KLEINE ENSEMBLES B VI
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de specialisatie jazz-lichte muziek, Jazz-Lichte Muziek - afstudeerrichting: Uitvoerende muziek
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 66.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Maarten WEYLER
Referentie MBMUZU03A00038
 
Trefwoorden
h805-muziek-improvisatie, h820-muziek-instrument, h830-muziek-zang

Doelstellingen
Het ensemble in verschillende samenstellingen (ritme sectie en blazer/zanger) is de meest representatieve instrumentale bezetting en uitingsvorm binnen het domein van Jazz en Lichte Muziek. De comboles is de praktische manifestatie van theoretische vakken zoals harmonie, analyse, jazzgeschiedenis, compositie en arrangement in combinatie met de leerstof uit het opleidingsonderdeel “individueel instrument”. Tijdens deze lessenreeks, die verder gaat op de competenties behaald in Ba 1 en Ba 2, verdiept de student zich nog meer in het belang en de functie van elk instrument binnen het combo. De student manifesteert zich steeds meer als leider en werkt aan eigen arrangementen, het leiden en voorbereiden van het ensemble, het mee organiseren van buitenschoolse activiteiten etc.

Leerinhoud
Er wordt gewerkt aan arrangementvormen, structuur (intro, bridge, coda, interludium e.a.), dynamiek van het instrument binnen de groep (als begeleider, als solist) en uiteraard wordt veel aandacht besteed aan creatieve begeleiding en improvisatie.
De "standards of popsongs" die aan bod komen zijn:
*harmonisch opgebouwd uit functionele en niet-functionele akkoordenschema’s. De stukken moduleren via scharnierakkoorden
*er wordt nadruk gelegd op modale harmonie, horizontale schema’s, constant structure, ostinaatfiguren e.a.
*melodisch gevarieerd en situeren zich binnen het idioom van de jazz en zijn verschillende stijlperiodes (van Early Jazz tot nu) maar kunnen ook uit substijlen en aanverwante genres komen
*bevatten karakteristieke ritmische fraseringen, eigen aan jazz en lichte muziek maar ook uit klassieke en hedendaagse muziek
Er wordt aandacht besteed aan
*vrije improvisatie en begeleiding
*verscheidene metrums, cross ritmes, het afwisselen van binair/ternair
*arrangement (ook meerstemmigheid, zowel homofonisch als contrapunt)
*steeds vaker komen onregelmatige en doorgecomponeerde vormen voor
*studenten schrijven steeds meer voor het eigen ensemble en worden opgeleid in het leiden van een samenspelgroep
Studenten participeren actief aan de organisatie van het repertoire van het ensemble

Om pedagogische redenen kunnen andere dan de geijkte bezettingen gebruikt worden.
Zo wordt ook 'Popcombo' aangeboden.
Deze vorm van samenspel is toegespitst op het aanleren van de specifieke begeleidingspraktijken en technieken zoals gebruikelijk in Pop en aanverwante stijlen. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar klankvorming en het gebruik van klankeffecten. Dit alles wordt uitgebreid met solo’s en stijlgetrouwe interpretaties. Via een gevarieerde keuze aan samenspelstukken wordt de student vertrouwd gemaakt met een breed en rijk repertoire.
Het volgen van popcombo's moet de synergie en beïnvloeding van en door verschillende muziekstijlen en verschillende kunststijlen nog meer stimuleren. Dit betekent echter niet dat het voor de handliggende of algemeen geaccepteerd commerciële discours wordt aanvaard als een gegeven. Kritische reflectie van de uitgevoerde muziek zorgt voor distantie ten aanzien van het commerciële muziekaanbod.

Duur van het af te werken en te presenteren repertoire:
Bachelor 1: 20 minuten
Bachelor 2: 30 minuten
Bachelor 3: 45 minuten


Begincompetenties


Eindcompetenties
Blazers/zangers kunnen jazzthema's en solo's interpreteren in de frasering van de juiste stijl, ritme sectie musici moeten een juiste begeleiding én solo kunnen uitvoeren in de stijl. Dit bevordert
° de muzikale sensibiliteit
° het muzikaal gehoor
° het zichtlezen
En creëert
° een open geest en het vermogen tot verwondering
° een goed muzikaal voorstellingsvermogen
° een goede technische vaardigheid waarbij de aanzetten van een eigen musiceerstijl en muzikale persoonlijkheid aanwezig zijn Zo leert de student
° zowel individueel als in groep in diverse stijlen te improviseren
° een nieuw repertoire in te studeren en op goed niveau onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties om te vormen tot een muzikale uitvoering
° kan hij/zij bestaande kennis over het hedendaagse en historische uitvoeringspraktijken op een goed niveau in praktijk brengen tijdens muziekuitvoeringen
Samenwerkingscompetenties:
De student
° werkt goed samen met andere musici in ensembleverband
° toont openheid, begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
° kan met anderen samenwerken, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is
Communicatieve vaardigheden:
De student
° gaat contacten aan, die relevant kunnen zijn voor de studiesituatie
° vertoont de ambitie om bekendheid te geven aan eigen uitvoeringen, concerten en recitals

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Combo syllabus kleine ensembles 1-5

Studiekosten
nihil

Studiebegeleiding
studievoortganggesprekken
spreekuren

Onderwijsvormen
Werkcolleges,
projectwerk,
oefensessie,
begeleid zelfstandig leren,
live opname in de studio,
optredens inta- & extra muros

Evaluatievorm
Praktische proef, zelfevaluatie, portfolio, assessmentproeven en peer evaluatie (onder meer via studio-opname en optredens).

Het specifieke programma van de praktische proef voor Kleine ensemble 3 wordt bij het begin van het academiejaar opgemaakt en verspreid onder de studenten.
Een voorbeeld:
een muzikant wordt uitgenodigd om met een kwartet mee te spelen
*Jaarlijks wordt, bij het begin van het academiejaar, door de O.P. leden van de afdeling een lijst met 10 thema’s uit het jazzrepertoire opgesteld. Deze moeten door de studenten uit het hoofd gekend zijn
*Op de dag van de proef worden, via loting, twee nummers gekozen door de student.
De jury kiest een derde stuk.
De kandidaat verwisselt van plaats met een van de leden van een kwartet dat bestaat uit een pianist, een drummer, een bassist en een solist (liefst professionelen of oud-leerlingen).
Zo zal bvb. een drummer de andere drummer vervangen
*De kandidaat maakt ter plekke afspraken met de andere musici over hoe de stukken zullen gespeeld worden.
Er wordt beslist wie het thema speelt, wie zal soleren (improvisatie) en wanneer moet begeleid worden.
Hiervoor krijgt de kandidaat maximaal 3 minuten.
De jury luistert mee.

*Evaluatie
a) meespelen op het niveau van het kwartet, als een waardig vervanger
b) instaan voor de expositie van het thema en/of van een adequate begeleiding
c) improvisatiechorus
d) begeleiding
e) het strikt navolgen van de mondelinge afspraken
f) bevestiging van de eigen persoonlijkheid zonder het ensemble te schaden
g) alles wat betreft de instrumentale en muzikale appreciatie (techniek, muzikaliteit, frasering, vocabularium, …)


OP-leden
Marc Godfroid, Limbourg Dieter, Schepers Nico, Van Oost Hans, Weyler Maarten,