Trefwoorden
s240-stedebouw, t260-planologie, s240-ruimtelijke ordening
Doelstellingen
De cursus "Ruimtelijk Beleid" zal het opleidingsonderdeel "Stedelijke Ontwikkeling" van het eerste jaar verder uitdiepen en concretiseren. In het kader van hun beroep zullen onze afgestudeerden vaak in contact komen met de wetgeving inzake ruimtelijke ordening die van toepassing is in Vlaanderen. In het kader van de informatieplicht zijn zij zelf verplicht deze materie grondig te kennen om bijvoorbeeld hun klanten de juiste informatie hieromtrent te kunnen meedelen. Naast de wetgeving rond ruimtelijke ordening op zich, komen ook nog enkele andere wetgevingen aan bod die mede bepalend zijn voor de inrichting van de ruimte.
Leerinhoud
De leerinhoud is lineair geordend.
RUIMTELIJKE ORDENING
1. Overzicht van de wetgeving
In dit deel zal het verleden, het heden en de toekomst inzake wetgeving op gebied van ruimtelijke ordening en stedenbouw worden toegelicht. Daarbij zullen de bepalingen van het nieuw decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 ruim aan bod komen. Een bepaling in het bijzonder nl. de informatieplicht zal beklemtoond worden omwille van het belang naar de doelstellingen van deze cursus toe.
2. Stedenbouwkundige en verkavelingsverordeningen
We gaan hier dieper in op de verordenende kracht van deze twee types van verordeningen
3. Stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen
Hier wordt eerst algemeen gekeken naar het juridisch karakter van een vergunning. Daarna gaan we na wanneer men verplicht is een vergunning aan te vragen en welke procedure daarbij gevolgd moet worden. Ook de inhoud van een vergunningsdossier komt aan bod.
5. Bestemmingen op het gewestplan
Omdat de bestemmingen aangegeven op het gewestplan vandaag de dag nog steeds bepalend zijn voor de ruimtelijke ordening worden de bestemmingen in detail besproken. Daarnaast wordt ingegaan op het aspect "zonevreemde gebouwen".
5. Stedenbouwkundige misdrijven
Hier wordt behandeld wat een bouwmisdrijf kan inhouden en welke strafsancties en
herstelmaatregelen daaraan verbonden zijn.
NATUURBESCHERMING
1. Energiebeleid
Dit hoofdstuk behandelt over de energieprestatieregelgeving en haar gevolgen voor de vergunningsverlening.
2. Waterbeleid
Dit hoofdstuk behandelt het beleid in Vlaanderen inzake kwalitatief en kwantitatief waterbeleid dat betrekking heeft op de vastgoedsector. Met als onderwerpen: waterwingebieden, zuiveringszones, de verordening inzake hemelwater en de watertoets.
3. Bosgebieden
Het Bosdecreet en haar gevolgen voor het ruimtelijk beleid onder de vorm van de compensatieregel wordt hier besproken.
4. Vogelrichtlijn- en Habitatgebieden
Hier gaan we dieper in op de gevolgen van het afbakenen van vogelrichtlijn- en habitatgebieden voor de inrichting en inplanting van onroerende goederen.
5.Duingebieden
Het duinendecreet dat beperkingen oplegt voor landbouwbedrijven en een strikt bouwverbod voor andere gebouwen wordt hier besproken.
6. Decreet op het natuurbehoud
Hier gaan we dieper in op dat deel van het decreet op natuurbehoud dat maatregelen bevat die moeten gerespecteerd worden in het kader van een aangepast ruimtelijk beleid.
7. Bodemsaneringsdecreet
Dit decreet kan duidelijk verbonden worden aan het inrichten en inplanten van onroerende goederen en wordt hier besproken.
BESCHERMDE ONROERENDE GOEDEREN
1. Monumenten
We bespreken hier de beschermingsprocedure van monumenten en de gevolgen daarvan voor de eigenaar van een monument.
2. Stads- en dorpsgezichten
We bespreken hier de beschermingsprocedure van stads- en dorpsgezichten en de gevolgen daarvan voor de eigenaar van een onroerend goed gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht.
3. Landschappen
We bespreken hier de beschermingsprocedure van landschappen en de gevolgen daarvan voor de eigenaar van een onroerend goed gelegen in een beschermd landschap.
4. Archeologisch patrimonium
We bespreken hier de beschermingsprocedure van het archeologisch patrimonium en de gevolgen daarvan voor de eigenaar van een onroerend goed dat deel uitmaakt van het archeologisch patrimonium.
Begincompetenties
De student kan volgende competenties aantonen:
1. Basiskennis hebben over stedenbouw en verkeerskunde
- Kennis basisbegrippen inzake stedenbouw en verkeerskunde, inzicht in de stedelijke ontwikkeling van verleden tot heden en basiskennis stadsgeografie
2. Inzicht hebben in het functioneren van de bebouwde ruimte en de verkeerssituatie kunnen beoordelen
- Een concreet bouwproject kunnen situeren in een regionlale stad en kunnen beoordelen volgens de stedenbouwkundige en verkeerskundige situatie
3. Inzicht hebben in de planologie
- Weten hoe plannen worden opgemaakt en welke plannen vandaag een rol spelen in Vlaanderen; de normen in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen kunnen omschrijven
of beschikt over de credit : Stedelijke ontwikkeling 1 Vastgoed Makelaardij
Eindcompetenties
1. Kerncompetenties
- 1. De Vlaamse wetgeving inzake ruimtelijke ordening begrijpen en toepassen op concrete casussen, het gewestplan interpreteren, de gevolgen van stedenbouwkundige misdrijven kunnen uitleggen
- 2. De aanvullende Vlaamse wetgeving inzake natuurbescherming en bescherming van onroerende goederen, zoals aangegeven in de leerinhoud, begrijpen en toepassen op concrete casussen
2. Algemene competentie
- 1. Flexibiliteit: Concrete casussen in het kader van het ruimtelijk beleid in Vlaanderen kunnen interpreteren
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
1. Syllabus: Cursus opgesteld door de lesgever en verkrijgbaar bij de cursusdienst
2. Elektronische leeromgeving: Extra course ware onder de vorm van lesnota's, casussen voor BZL, ...
3. Boek Codex Onroerend Goed Recht, uitgave 2006, Uitgeverij Vanden Broele (aangekocht voor "Algemeen recht" in het eerste jaar)
Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 8.0 EUR
1. Syllabus : ongeveer 4 EUR
2. Afdrukken van course ware : ongeveer 4 EUR
Studiebegeleiding
1. Elektronische leeromgeving: http://dokeos.hogent.be
2. Persoonlijke begeleiding: Mogelijkheid tot persoonlijke begeleiding door de docent op afspraak
Onderwijsvormen
1. Hoorcolleges
2. Begeleid zelfstandig leren (BZL)
Evaluatievorm
Totaal te behalen punten: 100
- Schriftelijk examen op 100 punten: open theorievragen, casussen en meerkeuzevragen.
- Mogelijkheid tot tweede zittijd.
OP-leden
Els De Geyter
|
