Trefwoorden textieltechnologie
Doelstellingen
De garenproductie uitgaande van een grondstof in vezelvorm, zoals katoen, gebeurt door mechanisch spinnen. Het eindproduct is een vezelgaren, dat verkregen wordt door een groot aantal bewerkingen, die men aanduidt als zijnde de voorbereiding van de spinnerij. Binnen de textielproductie is de spinnerij de eerste textielactiviteit die zich aanbiedt, alvorens men kan overgaan tot het vervaardigen van weefsels of breisels.
In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de differentiatie aan spinnerijen op basis van de vezellengte; zo onderscheidt men de katoenspinnerij, de wolspinnerij en de vlasspinnerij.
Gezien de theorie een duidelijk overzicht biedt van het gamma aan spinnerijmachines, dringt de noodzaak zich op om enkele machines van naderbij te bekijken. Door het uitvoeren van spintechnische berekeningen worden de eerder aangebrachte theoretische begrippen beter begrepen.
Leerinhoud Theorie:
De leerinhoud wordt thematisch behandeld.
Om de fijnheid van spinproducten zoals vezels, lonten, wieken en garens uit te drukken, maakt men gebruik van verscheidene nummeringsystemen. Deze worden aangeleerd aan het begin van de cursus.
In een tweede deel wordt uitgebreid kennisgemaakt met de verschillende machines die aangewend worden voor de verwerking van katoenvezels. Het openen, reinigen en mengen van het vezelmateriaal; het individualiseren van de losse vezels; het verdubbelen en verfijnen van een vezellont en het spinnen zelf, zijn de opeenvolgende deelprocessen die hierbij aan bod zullen komen. De respectievelijke machines worden op technisch vlak toegelicht.
Het derde deel van de cursus behandelt de spinnerijbewerkingen op wolvezels, gezien gelijkaardige processtappen het gebruik van machines vergen die afgestemd zijn op de iets grotere vezellengte van wol.
Vervolgens vormt de traditionele vlasverwerking tot het edele vlasgaren, het onderwerp van het vierde deel van de cursus.
Oefeningen:
De principes van uitrekking en verdubbeling worden door middel van klassikaal geleide oefeningen verder uitgediept aan de hand van overbrengingsschema's. De werking van een rekbank wordt aan de machine zelf besproken en a.d.h.v. een praktische oefening uitgewerkt.
Begeleid zelfstandig leren:
Het gebruik van de nummeringsystemen, zowel praktisch als onder de vorm van vraagstukken kan tijdens deze sessies ingeoefend worden. Vervolgens dienen de studenten een case studie uit te werken met als onderwerp de rekbank.
Begincompetenties
Eindcompetenties Algemene beroepsgerichte competenties:
Innovatiegerichtheid: niveau 1
Komt snel aanzetten met ideeën en oplossingen.
Stelt vragen zoals waarom, hoe, wat als...
Vertoont een brede interesse.
Leergierigheid: niveau 1
Luistert geïnteresseerd naar uitleg over zijn werk.
Tracht aangebrachte werkmethoden snel onder de knie te krijgen.
Trekt lessen uit zijn ervaring en fouten.
Vraagt om uitleg, ook aan medestudenten.
Verantwoordelijkheidszin: niveau 1
Kan doen wat gevraagd wordt.
Kan zich stipt aan de uitvoering van zijn opdrachten houden.
Zelfstandig functioneren: niveau 1
Kan met hulp of onder toezicht aan een taak werken.
Vakspecifieke competenties:
In staat zijn om op basis van de verschillende nummeringsystemen spintechnische berekeningen te maken en deze correct te interpreteren.
In staat zijn om een technisch en economisch verantwoord machinepark samen te stellen met het oog op de productie van vezelgarens.
In staat zijn om de functie en de werking van spinnerijmachines overzichtelijk uit te leggen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus Spinnerijtechnologie 1 verkrijgbaar bij de lesgever
Studiekosten Syllabus: 5 euro
Studiebegeleiding Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak.
Onderwijsvormen De hoorcolleges worden aangevuld met illustrerende video's en door de contructeur geleverde machinebeschrijvingen op CD.
Zowel klassikaal geleide oefeningen als een case-studie brengen de geziene leerstof in praktijk.
Evaluatievorm Theorie : 80 punten
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Open en/of gesloten vragen
Mogelijkheid tot 2 zittijd
Oefeningen: 40 punten
Permanente evaluatie:
- activiteiten tijdens de les, 10 punten, geen mogelijkheid tot 2 zittijd
- verslagen, 10 punten, geen mogelijkheid tot 2 zittijd
- Afsluitende toets, 20 punten, mogelijkheid tot 2 zittijd
BZL: 20 punten
- Rapport "case studie", geen mogelijkheid tot 2 zittijd
OP-leden
|
|