ONDERZOEKSMETHODIEK INSTRUMENTENBOUW B II
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de instrumentenbouw - afstudeerrichting: Instrumentenbouw
Hoorcollege [A] 12.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 36.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Geert DHONDT
Referentie MBMUZI02A00024
 
Trefwoorden
h840-muziektheorie

Doelstellingen
Onderzoeksmethodiek is een kernopleidingsonderdeel dat is opgenomen in het vast curriculum van alle opleidingen muziek. Het is congruent met de verschillende theoretische vakken. De student leert om op een zelfstandige manier kritisch te reflecteren over informatie m.b.t. zijn vakgebied. Door een vergroting van inzicht en kennis zal hij in staat zijn de kwaliteit van zijn bouwprojecten op een hoger niveau te tillen en desgevallend zelfstandig aan verder onderzoek te doen.

Leerinhoud
1. Bibliografie
Ontwikkelen kennis, vaardigheid en kritische reflexie in:
- omgaan met de traditionele en hedendaagse informatiebronnen die voor het instrument/ discipline relevant zijn
Tot deze bronnen behoren o.a. algemene en specifieke naslagwerken, historische publicaties, monografieën, magazines en internetbronnen
- het raadplegen ervan en het ontwikkelen van een kritisch vermogen t.o.v. de geraadpleegde en aangeboden informatie.

In Bachelor 2 en 3 wordt verder gebouwd op de basis die de student heeft verworven in het opleidingsonderdeel 'Onderzoeksmethodiek 1' in het eerste jaar bachelor.

3. Realisatie onderzoeksopdracht:
- bij aanvang van academiejaar geeft de onderzoekscoach tekst en uitleg aan alle studenten
- de studenten krijgen onderzoeksopdracht toegewezen door docent of onderzoekscoach of formuleren zelf een onderwerp (in het laatste geval moet het goedgekeurd worden)
- De studenten kunnen tijdens realisatieproces advies en sturing bekomen bij “coach” en /of docent.
- De onderzoekopdracht wordt gerealiseerd binnen het semester en afgerekend.
- De indiening gebeurt vóór de ingang van semestriële examenblok;


Begincompetenties


Eindcompetenties
• Ontwikkelt vrij goed een denkende attitude waardoor verwondering leidt tot probleemstelling mbt tot het klankschap en de functie van instrumenten erin
• Ontwikkelt vrij goed kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziekinstrumentenbouw
• De student kan vrij goed instrumenten en die van anderen in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren en duiden
• Vertoont binnen het cultuurdomein van de muziek en de muziekinstrumentenbouw een vrij goede exploratieve en onderzoekende attitudes
• Kan vrij goed eigen visie en bouwprestaties toetsen en plaatsen in een breder artistiek en cultureel perspectief
• verdiept zich vrij goed in muziekhistorische, cultuurhistorische en musicologische theorieën mbt uitvoeringspraktijken en instrumentenbouw
• selecteert vrij goed kennis en informatie op hun relevantie voor de eigen muziekinstrumentenbouw
• Verwerft technieken en methoden voor onderzoek in muziekinstrumentenbouw
• Verwerft de kennis en vaardigheden die bijdragen tot het vermogen om een eigen originele en persoonlijke bouwstijl te kunnen ontwikkelen
• Beheerst vrij goed de specifieke beroepsgerichte competenties om zich als muziekinstrumentenbouwer te kunnen ontplooien
• is behoorlijk in staat om nieuwe kennis te verwerven en is bereid om deze te actualiseren
• Kan zijn werk vrij goed documenteren en archiveren
• heeft een open houding ten aanzien van de nieuwe technologieën binnen zijn vakdomein


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Afhankelijk van de docent:
cursus/syllabus,
muziekopnames
internetexploraties
collegenotas


Studiekosten
ongeveer 5 euro


Studiebegeleiding
- monitoraat

Onderwijsvormen
Hoorcolleges
Werkcolleges
Projectwerk
Begeleid zelfstandig leren


Evaluatievorm


OP-leden
Dirk Steenbrugge