Trefwoorden Belevingswereld, Gelijk onderwijskansenbeleid (GOK), Allochtoon, Autochtoon, Vluchteling, Meertaligheid, Mondiale vorming, Intercultureel onderwijs (ICO), Geschiedenis, Europese Unie, Maatschappij, Actualiteit, Internationalisering
Doelstellingen - De verschilpunten en gelijkenissen tussen individuele allochtone leerlingen kunnen aanduiden.
- Activiteiten kunnen kiezen die aansluiten bij de interesses en de belevingswereld van de allochtone leerlingen.
- Door de keuze van de activiteit en de kennis van de mogelijkheden van het allochtone kind die doelstellingen kunnen kiezen die de leerling kunnen begeleiden in zijn eigenheid.
- Kunnen weergeven hoe men inhouden kan aanpassen aan de specifieke noden en momentane interesses van de leerling van allochtone afkomst.
- De oorzaak van de verschilpunten kunnen aanduiden en de gevolgen voor deze leerlingen kunnen verklaren.
- Kunnen opnoemen welke specifieke problemen een allochtoon/anderstalig kind heeft op school en kunnen verklaren waarom.
- Begrippen: onderwijsachterstand, achterstelling, integratie, ICO, OETC, OALT, OKAN en GOK kunnen verklaren.
- Het belang van een andere etniciteit kunnen relativeren en plaatsen binnen cultuurverschillen tussen mensen in het algemeen.
- Gerichtheid op het bijleren over andere mensen en hun specifieke cultuur.
- Het ontstaan, de groei en de huidige samenstelling van de EU kunnen situeren, begrijpen en weergeven
- De verschillende instellingen, de politieke, economische, sociale en culturele dimensies van de EU en hun invloed op onszelf en onze samenleving kunnen inzien, begrijpen en weergeven.
- Infobronnen mbt de EU kunnen raadplegen en verwerken naar het basisonderwijs.
- De verschillende internationale samenwerkings- en uitwisselingsmogelijkheden die de EU het basisonderwijs biedt kunnen opzoeken, raadplegen en implementeren in hun lespraktijk.
- Inzicht hebben in didactiek volksdans.
- Zich kunnen inleven in aangebrachte volksdansen.
- Zich kunnen uitleven via volksdansen, plezier beleven aan het samen dansen.
- Kennis maken met dansen uit verschillende culturen.
- De aangeleerde dansen kennen.
- De beeldtaal in prentenboeken uit verschillende culturen kunnen ontleden volgens de beeldaspecten.
- De beeldtaal uit een prentenboek naar keuze kunnen toepassen in eigen beeldend werk.
- Inzicht hebben in het gebruik van de kamishibai.
- Een kamishibai kunnen uitwerken met het oog op een gerichte toepassing ervan.
Leerinhoud *Gelijke kansenproblematiek en emancipatorisch onderwijs
*ICO, NT1, NT2
*Aandacht voor de overgang van de kleuterschool naar de lagere school
*Methodieken: kennismaking met materialen en aanpakken
*Begrip voor en uitvoerenvan diverse volksdansen
*Het allochtone kind - het kansarme kind:
- Mondiale vorming en ICO
- De Islam
- Racisme en discriminatie
- Kansrijk voor kansarm
*Uitdiepen van de geschiedenis en instellingen van de EU en dit didactisch en pedagogisch verwerken naar de lln basisonderwijs
*Voorstellen van alle internationaliseringsmogelijkheden binnen de EU voor lkr en lln basisonderwijs
*Bespreken van een uitwisselingsproject
*Technieken Beeld: uitdiepen van leerinhouden uit "muzische vorming domein beeld 2 LLO"; verdere materiaalexploratie en technieken.
*Beeldaspecten: beeldtaal in prentenboeken uit verschillende culturen analyseren en toepassen
*Beeldbeschouwing: prentenboeken uit verschillende culturen.
*De kamishibai als vertelkast.
Begincompetenties Pedagogiek, Nederlands, WO-Tijd, MV-Beeld: competenties verworven in deze opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de modeltraject
Eindcompetenties FG 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen.
1.1: de beginsituatie van de leerlingen en van de klas kunnen achterhalen (1.1.1, 1.1.3)
1.3: leerinhouden kunnen selecteren.
1.5: een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm kunnen kiezen.(1.5.3)
1.6: onderwijs - en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen
1.9: kunnen observeren, proces en product kunnen evalueren met het oog op bijsturing en remediëring (1.9.1, 1.9.4, 1.9.6)
FG 2: De leraar als opvoeder.
2.1: in overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school
2.2: de emancipatie van de kinderen bevorderen
2.3: attitudes bij kinderen nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie
2.4: inspelen op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen
2.5: adequaat omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met kinderen met gedragsproblemen
FG 3: De leraar als inhoudelijk expert.
3.1.basiskennis ivm de leergebieden beheersen en actualiseren
3.2: toepassen van de verworven kennis en vaardigheden in de didactische aanpak
FG 8: De leraar als partner van externen
8.1: contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
FG 10: De leraar als cultuurparticipant
10.1: volgt actuele thema’s en ontwikkelingen op via het journaal, nieuwsduidende programma’s, kranten, internet, software, tijdschriften, bezoeken aan musea, enz. in verband met:
10.1.1 het sociaal-politieke domein
10.1.2 het sociaal-economische domein
10.1.3 het levensbeschouwelijk-ethische domein
10.1.4 het cultureel-esthetische domein
10.1.5 het cultureel-wetenschappelijke domein
10.2: kan informatie over bovengenoemde thema’s en ontwikkelingen kritisch benaderen
10.3: kan informatie uit bovengenoemde domeinen selecteren en die verwerken in het pedagogisch en didactisch handelen
10.4: stimuleert kinderen om actuele thema’s en ontwikkelingen te volgen en kritisch te benaderen
10.5: participeert aan het breed maatschappelijk cultuurgebeuren.
