BEWEGING: CONDITIE EN DANSANTE EXPRESSIE 2
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor in het drama
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 60.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 15.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Paola BARTOLETTI
Referentie MBDRMA01A00016
 
Trefwoorden
H880-toneel-expressief-bewegen, training, lichaamshouding, techniek, discipline, kracht en energie, uithouding, dynamiek, dansen, choreografie, abstracte bewegingen, coördinatie, ruimtegevoel, expressie, anatomische informatie

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel op beginnend niveau beoogt de student basisvaardigheden van zijn/haar lichaam te doen ontdekken en ontplooien. De onderdelen van dit opleidingsonderdeel, conditie, (yoga)stretching en dansante expressie, geven de noodzakelijke ondersteuning voor het vak drama. Het ontdekken, inzicht krijgen en verruimen van het eigen bewegingspatroon zijn vereisten voor een speler. De juiste lichaamsbeheersing en conditie en het juiste gebruik van het lichaam helpen tevens bij het ontwikkelen en expressief maken van de stem, het spreken en het zingen.
Het is ook nodig dat de student bewegingsdiscipline en een juiste trainingsattitude verwerft.
In de hedendaagse podiumkunsten is de dans en de postmoderne dans een belangrijk gegeven. Haar bevindingen en expressiemogelijkheden hebben hun invloed laten gelden op het huidige theater, ook het teksttheater, en op de hedendaagse theatermakers. Dansante expressie onderzoekt de mededeling via dansante en ritmische bewegingspatronen en houdingen . Dit vak ondersteunt via het trainen van bewegingssequenties de aanwezigheid in de ruimte van het belangrijke instrument dat het lichaam is voor de speler.
Dit opleidingsonderdeel is de plek waar de technische, psychomotorische en affectieve, creatieve aspecten via lichaamstaal aan bod kunnen komen.
Conditie, (yoga)stretching en dansante expressie zijn een permanente noodzaak voor een student drama en wordt gedurende vier semesters aangeboden, waarna specifieke aspecten en/of problemen in een volgend semester worden aangepakt.


Leerinhoud
Allerhande bewegingsoefeningen, relaxatietechnieken, psychomotorische oefeningen, verschillende dans- en bewegingssequenties, improvisatieoefeningen.


Begincompetenties
een normale gezondheid, voldoende om fysieke inspanningen te doen; conditie en dansante expressie 1 en 2 worden samen in het curriculum opgenomen.


Eindcompetenties
op inleidend niveau
• de student is in staat met eigen lichaamsmogelijkheden expressief te bewegen
• de student is in staat om (volgens zijn/haar eigen lichaamskunnen) met voldoende kracht, techniek, coördinatie te bewegen in de ruimte
• de student is in staat bewegingen in improvisaties (bij anderen en bij zichzelf) te observeren, te beschrijven en benoemen
algemene competentie:
de student heeft een begin gemaakt om de juiste werkattitude/trainingsattitude te verwerven, nl. in staat zijn/haar lichaam te blijven trainen (op de voor hem/haar geschikte wijze) om voldoende uithouding, kracht, lenigheid te houden om lichaamsexpressiviteit niet te belemmeren


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Videofilms


Studiekosten
Kosten voor het aankopen van geschikte trainingskledij afhankelijk van de keuze van de student


Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot afspraak met de docent.


Onderwijsvormen
Werkcolleges met oefeningen, improvisatie, individuele – en groepsopdrachten en zelfstudie
Individueel en groepsopdrachten
Onderzoek en exploratie


Evaluatievorm
Permanente evaluatie, tussentijdse evaluatie van vorderingen, aan de hand van open lessen en allerlei testen.
Evaluatie van werkattitude en trainingsattitude
Evaluatie gebeurt op vier niveaus: fysiek, artistiek, sociaal-groepsdynamisch, mentaal
Fysiek: motorisch, sensopathisch, tonus, ruimtegevoel, lichaamsbeeld
Artistiek: emoties, muzikaliteit, plasticiteit, impuls, verbeelding
Sociaal-groepsdynamisch: samenwerking, empathie, interactie, dramatisch inzicht, eigenheid
Mentaal: concentratie, inzet (discipline, aanwezigheid), inzichten-kennis, kunnen structureren, culturele-sociale en antropologische aspecten van het werk.
Verschillende docenten komen na het aftoetsen van de competenties via een niet-mathematisch gemiddelde tot een consensuscijfer als eindevaluatie. Als geen consensus wordt bereikt, beslist de titularis, die zijn cijfer motiveert.


OP-leden
Paola Bartoletti, Ann Van Vooren, nn