Trefwoorden Werkterrein sociaal werk
Doelstellingen De studenten verwerven inzicht in volgende werkterreinen en methodieken: maatschappelijke advisering (Mad), maatschappelijk werk (MW), personeelswerk (PW), samenlevingsopbouw en sociaal-cultureel werk (SCW).
Maatschappelijke advisering:
De studenten verwerven inzicht in de drie werkterreinen van de maatschappelijke advisering:
- rechtsbedeling en rechtshulp;
- arbeidsbemiddeling en trajectbegeleiding;
- sociaal beleid en bewegingswerk;
Studenten maken kennis met de basismethodieken die in deze werkterreinen van toepassing zijn:
- sociaal juridische dienstverlening
- arbeidsactivering
- beleidsvoorbereidend werk
- ombudswerk
- belangenbehartiging
- beleidsvoering
Maatschappelijk werk:
Naast het ontwikkelen van de kennis en inzicht in de methodiek, komt de nadruk te liggen op het methodisch handelen. De aandacht gaat hierbij uit naar de attitudevorming die een basisvoorwaarde uitmaakt van de hulpverleningsrelatie. De vooronderstellingen/werkprincipes worden in extenso behandeld. Hierbij wordt beoogd dat er reeds een aanzet wordt gemaakt tot reflexie op het eigen handelen en dit ter voorbereiding van de stage.
Personeelswerk:
Dit opleidingsonderdeel heeft tot doel de studenten van de basiskennis -en inzichten mee te voorzien die een startende personeelswerker nodig. Dit aan de hand van de vier domeinen uit de HR-cyclus van Tichy: selectie, evaluatie, belonen en ontwikkelen van medewerkers.
Samenlevingsopbouw:
Deze module stelt studenten in staat structurele oorzaken aan te duiden van individueel onwelzijn, brengt methoden en technieken bij om veranderingsprocessen op te zetten, toont aan hoe maatschappelijke structuren kunnen beïnvloed worden, heeft oog voor emancipatorisch denken en werken, stelt zich kritisch op ten aanzien van het sociaal beleid en het welzijnsbeleid.
Sociaal-cultureel werk:
De studenten hebben een inzicht in wat SCW is en hoe zich dit in de praktijk van het SCW werkveld vertaalt.
Leerinhoud Maatschappelijke advisering
Werkterrein sociaal juridiche dienstverlening:
Situering werkterrein en gebruikte methodieken
Cases mbt methodische aanpak
Werkterrein arbeidsbemiddeling en trajectbegeleiding
Situering werkterrein en gebruikte methodieken
Cases mbt methodische aanpak
Beleidswerk
Situering werkterrein en gebruikte methodieken (exemplarisch)
Situering ombudswerk
Cases mbt methodische aanpak
Maatschappelijk werk:
Het M.W. als methodiek (o.a. benaderingswijzen, strategieën). Grondmodel en algemeen model van de hulpverlening (fasering tot de intakefase).
Samenlevingsopbouw
De studenten krijgen een theoretisch kader omtrent samenlevingsopbouw en gaan dan actief en zelfstandig actuele thema's van de samenlevingsopbouw op het terrein onderzoeken. Ze formuleren een antwoord op de onderzochte problematiek aan de hand van een opbouwwerkinitiatief.
Personeelswerk:
Het opleidingsonderdeel is opgebouwd uit volgende elementen:
- Inleiding in het ontstaan en de evolutie van personeelsbeleid
- basismodellen van het human resource management (HRM)
- recrutering, selectie, onthaal en introductie van medewerkers
- beoordelen van medewerkers
- belonen van medewerkers
- ontwikkelen van medewerkers
Sociaal-cultureel werk:
Er wordt een verdere uitdieping gegeven op wat SCW is, aansluitend op de leerstof 1e jaar, wat de functie van het SCW is, wat de taken zijn, wat achtergronden zijn van het SCW in Vlaanderen waartegen dan de verschillende soorten organisaties, instellingen en diensten geplaatst worden. De studenten krijgen een algemenen inleiding in het begrippenkader en een overzicht van alle deelsectoren die zich in Vlaanderen ontwikkeld hebben.
