Trefwoorden Cultuurfilosofische begeleiding
Doelstellingen Volgens het opleidingsprofiel dient de leerkracht zich te profileren als cultuurparticipant (functioneel geheel 10). Studium Generale heeft geen toegang tot het reguliere weekprogramma binnen de lerarenopleiding. Studenten worden aktief gestimuleerd om zelfstandig volgende doelstellingen te bereiken:
1.Studenten kunnen zich op de hoogte stellen van actualiteiten en ontwikkelingen i.v.m. het levensbeschouwelijk domein, het cultureel-esthetische domein, het cultureel- wetenschappelijke domein (10.1.1)
Zij kunnen informatie opzoeken via een verscheidenheid aan informatiebronnen omtrent diverse cultuurhuizen en culturele activiteiten.
2.Studenten kunnen op zelfstandige wijze participeren aan een zo breed mogelijk maatschappelijk cultureel gebeuren (10.1.5).
Zij nemen deel aan minimum 10 activiteiten.
Een grote diversiteit op zowel logistiek (kleine t.o.v. grote initiatieven) als inhoudelijk vlak (theaterbezoeken, tentoonstellingen, podiumproducties, stadsrondleidingen, ...hedendaags t.o.v. historisch..., uit diverse bovengenoemde gebieden) en naar doelgroepen en subculturen toe wordt nagestreefd.
Zij leren zelf de verantwoordelijkheid opnemen door zelfstandig te plannen en keuzes te maken.
Zij leren deel te nemen aan diverse subculturen zowel passief (kijken, beleven, ervaren) als aktief (meedoen) en streven zo verbreding en verdieping na.
3.Studenten kunnen informatie opzoeken over de betreffende activiteiten via diverse kanalen (krant, magazines, internet, ...).
Zij kunnen de recensies over de ervaren evenementen binnen de bovengenoemde thema’s en ontwikkelingen kritisch benaderen. (10.1.2)
4.Studenten kunnen een portfolio samenstellen op een creatieve wijze. Deze omvat bewijsmateriaal, aankondigingsfolder en recensies van minimum 10 ervaren evenementen uit de bovengenoemde domeinen. Indien zij meerdere evenementen gevolgd hebben wordt een selectie van maximum 20 activiteiten opgenomen in de portfolio.
5.Studenten kunnen de beleefde culturele evenementen kritisch bespreken met behulp van de gegevens uit de portfolio.
6.Studenten kunnen informatie uit bovengenoemde domeinen selecteren vanuit en koppelend aan hun onderwijsactiviteit. Zij kunnen de geselecteerde informatie verwerken in hun pedagogisch en didactisch handelen (10.1.3) Binnen Studium Generale is hier niet echt de ruimte voorzien. De zelfstandige participatie aan het maatschappelijk-culturele gebeuren kan wel aanleiding en aanvulling zijn tot verwerking in andere opleidingsonderdelen.
Dit opleidingsonderdeel beoogt het verder ontwikkelen van volgende attitudes: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10.
Leerinhoud Een zo breed mogelijke waaier van culturele activiteiten:
Film, podiumproducties (dans, theater, video,...), musea, stadsrondleidingen, muziekoptredens, workshops, e.a.
Voor diverse doelgroepen:
zichzelf, hun onderwijsdoelgroep als toekomstig leerkracht, alle leeftijden, jongerenculturen, kansarmen, allochtonen, personen met een handicap, enz.
Begincompetenties
Zie eindtermen Secundair Onderwijs.
Eindcompetenties Zie de verschillende competenties die verbonden worden met het opleidingsprofiel van de lerarenopleiding waarin de leraar als cultuurparticipant expliciet wordt geformuleerd (functioneel geheel 10). De overige vaardigheden en attitudes kleuren die “cultuurparticipant” verder in en zijn zeker belangrijk.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Passende media (cultuurmagazines, kranten, tijdschriften, internet,...)
Studiekosten Deze zijn afhankelijk van de bijgewoonde manifestaties/activiteiten omdat de gekozen culturele evenementen vrij toegankelijk zijn of een betalingstarief kennen.
Cultuurcheques kunnen door de studentenvoorziening Sovoreg worden aangeboden. Surf daarvoor naar: www.sovoreg.hogent.be/cultuur
Studiebegeleiding Er zijn geen klassikale contacturen voorzien. Wel worden individuele consultmomenten aangeboden op afspraak. Deze worden aangevraagd via elektronische weg.
Van de studenten wordt verwacht dat ze zelfstandig via mail of via consult informatie inwinnen bij de verantwoordelijke lector. Dit impliceert zelfsturend gedrag en begeleiding op afstand.
Van de studenten wordt tevens verwacht dat ze bestaande informatiebronnen leren opzoeken en exploreren, dat ze bestaande instanties leren aanspreken (voor info, reservering, betaling, e.d.), dat ze volledig op zelfstandige basis bestaande culturele evenementen leren bezoeken. Indien zij hierbij vragen en/of problemen ervaren kunnen zij steeds begeleidende hulp vragen via de individuele consultmomenten.
Voor het aanbod van evenementen uit de diverse domeinen kunnen zij worden gestimuleerd:
- vanuit de opleiding (via de individuele begeleidingsmomenten: elektronisch of reël, via de verschillende opleidingsdelen en via affichering op speciale daarvoor voorziene panelen)
- vanuit een aanbod van externe partners (bv. Internationaal Filmfestival van Vlaanderen)
- vanuit het maatschappelijk gebeuren.
Onderwijsvormen Ervaringsgerichte vormen, aktief-participerende vormen, lezingen, confrontaties,...
Evaluatievorm Permanente evaluatie, taak en examen.
Studenten participeren in de loop van hun opleiding aan diverse culturele activiteiten: 50 %.
(Per gevolgde activiteit bekomt men een score met een maximum van 20/40.)
Op het einde van het derde studiejaar volgt een examen (25%) waarbij de portfolio (25 %) met de diverse beleefde culturele evenementen getoond en besproken wordt.
Presentatie, communicatie en taalvaardigheid, creatieve ingesteldheid, aandacht voor diversiteit, vermogen tot kritische reflectie, motivatie tot cultuurparticipatie worden tijdens dit gesprek geëvalueerd.
Een 2° zittijd is mogelijk voor alle onderdelen. De deelname aan extra culturele activiteiten en het samenstellen van de portfolio dienen uiteraard te gebeuren vòòr de deelname aan het gesprek.
OP-leden Kristien Van Poucke
|
|