Trefwoorden H390, H004, Onderzoek in de kunsten, theater, bronnen, probleemstelling, reflectie, contextualisering
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel reikt de student een basisonderzoeksmethode aan zodat hij in staat is om linken te leggen tussen het theoretische deel van de opleiding en het artistieke gedeelte.
Het is de bedoeling dat de student zelfstandig een onderzoek ( artistiek en/of theoretisch) kan opzetten en zijn reflecties kan formuleren. Deze verworven competenties kan de student dan inzetten zowel voor de opdrachten verbonden aan de theoretische vakken als voor de formulering van reflecties bij de artistieke vakken zoals ‘drama’ en ‘dramaprojecten’.
Leerinhoud De student krijgt een basisinzicht in de complexiteit van de problematiek “onderzoek in de kunsten”: Wat betekent dit? Hoe onderscheidt zich dat van andere wetenschappelijke onderzoeken? Wat is academisering in de kunsten? Wat is objectief? Wat is wetenschappelijk? Welke positie neemt de onderzoeker in? Hoe wordt een “onderzoek in de kunsten” opgezet?
De student maakt kennis met de verschillende aspecten van een onderzoek: de probleemstelling, de contextualisering van de probleemstelling en de reflecties. De student wordt bijgebracht hoe hij gericht naar informatie kan zoeken. Hij leert de verschillende bronnen van elkaar te onderscheiden. De student leert om op kritische (objectief en wetenschappelijk) wijze met die informatie om te gaan. De student wordt stap per stap begeleid in het voeren van een eigen onderzoek dat moet resulteren in een paper. Deze onderzoeksvaardigheden moeten de student in staat stellen om zowel in het kader van een theoretisch als een artistiek opleidingsonderdeel onderzoek te voeren.
Begincompetenties
Eindcompetenties Algemene competentie: het verwerven en verwerken van informatie en het vermogen tot kritische reflectie:
De student:
- heeft inzicht in de verschillende basisaspecten van een onderzoek
- kan op beginnend niveau linken leggen tussen de theorie en de artistieke praktijk en kan zowel mondeling als schriftelijk over die theorie en de artistieke praktijk reflecteren
- is in staat om op een objectief en wetenschappelijke manier om te gaan met bronnen (citeren, parafraseren, verwijzingen, bibliografie)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: - syllabus
- artikels uit vakliteratuur (zoals etcetera, documenta, theater topics, theaterschrift, …),
- recensies en interview over theatervoorstellingen, brochures over theatervoorstellingen, theaterteksten, …
Studiekosten kopies artikels, theaterfragmenten
Studiebegeleiding De student wordt individueel begeleid voor het maken van zijn paper.
Afspraken met docent
Onderwijsvormen Hoorcollege, werkcollege, individuele opdrachten, zelfstudie individueel.
Evaluatievorm Schriftelijke opdracht (eigen onderzoek)
Mondeling examen
mogelijkheid van examen in eerste en tweede zittijd
OP-leden Katrien Vuylsteke Vanfleteren
|
|