Begincompetenties Maatschappelijke advisering
Verticale afstemming binnen de opleiding
Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op kennis, inzichten en vaardigheden die studenten in het eerste jaar van de opleiding opgedaan hebben in het kader van volgende vakken:
- Inleiding recht
- Beroepspraktijk
- Beleid en organisatie sociaal werk
- Geschiedenis
- Economie
- Informatieverwerving- en verwerking
- Communicatieve vaardigheden
Horizontale afstemming binnen de opleiding
Daarnaast is er een synergie tussen dit opleidingsonderdeel en de inhouden van volgende vakken in de opleiding het tweede jaar:
- Sociale economie
- Sociaal zekerheidsrecht
- Arbeidsrecht
- Strafrecht en jeugdrecht
- Bijzondere vraagstukken sociologie
- Sociaal wetenschappelijk onderzoek
- Communicatie en interactie
- Stage
Personeelswerk:
Verticale afstemming binnen de opleiding
Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op kennis, inzichten en vaardigheden die studenten in het eerste jaar van de opleiding opgedaan hebben in het kader van volgende vakken:
- economie
- sociologie
- psychologie
- geschiedenis: ontstaan en ontwikkeling van de vakbewegingen (sociale geschiedenis)
- observatie en rapportage
- communicatieve vaardigheden
- beroepspraktijk
Horizontale afstemming binnen de opleiding
Daarnaast is er een synergie tussen dit opleidingsonderdeel en de inhouden van volgende vakken in de opleiding het tweede jaar:
- sociale economie
- bijzondere vraagstukken sociologie
- sociale psychologie
- arbeidsrecht
- sociaal zekerheidsrecht
- sociaal-wetenschappelijk onderzoek
- communicatie en interactie
- stage
Maatschappelijk Werk:
Verticale afstemming binnen de opleiding
Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op kennis, inzichten en vaardigheden die studenten in het eerste jaar van de opleiding opgedaan hebben in het kader van volgende vakken:
- Inleiding op het Sociaal Werk
- Geschiedenis
- Inleiding Recht
- Filosofie
- Psychologie
- Biologie en menselijk gedrag
- Informatieverwerving en –verwerking
- Communicatieve vaardigheden
- Beroepspraktijk
Horizontale afstemming binnen de opleiding
Daarnaast is er een synergie tussen dit opleidingsonderdeel en de inhouden van volgende vakken in de opleiding het tweede jaar:
- Sociale filosofie en ethiek
- Aspecten van de psychologie
- Psychopathologie
- Sociaal recht
- Straf en jeugdrecht
- Sociaal wetenschappelijk onderzoek
- Communicatie en interactie
- Stage
Sociaal-Cultureel Werk en Samenlevingsopbouw
Verticale afstemming binnen de opleiding
Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op kennis, inzichten en vaardigheden die studenten in het eerste jaar van de opleiding opgedaan hebben in het kader van volgende vakken:
- Inleiding op het Sociaal Werk
- Inleiding Recht
- Geschiedenis
- Culturele antropologie
- Filosofie
- Psychologie
- Sociologie
- Informatieverwerving en –verwerking
- Communicatieve vaardigheden
- Beroepspraktijk
Horizontale afstemming binnen de opleiding
Daarnaast is er een synergie tussen dit opleidingsonderdeel en de inhouden van volgende vakken in de opleiding het tweede jaar:
- Sociale filosofie en ethiek
- Aspecten van de psychologie
- Bijzondere vraagstukken sociologie
- Strafrecht en jeugdrecht
- Sociaal wetenschappelijk onderzoek
- Communicatie en interactie
- Stage
Eindcompetenties Voor de diverse werkterreinen en basismethodieken geldt dat ze telkens bijdragen tot het vormen van startklare competente professionele krachten die de basismethodieken en het bijbehorende werkterrein beheersen. Het gaat wel om het beheersen op een elementair niveau.
