PAPER
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de specialisatie jazz-lichte muziek, Jazz-Lichte Muziek - afstudeerrichting: Uitvoerende muziek
3de jaar Bachelor in de specialisatie klassieke muziek, Klassieke Muziek - afstudeerrichting: Uitvoerende muziek
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 90.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Florian HEYERICK
Referentie MBMUZU03A00030
 
Trefwoorden
h840-muziek-theorie

Doelstellingen
Bij de afsluiting van de bacheloropleiding communiceert de student onder de vorm van een paper zijn vermogen tot kritische reflectie. Deze paper is een logische verderzetting van eerder geschreven kritieken, de onderzoeksopdracht in B2, de portfolio's, de taken voor analyse, taken voor muziekgeschiedenis etc.

Leerinhoud
Organisatie
In het eerste semester kiest de student een promotor voor zijn paper en hij dient op een vastgestelde datum het onderwerp in bij de paper - coördinator.
Het onderwerp van de paper wordt al dan niet goedgekeurd een ad hoc commissie.
Hierover krijgt de student feedback via de co-ordinator.

De realisatie, het indienen en quoteren van de paper gebeurt in het tweede semester.

De paper heeft - naargelang de afstudeerrichting - bij voorkeur betrekking op een facet van de 'bachelorproef' ( het eindrecital, portfolio compositie/muziekproductie, portfolio instrumentenbouw) , maar het kan daar ook los van staan.
Bij aanvang van het academiejaar zal een lijst van onderwerpen aangemaakt worden waaruit de student eventueel kan kiezen.

De paper bundelt al het schrijfwerk van de student tijdens de derde bachelor;

Voor andere opleidingsonderdelen mag geen paper meer opgelegd worden.
Ook de examens van andere opleidingsonderdelen kunnen niet meer bestaan uit een paper.
De paper moet beantwoorden aan de formele criteria die tijdens onderzoeksmethodiek BI-II-III werden vooropgesteld.
Het aantal bladzijden wordt niet vastgelegd.
De quotatie gebeurt op grond van de inhoudelijke kwaliteit.

Detailinfo wordt gegeven bij de aanvang van het academiejaar.


Begincompetenties


Eindcompetenties
Creativiteit
De student is daarbij bekwaam om artistieke keuzes te argumenteren.
• Bezit de nodige heuristieken om muzikale problemen in functie van een uitvoering op te lossen
• Kan nieuw repertoire onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties omvormen tot een muzikale uitvoering
• Heeft kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziek
Analytisch inzicht en kritisch reflectieve attitude
De student kan eigen uitvoeringen en die van anderen analyseren, duiden en beoordelen
De student kan uitvoeringen en die van anderen in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren en duiden

• Vertoont binnen het gehele cultuurdomein van de muziek exploratieve en onderzoekende attitudes
• Kan muziek in haar historische, maatschappelijke en culturele context situeren. Heeft inzicht in de muziekesthetische en muziektheoretische kenmerken van de verschillende stijlperiodes
• Heeft inzicht in de ruime artistieke context en opvattingen, waaraan de eigen uitvoeringen getoetst worden
• Verdiept zich in muziekhistorische, cultuurhistorische en musicologische theorieën
• Overziet implicaties van keuzes en beslissingen en kan deze in de uitvoeringen verantwoorden
Organisatievaardigheid
De student kan een eigen effectieve methode voor muziekonderzoek kiezen of ontwikkelen en toepassen
• Documenteert en archiveert zijn werk
Groei- en ontplooiingsmogelijkheden
De student heeft de attitude om zich steeds diepgaander als musicus te ontplooien
• Toont het vermogen tot reflectie, analyse en evaluatie
• Heeft een open geest en het vermogen tot verwondering en kan zijn ervaringen en bevindingen ten voordele van de ontwikkeling van het eigen muzikaal oeuvre inzetten
Algemene theoretische vorming
De student is bekwaam om de theoretische referentiekaders met betrekking diverse vormen van muziekcultuur en de erbij aansluitende muzikale uitvoeringspraktijken samen met de eigen concepten en intuïties daarover te integreren in een persoonlijk artistiek project • Kan het eigen onderzoek en de artistieke realisaties kritisch verwoorden
• Kan theoretische kennis voor het artistiek zoekproces in stelling brengen
• Kent het actueel receptief maatschappelijk discours met betrekking tot zijn werkveld en de omvattende muziekcultuur en kan dat kritisch situeren
• Heeft kennis van de historische en actuele zingevings- en betekenisgevingstheorieën in het algemeen en in het bijzonder in relatie tot de diverse muziekculturen, hun technologie en hun uitvoeringspraktijken
• Is zich bewust van de maatschappelijke context van zijn functioneren als uitvoerend musicus en is in staat daar kritisch over te reflecteren


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::


Studiekosten


Studiebegeleiding
Begeleiding door onderzoekscoach.

Onderwijsvormen


Evaluatievorm
Beoordeling door leescommissie.

OP-leden