Trefwoorden Nederlands, Frans, schrift, basisonderwijs, didactiek, taalzuiverheid, taalbeheersing, voorlezen, spelling, zin- en woordleer, visie op taal en taalonderwijs.
Doelstellingen Een gedetailleerde lijst met doelstellingen is terug te vinden in de syllabi van de verschillende onderdelen.
Deel 1: Nederlands
- reflecteren over taalgebruik en belangrijke taalfouten verbeteren
- zich schriftelijk en mondeling correct uitdrukken en het belang inzien van correct taalgebruik in de basisschool
- inzicht verwerven in de uitspraakleer van het Nederlands
- kennis verwerven van de visie op taal en taalonderwijs zoals die geformuleerd staat in de leerplannen van GO! en OVSG
- expressief voorlezen aan lagereschoolkinderen
- inzicht verwerven in de dicactiek van het expressief lezen
- kennis maken met het kinder- en jeugdliteratuurlandschap
- een les Nederlands op video analyseren en kritisch bespreken
- inoefenen van volgende schrijfmethodes: Script, Schrijfdoor, Broeder-Schneider,
dit zowel op het blad als aan het bord
Deel 2: Frans
- eenvoudig maar foutloos Frans spreken
- een lesopbouw analyseren en didactische lijnen afleiden uit demonstratielessen
- uitleggen hoe met kinderen in eenvoudig Frans wordt omgegaan
- het belang van concrete vraagstelling en vakoverschrijdend werken uitleggen
- verschillende lesstrategieën herkennen en de waarde ervan inschatten
- een lesopbouw analyseren
- didactische lijnen afleiden uit demonstratielessen
Leerinhoud Deel 1: Nederlands
- taalbeheersing: theorie, oefeningen
- visie op taal en taalonderwijs: leerplannen GO! en OVSG
- uitspraakleer: de spraakorganen en klanken
- voorlezen en expressief lezen
- didactiek taalbeschouwing
- schrift (cursus kalligrafie): volgende schrijfmethodes: Script,
Schrijfdoor, Broeder-Schneider
Deel 2: Frans
- spreekvaardigheid en taalzuivering
- didactiek en methodiek
- basiswoordenschat
Begincompetenties Eindtermen secundair onderwijs.
Eindcompetenties De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (zie hoger).
Verwijzend naar de decretaal vastgelegde basiscompetenties voor de ‘Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs’, wordt voornamelijk gewerkt aan volgende basiscompetenties:
Deel 1: Nederlands
* FG1 – De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- 1.2 Doelstellingen kunnen kiezen en formuleren (1.2.3)
- 1.3 Leerinhouden kunnen selecteren
- 1.4 Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in opdrachten
- 1.5 Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen kunnen kiezen (1.5.1, 1.5.2)
- 1.6 Onderwijs- en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen
- 1.7 Realiseren van een adequate leeromgeving
* FG2 – De leraar als opvoeder
2.2 De emancipatie van kinderen bevorderen (2.2.3)
2.3 Attitudes bij kinderen nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie (2.3.2)
2.6 Het fysiek welzijn van de kinderen bevorderen (2.6.1)
* FG3 – De leraar als inhoudelijk expert
- 3.1 Basiskennis beheersen en actualiseren
- 3.2 Toepassen van kennis en vaardigheden in de didactische aanpak
* FG5 – De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker
- 5.3 Het eigen functioneren kunnen bevragen en bijsturen
* FG10 – De leraar als cultuurparticipant
Voorts beogen we volgende attitudes:
Beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, zin voor samenwerking, creatieve gerichtheid en gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie
Deel 2: Frans
* FG 1 - De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- 1.6 Onderwijs- en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen
- 1.7 Een krachtige leeromgeving creëren
- 1.8 Observatie en evaluatie kunnen voorbereiden
*FG 2 - De leraar als opvoeder
- 2.1 In overleg een positief leerklimaat creëren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school
*FG 3 - de leraar als inhoudelijk expert
- 3.2 Toepassen van de verworven kennis en vaardigheden in de didactische aanpak
*FG 5 - De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker
- 5.1 Vernieuwende elementen aanbrengen en aanwenden
- 5.2 Kennisnemen van resultaten van onderzoek
- 5.3 Het eigen functioneren kunnen bevragen en bijsturen
*FG 7 - De leraar als lid van een schoolteam
- 7.3 Het eigen pedagogisch en didactisch handelen bespreekbaar maken in teamverband
*FG 10 - De leraar als cultuurparticipant
- 10.4 Stimuleert kinderen om actuele thema’s en ontwikkelingen te volgen en kritisch te benaderen
Voorts beogen we volgende attitudes:
Beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin, creatieve gerichtheid, flexibiliteit en gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Deel 1: Nederlands
Syllabus Nederlands en schrift; eigen notities; leerplannen; Woordenlijst der Nederlandse taal; handboek taaldidactiek voor het basisonderwijs.