We verwachten van de studenten ook dat zij in hun professionele houding een actieve belangstelling voor het maatschappelijk gebeuren tonen, naast een bevragende en kritische ingesteldheid, objectieve reflectie en zin voor nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid en stiptheid.
Maatschappelijke advisering:
De studenten:
- situeren Maatschappelijke Advisering binnen het Sociaal Werk;
- beschrijven correct de drie werkterreinen van Maatschappelijke Advisering;
- situeren correct de rol van de Maatschappelijke Adviseur binnen de verschillende
werkterreinen;
- definiëren de eigenheid van de Maatschappelijke adviseur en de competenties die nodig
zijn voor de Maatschappelijke Advisering;
- hanteren op een initieel professioneel niveau de sociaal juridische dienstverlening als
methodiek in een eenvoudige sociaal juridische probleemstelling;
- verdiepen zich in arbeidsactivering als onderdeel van het sociaal werk;
- hanteren de methodiek trajectbegeleiding in zeer eenvoudige situaties;
- verdiepen zich in wat ombudswerk omvat;
- benoemen inzichtelijk een aantal aspecten van het beleidsvoorbereidend werk;
- ontwikkelen basismethodieken uit het beleidswerk in eenvoudige situaties.
- omschrijven juist de essentie van belangenbehartiging.
Personeelswerk:
Er wordt beoogd dat op het einde van dit vakonderdeel het volgende is bereikt:
- studenten definiëren correct de verschillende paradigma’s en bijbehorende visies over de rol van de mens in de arbeidsorganisatie die het denken omtrent personeelsbeleid over de tijd heeft doorlopen en vormgegeven;
- studenten lichten adequaat de basismodellen toe die ten grondslag liggen aan het human resource management (HRM) als huidig paradigma voor het personeelsbeleid in organisaties;
- studenten beschrijven correct belangrijke begrippen, technieken en methodes die betrekking hebben op het beheer van de in-, door- en uitstroom van personeelsleden in arbeidsorganisatie;
- studenten leggen in eigen woorden het belang uit van de begrippen, technieken en methodes die betrekking hebben op het beheer van de in-, door- en uitstroom van personeelsleden in arbeidsorganisaties;
- studenten tonen met eigen voorbeelden de praktische bruikbaarheid aan van het werken met procedures die gerelateerd zijn aan de specifieke taakgebieden van het personeelswerk;
- studenten werken op een effectieve en efficiënte manier een eenvoudige wervings- en selectieprocedure uit.
Maatschappelijk Werk:
De studenten:
- argumenteren de plaats van Maatschappelijk Werk binnen het Sociaal Werk;
- onderscheiden werkterreinen/doelgroepen van Maatschappelijke Werk;
- situeren correct de eigenheid van Maatschappelijk werk in historisch perspectief
- omschrijven correct de eigenheid van de Maatschappelijk Werker gelinkt aan de
competenties die nodig zijn voor de Maatschappelijk Werk;
- verkennen benaderingswijzen en strategieën binnen M.W. als methodiek
- analyseren het grondmodel en algemeen model van de hulpverlening: van fasering tot de
intakefase;
- ontwikkelen op een initieel niveau enkele essentiële basishoudingen eigen aan de functie
van een MW-er
Sociaal-Cultureel Werk
De studenten:
- verwerven het begrippenkader van SCW
- bouwen een duidelijk overzicht uit over alle deelsectoren die zich in het SCW in Vlaanderen
ontwikkeld hebben
- omschrijven historisch correct de evoluties binnen SCW gelinkt aan de sociaal-economisch
context en de tijdperiode/ tijdsgeest
- benoemen correct de functies van het SCW en de taken van de SCW-er hierbinnen
- linken verschillende soorten organisaties, instellingen en diensten aan de doelstellingen van
SCW: recreatie(ontspanning/ontmoeting), educatie, welzijn/activering, cultuur.
