Trefwoorden Arbeids- en organisatiepsychologie
Doelstellingen
Voortbouwend op de verworven kennis en inzichten uit de algemene psychologie (eerste jaar) en de genetische en sociale psychologie (tweede jaar) profileren de studenten hun inzichten in de belangrijkste theorieën en modellen uit de arbeids- en organisatiepsychologie. Hierbij wordt gepoogd het gedrag van mensen in arbeidssituaties binnen organisaties te beschrijven en te verklaren, alsook te onderzoeken hoe deze kennis gebruikt kan worden bij het vormgeven en besturen van organisaties, dit alles vanuit een doordachte en gefundeerde visie op mens, maatschappij en personeelswerk, gebaseerd op het fundamentele respect voor het individu als werknemer.
Leerinhoud
Er wordt gestart met enkele inleidende beschouwingen i.v.m. belang, inhoud en situering van de arbeids- en organisatiepsychologie binnen het totale domein van de psychologie.
Daarna worden de studenten in kleine werkgroepen ingedeeld en krijgen ze uit het handboek een hoofdstuk toegewezen dat ze zelfstandig bestuderen en presenteren aan de volledige klasgroep.
Aan bod komen onder meer:
- de wederzijdse beïnvloeding van individu en organisatie: betrokkenheid, arbeidssatisfactie en motivatie;
- inpassen en motiveren van individuen;
- groepen in organisaties;
- doelmatig samenwerken en overleggen;
- communicatie in de organisatie;
- macht en leiding;
- organisatiestructuur;
- organisatiecultuur;
- besluitvorming in organisaties;
- welzijn en gezondheid;
- veranderen van organisaties;
Begincompetenties
Voortbouwend op de kennis- en inzichtsaspecten van de voorgaande jaren.
Eindcompetenties • studenten illustreren op welke manier ‘arbeid’ bijdraagt tot het algemeen welzijn en de psycho-sociale ontwikkeling van het individu;
• studenten benoemen de verschillende onderzoeksvormen die gehanteerd worden binnen A&O en concretiseren dit met praktijkvoorbeelden;
• studenten beschrijven de factoren die de relatie tussen individu en organisatie positief en negatief beïnvloeden en hoe hierop vanuit A&O-oogpunt positief geïntervenieerd kan worden;
• studenten geven een beknopt overzicht van de verschillende manieren waarop organisaties bekeken werden gedurende de 20ste eeuw en kaderen dit in de maatschappelijke context waarin ze zich ontwikkelden;
• studenten benoemen de verschillende aspecten van motivatie, leiderschap en macht;
• studenten verwoorden de verschillende factoren die bijdragen tot (on)welbevinden op het werk;
• studenten benoemen de verschillende aspecten van organisatiestructuur en organisatiecultuur;
• studenten demonstreren organisatorische en communicatieve vaardigheden;
• studenten ontwikkelen een professionele houding als personeelswerker.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Handboek: Dries Berings, Trui Steen (2004). Mens en Organisatie. De Boeck nv, Antwerpen.
Studiekosten
Handboek: ongeveer 45 euro.
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Hoorcollege (inleidende beschouwingen + linken naar de praktijk van het personeelswerk).
Zelfstudie gevolgd door presentatie aan de groep + groepsdiscussie.
Evaluatievorm
examen: Ja (op de 1/2 van de punten)
Periode: Juni
Vorm: Er is een schriftelijk examen over de opgegeven hoofdstukken uit het handboek. Hierbij wordt gekozen voor zowel kennis, inzichts- als toepassingsvragen geënt op de ganse leerinhoud van dit onderdeel.
Permanente evaluatie: uitwerking en presentatie van een hoofdstuk uit het handboek (andere helft van de eindquotering)
Evaluatiecriteria:
• duidelijke opbouw van de presentatie: doelen – logische opbouw
• technische kwaliteit van de powerpointpresentatie
• verbale en non-verbale effectiviteit tijdens de presentatie
• inhoudelijke effectiviteit van de presentatie
2de zittijd:
De behaalde punten op de permanente evaluatie worden behouden in de 2de zittijd
Er wordt wel gelijkaardig schriftelijk herexamen ingericht.
OP-leden Pascal Roskam
|
|