De syllabus bevat een lijst met aanbevolen naslagwerken en didactische hulpmiddelen.
Deel 2: Frans
Syllabus; eigen notities; jeugdliteratuur (Prévert, Ionesco, Topor, e.a.)
Studiekosten Deel 1: Nederlands
Leermaterialen ca. 90 euro
Deel 2: Frans
Leermaterialen ca. 10 euro
Studiebegeleiding Monitoraat wordt georganiseerd.
Voorts begeleiding mogelijk na afspraak met de betrokken lectoren.
Onderwijsvormen Deel 1: Nederlands
Interactieve lessen, uiteenzettingen, groepswerk, partnerwerk, individuele opdrachten, bespreking video- en demonstratielessen.
Pedagogisch/Didactische Oefeningen in kleine groepen.
Begeleid zelfstandig leren.
Deel 2: Frans
Demonstratielessen gekoppeld aan evaluerende gesprekken, gestuurd groepswerk.
Pedagogisch/Didactische Oefeningen in kleine groepen.
Begeleid zelfstandig leren.
Evaluatievorm Diplomacontract en creditcontract:
Verplichte aanwezigheid op de Pedagogisch/Didactische Oefeningen. Onwettige afwezigheid resulteert in de beoordeling “afwezig” voor het opleidingsonderdeel “Stage I”. Bij gewettigde afwezigheid dient de student een inhaalopdracht te volbrengen.
Deel 1: Nederlands (2/3 van de cluster)
- Eerste zittijd: schriftelijk examen (95%) en permanente evaluatie (5%)
- Tweede zittijd: schriftelijk examen (95%), de punten voor permanente evaluatie (5%) worden overgenomen uit eerste zittijd
Deel 2: Frans (1/3 van de cluster)
- Eerste zittijd: schriftelijk examen (50%) en permanente evaluatie (50%)
- Tweede zittijd: schriftelijk examen (50%) en vervangende taak ipv permanente evaluatie (50%)
Als de student 10/20 behaalt voor een onderdeel van de cluster, moet hij dit niet hernemen tijdens de tweede zittijd.
Bij een examencijfer van 7/20 of minder op een van beide onderdelen wordt als eindquotatie het laagste deelcijfer voor het volledige opleidingsonderdeel toegekend.
Examencontract:
Deel 1: Nederlands (2/3 van de cluster)
- Eerste zittijd: schriftelijk examen (100%)
- Tweede zittijd: schriftelijk examen (100%)
Deel 2: Frans (1/3 van de cluster)
- Eerste zittijd: schriftelijk examen (50%) en taak (50%)
- Tweede zittijd: schriftelijk examen (50%) en taak (50%)
Als de student 10/20 behaalt voor een onderdeel van de cluster, moet hij dit niet hernemen tijdens de tweede zittijd.
Bij een examencijfer van 7/20 of minder op een van beide onderdelen wordt als eindquotatie het laagste deelcijfer voor het volledige opleidingsonderdeel toegekend.
OP-leden Kristel Detollenaere
Barber Bossuyt
Hedwig Van Haecke
|
|