- verkennen op een initieel niveau de verschillende basismethodieken (vorming, sociale actie, culturele actie) binnen SCW .
- onderscheiden verschillende technieken die binnen de basismethodieken SCW kunnen
aangewend worden.
Samenlevingsopbouw
De studenten:
- omschrijven correct het ontstaan en de evolutie van samenlevingsopbouw gelinkt
aan maatschappelijke structuren
- duiden structurele oorzaken aan van individueel onwelzijn
- onderscheiden de basisdoelstellingen van Samenlevingsopbouw
- profileren zin voor emancipatorisch denken en werken
- bevragen kritisch het sociaal beleid en het welzijnsbeleid.
- gaan actief en zelfstandig actuele thema's van Samenlevingsopbouw op het terrein
onderzoeken
- verkennen Opbouwwerk als basismethodiek binnen Samenlevingsopbouw
- formuleren een antwoord op de onderzochte problematiek aan de hand van een
opbouwwerkinitiatief.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus, aangevuld met eigen nota's van studenten. Voor samenlevingsopbouw : Handboek samenlevingsopbouw
Studiekosten
- Cursusmateriaal : +/- 15€
- Handboek samenlevingsopbouw (wordt ook in derde jaar gebruikt) +/- 35€
Studiebegeleiding Bij het zelfstandig maken van de oefeningen is de lector steeds aanspreekbaar als ondersteunende coach/begeleider.
Onderwijsvormen
Hoorcollege, leergesprek, opdrachtgestuurd onderwijs, casestudy, groepswerk, groepsdiscussies, rollenspel, oefeningen in werkgroepen, gastsprekers, bezoek in werkveld.
Evaluatievorm Er zijn 2 partims:
Partim 1: (75% van de totaliteit van de punten) afstudeerrichtingen: Maatschappelijke advisering, Maatschappelijk werk, Personeelswerk en Sociaal-cultureel werk.
Maatschappelijke advisering:
Evaluatievorm: permanente evaluatie:
Evaluatie aan de hand van individuele opdrachten en eventueel groepsopdrachten. Taken worden uitgevoerd en afgegeven tijdens de lesuren. Er zijn steeds oefenmomenten voorzien met gelegenheid tot feedback.
Maatschappelijk werk:
Evaluatievorm: permanente evaluatie + individuele opdracht (bespreking case)
Verdeling eindquotering: 1/2 permanente evaluatie + 1/2 bespreking case
Personeelswerk:
Evaluatievorm:
Eerste zittijd – periode december: schriftelijk examen aan de hand van gesloten (invul)vragen en meerkeuzevragen die peilen naar kennis, inzicht en toepassing. Sporadisch wordt gebruik gemaakt van open vragen. Alle hoofdstukken uit de cursus worden hierbij afgetoetst in functie van hun relatief gewicht in het geheel van de cursus.
2de zittijd:
Er gelijkaardig schriftelijk herexamen wordt ingericht.
Sociaal-cultureel werk:
Evaluatievorm: schriftelijk examen
Periode : december
Partim 2: ( 25% van de totaliteit van de punten)
Samenlevingsopbouw:
Evaluatievorm: schriftelijk examen aan de hand van open vragen die peilen naar kennis, inzicht en begrip van de leerstof.
Periode: Juni
Indien op een afzonderlijke partim geen 35% van de toe te kennen punten wordt behaald, kan geen quotatie bekomen worden over de totaliteit van het opleidingsonderdeel.
Studenten die in de 1ste zittijd geen credit bekwamen voor dit opleidingsonderdeel, maar op de 'Partim 1' of 'Partim 2' minstens 50% van de punten behaalden in de 1ste zittijd, zijn niet verplicht over dit partim opnieuw examen af te leggen in de 2de zittijd.
OP-leden Mad: Annick Verstraete, Eva Vens
MW: Elise Robbrecht
PW: Pascal Roskam, Siska Tack, Steven Brandt
SCW: Nancy De Blieck
Samenlevingsopbouw: Barbara Redant
|
|