Trefwoorden Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
Doelstellingen Het opleidingsonderdeel wil een inleiding geven in 2 van de belangrijkste hulpwetenschappen van de orthopedagogiek: pedagogiek en ontwikkelingspsychologie.
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstelling concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
- Vanuit een kritische orthopedagogische invalshoek, een pluralistische houding en de solidariteitsgedachte, maatschappelijke systemen en het beleid sensibiliseren om de belangen van de personen met ondersteuningsbehoefte te behartigen.
o Het persoonlijk referentiekader (h)erkennen en situeren binnen de theoretische kaders.
- Op planmatige wijze en in samenspraak met de cliënt en/of met andere hulpverleners het cyclische en regulatieve proces van het orthopedagogisch handelen vorm geven (indicatiesteller en handelingsplanner).
o In de orthopedagogische praktijk, het bijzondere van het gewone (h)erkennen.
- Op een pedagogisch doordachte wijze cliënten begeleiden in hun levensloop (pedagogische begeleider).
o Een klimaat en professionele relaties tot stand brengen waarin cliënten optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen.
o Bevorderen en ondersteunen van de verschillende aspecten in de ontwikkeling (morele, affectieve, sociale, lichamelijke en cognitieve).
- Informatie zelfstandig en kritisch verwerven en verwerken (informatie verwerven en verwerken).
o Relevante (nationale en internationale) informatie opzoeken, lokaliseren, analyseren, ordenen en synthetiseren.
o Functioneel ICT-mogelijkheden hanteren.
o Informatie kritisch en doelgericht verwerken en zijn handelen integreren.
Het achterliggend idee is dat men zicht krijgt op “het bijzondere” door kennis van “het gewone” te verwerven. Bovendien bestaat specifiek opvoeden voor een groot deel uit het dagdagelijkse “gewone leven”. Op gepaste tijden wordt verwezen naar het verband tussen het gewone en het bijzondere.
In de opleiding worden de inhouden van dit opleidingsonderdeel dan ook beschouwd als basiskennis, als algemene theoretische kaders. Daarom situeert het opleidingsonderdeel zich in het eerste jaar.
Het verband met andere opleidingsonderdelen wordt geëxpliciteerd binnen de gehanteerde werkvormen, waar van de studenten verwacht wordt dat zij zichzelf doelgericht gaan informeren binnen verschillende disciplines en opleidingsonderdelen, zoals sociologie, psychologie, agogische vaardigheden,… om een pedagogisch antwoord te formuleren op vragen binnen verschillende opvoedingsthema’s.
Leerinhoud - Ontwikkelingspsychologie: levensloop van de conceptie tot en met de dood (prenatale fase, geboorte, eerste levensjaar, peuter, kleuter, lager schoolperiode, adolescentie, volwassenheid en ouder worden) in zijn verschillende facetten: lichamelijke, sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling.
- Pedagogiek: theoretische kaders over opvoeden geschetst.
o Situering grote denkkaders.
o Overzicht voornaamste theoretische modellen.
o Kadering verschillende opvoedingsstijlen binnen een hedendaagse postmoderne kritiek op omgangsvormen in onze huidige samenleving.
o Bespreking ouder-kindrelatie en ouder-jongererelatie:
* binnen de verschillende opvoedingsstijlen
* binnen de gezinscontext
* binnen de sociale en maatschappelijke systemen
o Emancipatorische gedachtegoed: internationale verdrag inzake de rechten van het kind en zijn implicaties voor de opvoeding.
- Oefeningen: uitdieping van koppeling tussen ontwikkelingspsychologische aspecten en pedagogisch denken aan de hand van (door te studenten gekozen) opvoedingsthema’s zoals: waarden en normen in de opvoeding, eetsituatie, slaapgedrag, spelen, schoolloopbaan, tv-kijken, gedrag eigen aan adolescenten,…
Begincompetenties Eindtermen secundair onderwijs.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik 'doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
- Op het niveau van weten/inzien; de student:
o Heeft kennis van de disciplines die de opvoeding, hulpverlening, begeleiding en gedrag als object hebben, meer bepaald pedagogiek en ontwikkelingspsychologie en weet de theorie hiervan te integreren in oplossingsgericht denken.
o Is zich bewust van zijn eigen referentiekader en de invloed ervan op zijn handelen.
- Op het niveau van toepassen; de student:
o Tracht zijn zelfkennis en zijn kennis van de invloedsferen (micro-, meso-, macroniveau) van de opvoedingssituatie voortdurend te verdiepen, te vervolledigen en bij te sturen en is zich bewust van de waarden van waaruit hij als persoon handelt.
- Op het niveau van toepassen/integreren; de student:
o Beschikt over een aantal attitudes zoals: aanvaarding van de andere zoals hij is, echte betrokkenheid aangaan met de andere en open staan voor de inbreng van anderen.
o Kan voor zijn eigen mening uitkomen en heeft daarbij respect en eerbied voor ieders persoonlijke inbreng en streeft naar wederzijds vertrouwen en solidariteit.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: - Cursus (te verkrijgen op de cursusdienst of via dokeos).
- Handleiding met richtlijnen rond het zelfstandig werk.
- Lidmaatschap van de bibliotheek (essentieel voor het raadplegen van vakliteratuur).
Studiekosten
Studiebegeleiding - Betrokken lectoren zijn aanspreekbaar voor en na de les.
- Op dokeos worden ondersteunende documenten geplaatst, zowel van de betrokken lectoren als van de studenten.
- Mogelijkheid tussendoor indienen werkmap voor bijsturende feedback.
- Tijdens de lessen worden voorbeeldvragen geformuleerd en voorbereidende informatie gegeven met betrekking tot de examens.
Onderwijsvormen - Theorie: hoorcolleges
- Oefeningen:
o leergesprekken in kleinere groepen (thema’s gekozen door studenten; uitwerking via probleemoplossend denken).
o bijhouden van werkmap (voorbereidend ten aanzien van portfoliowerkvorm in tweede jaar).
o Self-assessment: na elke bijeenkomst screenen de studenten zichzelf m.b.t. attitudes (raadplegen van bronnen, zelfwerkzaamheid, deelname in het leergesprek,….).
Evaluatievorm Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd na het 2de semester.
1) Schriftelijk examen (70% van de punten) betreffende de theoretische kennis en inzichten
2) Permanente evaluatie (30% van de punten) onder vorm van portfoliowerkstukken en attitudes. Studenten worden heel concreet op de hoogte gebracht van de verwachtingen en criteria via een handleiding voor het portfoliowerk.
2de zittijd:
- schriftelijk examen (70% van de punten) voor de theoretische kennis en inzichten,
- een werkstuk (30% van de punten) te maken in de lijn van de criteria die gelden voor het portfoliowerkstuk of een bijsturing van de reeds gestarte portfolio, zodat die beantwoordt aan de vereiste criteria.
OP-leden Agnes Biltris: agnes.biltris@hogent.be
|
|