangepaste werkvorm en groeperingsvorm bepalen (1.5.1. en 1.5.2.)
- FG 3: de leraar als inhoudelijk expert
3.1.: basiskennis beheersen en recente evoluties i.v.m. inhouden en vaardigheden uit de ontwikkelingsgebieden in het kleuteronderwijs volgen (3.1.1.)
3.2.: toepassen van de verworven kennis en vaardigheden in de didactische aanpak
Een gedetailleerde lijst van de basiscompetenties en attitudes is te vinden in de syllabus.
Studenten kunnen voor de behandelde taalactiviteiten (zie leerinhoud) de didactische beginsituatie achterhalen, doelstellingen kiezen en correct formuleren, de opbouw correct formuleren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: - cursus taaldidactiek,
- Dokeos, digitale leeromgeving
Studiekosten 25 euro
Studiebegeleiding Extra oefeningen en uitleg op individuele aanvraag
Onderwijsvormen Onderwijs - leergesprek, evaluatiegesprek, groepsdiscussie, praktische oefeningen in de klas en de kleuterschool en zelfstandig werk
Evaluatievorm
Diploma- en creditcontract:
Eerste zittijd:
- examen 100 %
Tweede zittijd:
- examen 100 %
Examencontract:
Eerste zittijd:
- examen 100 %
Tweede zittijd:
- examen 100 %
OP-leden Donald HENDRICKX, Cathelyne Dyserinck
|
|