A1. Beslissingsvermogen:
- durft afwijken van een in de handleiding voorgeschreven lesgang
- wijkt af van de voorbereiding indien nodig
- treedt op tegenover lastige leerlingen in de klas, op de speelplaats, …
- komt voor een standpunt op
A2. Relationele gerichtheid:
- stelt zich positief op naar kinderen (geeft ze een compliment, moedigt aan, stimuleert,...)
- geeft gedragsgerichte feedback (in plaats van persoonsgerichte)
- houdt rekening met de leefwereld van kinderen
- kan zich verplaatsen in het standpunt van iemand anders (empathiseert)
- kan actief luisteren
- komt afspraken na
- stelt grenzen
A3. Kritische ingesteldheid:
- geeft opbouwende kritiek
- stelt eigen handelen in vraag (zelfreflectie)
- plaatst vraagtekens bij en formuleert eigen bedenkingen bij: leerinhouden, methodes, lesvoorbereidingen van collega’s, ideeën, waarden, …
A4. Leergierigheid:
- woont lezingen bij
- raadpleegt boeken en tijdschriften (bibliotheek)
- volgt uit eigen beweging cursussen ter verdieping van specifieke vaardigheden
- reflecteert
A6. Zin voor samenwerking:
- leent didactisch materieel uit
- streeft naar teamwork (participeert actief aan projecten van kinderen, werkt samen met collega’s en mentoren)
A7. Verantwoordelijkheidszin:
- gaat na of de doelstellingen bereikt zijn
- gaat na of het leerproces aangepast is aan het kind
- begeleidt kinderen met moeilijkheden (zowel onder als boven de gemiddelde leerling)
- komt gemaakte afspraken na
A8. Creatieve gerichtheid
- tracht te variëren (methodes, volgt niet slaafs het handboek, werkt met originele werkbladen en illustraties, zorgt voor een boeiende instap…)
- durft experimenteren
- hanteert verschillende expressiemiddelen bij verschillende leergebieden
- plaatst kinderen voor uitdagende problemen
A9. Flexibiliteit
- past zich soepel aan situationele gegevens aan (het weer, de actualiteit, het beschikbaar materieel,...)
- kan inspelen op onverwachte aanbreng van kinderen
- past zich vlot aan de stageschool aan (gebruikte methode, terminologie, omgangregels,...)
- past zijn leiderschapsstijl aan, aan de gesprekspartner aan (directie, ouders, leerlingen,...)
A10. Gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie
- past zijn taalgebruik aan de gesprekspartner aan (directie, ouders, leerlingen,...)
- gebruikt een verzorgde taal (voorbeeldfunctie)
- drukt zich congruent uit (verbale en non-verbale taal vallen samen)
- varieert in intonatie, volume, mimiek, lichaamshouding
- houdt oogcontact
- is gericht op correcte zinsbouw en spelling
- stimuleert bij de leerlingen een verzorgd taalgebruik
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus module 2
WO-Tijd: hand outs powerpointpresentatie. Handleiding en werkboekje: Jelle en Jana ontdekken Europa.
MV domein Beeld: syllabus, diverse soorten dragers en tekenmaterialen
Raadplegen van handleidingen en boeken in het leercentrum en bibliotheek
Pedagogiek: aanvullende papers van de diverse sprekers.
Studiekosten 20euro: Pedagogiek: syllabus + sprekers +uitstappen, multiculturele wandeling en multiculturele maaltijden
1,5 euro: Taal: Nederlands: syllabus
5 euro: WO (Studiedag Europese Unie)
7,5 euro: MV: Volksdans: cursus + CD + video
70 euro MV domein Beeld: leermaterialen
600euro: inleefreis Islamitisch land
Studiebegeleiding De lectoren gaan in op vragen en noden van de studenten
Onderwijsvormen Probleemgestuurde projecten, opdrachten uit te voeren tijdens de stage en te toetsen aan literatuur, doceren.
Evaluatievorm Diploma- en creditcontract:
Eerste zittijd:
70%: Pedagogiek:
Permanente evaluatie: actieve deelname aan sessies, theoretische en aan praktijkgelinkte opdrachten = 15%
Schriftelijke verslaggeving groepsdeel = 15 %
Schriftelijke verslaggeving individueel deel = 40%
Taal-Nederlands: actieve deelname aan de cursus
10% WO-tijd - mens en maatschappij (permanente evaluatie)
10% Beeld - realisatie (permanente evaluatie)
10%: LO + MO Volksdans (examen)
Verplichte deelname aan alle onderwijsactiviteiten georganiseerd in het kader van deze module.
Gewettigde afwezigheid leidt tot een inhaalopdracht
Ongewettigde afwezigheid resulteert in de beoordeling "Afwezig" voor de module.
Tweede zittijd:
Er is enkel 2de zittijd mogelijk voor pedagogiek schriftelijke verslaggeving individueel deel en LO + MO. De andere punten worden overgenomen uit de 1ste zittijd.
Indien de student voor een onderdeel van de cluster 7/20 of minder scoort, dan wordt het eindcijfer voor dit volledige opleidingsonderdeel gelijk aan de score van het betreffende onderdeel.
Examencontract:
inschrijven voor een examencontract kan enkel mits een bijkomende inschrijving met een diplomacontract.
OP-leden Erna Van Crombrugge
|
|