Trefwoorden H850, H855, H880, H890, drama, dramatische kunst, originaliteit, groepsdynamiek, expressie, communicatie, creativiteit, verbeelding, kunstzinnigheid
Doelstellingen Aan het kern-opleidingsonderdeel 'drama' zijn alle andere opleidingsonderdelen gerelateerd. De studenten worden individueel begeleid in hun ontwikkeling tot beoefenaar van een vorm van dramatische kunst of van een persoonlijke combinatie van verschillende vormen van drama, binnen een zeer divers theater- en medialandschap dat zichzelf voortdurend vernieuwt.
Tijdens de eerste vier semesters van de opleiding zijn de vrijwel dagelijkse speltrainingen het voornaamste middel om dat doel te bereiken. Ze zijn de basis voor het ontwikkelen van een persoonlijk traject binnen het domein van de dramatische kunsten (o.a. acteren, optreden, bedenken, schrijven, maken, regisseren, vormgeven, onderzoek). Het kunnen functioneren in een groep zonder daarbij de individualiteit te verliezen, is eigen aan het domein drama. Dit groepsproces wordt gedurende de hele opleiding opgevolgd en begeleid.
Originaliteit, creativiteit, emotionele en dramatische verbeelding, kunstzinnigheid, gevoeligheid, nieuwsgierigheid en noodzaak tot expressie zijn onmisbare eigenschappen voor elke dramastudent, die de nodige informatie en trainingen krijgt aangereikt als hulpmiddel om een originele kunstzinnige expressie te ontwikkelen van gedachten, gevoelens of verbeeldingen.
Leerinhoud Oefeningen en speltrainingen waarbij op inleidend niveau verschillende aspecten van de dramapraktijk worden verkend:
- in groep dramatisch improviseren zonder tekst;
- aanwijzingen en kritiek verwerken en toepassen;
- dialogeren en samenspelen;
- groepswerking en -dynamiek;
- de verschillen tussen realiteit en kunst, tussen soap en drama, tussen tekst opzeggen en spreken, tussen gevoeligheid en sentimentaliteit, tussen emotionele herinnering en emotionele verbeelding;
- tekstbehandeling: situaties van waaruit tekst voortkomt;
- tekstbehandeling: complexe en/of literaire teksten;
- bewustwording van ruimte en vorm;
- bewustwording van wat essentieel is bij dramatische expressie;
- zichtlezingen in groep van toneelstukken en dramateksten.
Afhankelijk van individuele trajectkeuzes, tekortkomingen of achterstand kan de titularis aan de student specifieke trainingen opleggen van andere opleidingsonderdelen 'drama', in functie van de te verwerven competenties.
Begincompetenties
Eindcompetenties De dramastudent:
1/ kan tijdens speltrainingen op een inleidend niveau eigen gedachten, gevoelens of verbeeldingen naar een publiek communiceren, terwijl er sporen waarneembaar zijn van een originele kunstzinnige expressie; en onder meer:
- is zich bewust van de eigen gevoeligheid en kwetsbaarheid, die tijdens speltrainingen zonder schaamte of remmingen worden ingezet als expressiemiddel;
- is zich bewust van het eigen vermogen tot relativeren;
- is zich bewust van het functioneren van de eigen stem, het lichaam en de spraak;
- toont voldoende concentratie, doorzettingsvermogen, energie en kracht om eigen onvolkomenheden weg te werken en de eigen expressiemogelijkheden te verruimen.
2/ is zich bewust van de noodzaak tot samenwerken bij het beoefenen van dramatische kunst:
- kan tijdens speltrainingen vruchtbaar samenwerken;
- kan op het moment zelf creatief en origineel omgaan met wat medespelers, publiek of toevallige omstandigheden aanreiken;
- neemt verantwoordelijkheid tegenover medestudenten, docenten, publiek en materieel;
- toont initiatief om allerlei taken waar de groep wel bij vaart uit te voeren.
Algemene competenties: denk- en redeneervaardigheid; creativiteit.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
- allerhande toneelstukken en theaterteksten
- dvd's, films, materiaal uit bibliotheek, internet
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 250.0 EUR Aankoop van toneelteksten; fotokopies; inkomgelden voor theatervoorstellingen, tentoonstellingen en andere kunstvormen; ontleningen van video's en dvd’s.
Studiebegeleiding Mentoraat, begeleiding studietraject.
Onderwijsvormen Spel- en leestrainingen, oefeningen, individuele en groepsopdrachten, individueel en groepsoptreden, gesprekken.
Het onderwijs heeft een individueel karakter, maar wordt voornamelijk gegeven in groepsverband.
Evaluatievorm Permanente evaluatie voor 20%; meting van de vorderingen (jury, 20%); peer- en self-assessment (20%); open lessen of presentaties voor een beperkt publiek van medestudenten en docenten (jury 40%).
De jury bestaat uit minstens zes docenten-o.p. leden, waarvan minstens drie dramadocenten, plus een externe specialist en een externe leek. Er wordt nagegaan of de competenties zijn verworven, er wordt een eindcijfer gegeven op 20. Als er geen consensus wordt bereikt, neemt de titularis de eindbeslissing op basis van een niet mathematisch gemiddelde. Bij het cijfer hoort een motivatie die deel uitmaakt van een verslag van de waarderingen en vorderingen.
Er is geen tweede zittijd.
OP-leden Sam Bogaerts, Peter Rouffaer, Herwig Deweerdt
|