ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN, MET SEMINARIEWERK
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Russisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Spaans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Tsjechisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Duits - Turks
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Duits
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Frans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Russisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Spaans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels - Tsjechisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels -Turks
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Engels -Turks
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Duits
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Russisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Spaans
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Tsjechisch
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Turks
3de jaar Bachelor in de toegepaste taalkunde, Frans - Turks
Schakelprogramma tot de Master in de meertalige communicatie , in het tolken of in het vertalen, voor Bachelors office management afst.Bedriijfsvertaler-tolk
Schakelprogramma tot de Master in de meertalige communicatie, voor Bachelors office management afst.Management Assistant
Schakelprogramma tot de Master in de meertalige communicatie, voor Bachelors in het onderwijs : secund. Onderwijs
Hoorcollege [A] 26.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 75.0
Totale studietijd [D] 150.0
Studiepunten [E] 6
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Lieve JOOKEN
Referentie VBTAAL03A00002
 
Trefwoorden
Bibliografie (H105), Vreemde-talenonderwijs (H360), Vertaalwetenschappen (H365)

Doelstellingen
In Academische vaardigheden met seminariewerk worden basisvaardigheden aangeleerd voor het verwerven, verwerken en schriftelijk presenteren van digitale en niet-digitale informatie in een wetenschappelijke context. Deze voorbereiding op academisch werk behandelt dus zowel criteria van research (heuristiek, probleemstelling) als van redactie (het op schrift stellen van een academische bijdrage). Aan de hand van een aantal onderzoeksvragen uit een van de onderzoeksdomeinen van de opleiding Toegepaste Taalkunde leert de student gericht informatie en literatuur te verzamelen - uit gedrukte en digitale informatiebronnen - , te beoordelen en die te verwerken in een zoekverslag als voorbereiding op het seminariewerk. Daarnaast worden de formele kenmerken en inhoudelijke criteria van een wetenschappelijke tekst besproken en in oefeningen toegepast.

Leerinhoud
Het opleidingsonderdeel Academische Vaardigheden met seminariewerk (AAC3) start met een algemene, elementaire introductie over de kenmerken van wetenschappelijk onderzoek (conceptueel en empirisch). Daarna worden vakspecifieke onderzoeksvragen belicht, zoals die uit de voorgestelde thema’s voor het seminariewerk af te leiden zijn. De methodologie van terminologisch en terminografisch onderzoek wordt eveneens belicht.

De colleges zijn thematisch opgebouwd en volgen de chronologische fasen van een academische zoek- en schrijfopdracht. Ze besteden achtereenvolgens aandacht aan:

1. De oriëntatiefase en zoekstrategie
- Formuleren / preciseren van de onderzoeksvraag
- Afbakenen van onderwerp en methodologie
- Eerste oriëntatie op het onderwerp
- Het opstellen van zoekstrategieën
- Afbakenen van informatiebronnen

2. De informatiefase: digitale en gedrukte informatiebronnen

2.1. Gebruik van het internet
- Algemene informatie over het Internet
- Informatie zoeken met webindexen
- Informatie zoeken met zoekmachines
- Geavanceerd zoeken
- Betrouwbaarheid van een internetbron
- Kwaliteitscriteria: inhoudelijke criteria, formele criteria, procescriteria
- Aanwijzingen afleiden uit URLs
- Beoordelingscriteria

2.2. Informatie zoeken in de bibliotheek
- Zoeken in een catalogus
- Gebruik van SISO-codes
- Gebruik van databases

3. De verwerkingsfase
- Evaluatie van gevonden informatie
- Leren onderscheiden van diverse soorten publicaties
- Intellectueel eigendom en plagiaat
- Zoekresultaten bewaren en organiseren

4. De schrijffase: wetenschappelijke presentatie van informatie
- Inhoudelijke kenmerken van een wetenschappelijke tekst (o.a. accuraatheid en ondubbelzinnigheid, systematisch-logische opbouw, kenmerken van inleiding en conclusie)
- Formele kenmerken van een wetenschappelijke tekst (o.a. formeel-wetenschappelijke stijl, inhoudsopgave, structuur, citaten, voetnoten, lay-out)
- Het schrijven van een abstract
- Bronnen opnemen in een bibliografie

Begincompetenties
- De gemiddelde algemene vorming die kan worden verwacht van een afgestudeerde secundair onderwijs;
- De eindcompetenties van Nederlandse taalbeheersing 2 (NTB2) OF van een Vreemde taal: taal- en tekstvaardigheid 2 (*TT2).

Eindcompetenties
De student kan:
- opzoekingen verrichten over een thema dat betrekking heeft op het curriculum toegepaste taalkunde, onderzoeksmethoden en –technieken adequaat toepassen en daarbij gebruik maken van de geschikte heuristische hulpmiddelen
- onder begeleiding een wetenschappelijke tekst schrijven volgens de gebruikelijke conventies in een van de twee vreemde talen, met een abstract in het Nederlands en in de vreemde taal

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Een syllabus wordt via de cursusdienst verspreid. Occasionele hand-outs worden in de les verspreid. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van de digitale leeromgeving Dokeos om PowerPoint-presentaties uit de les en andere informatie, zoals voorbeeldtaken, beschikbaar te maken.

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 0.0 EUR
Syllabus: ca. 5 EUR
Hand-outs inbegrepen in het forfait voor studiemateriaal.

Studiebegeleiding
Spreekuren.

Onderwijsvormen
Hoorcollege

Evaluatievorm
Examenvorm: schriftelijk examen (1/5) en praktijkopdracht (4/5).

Details:
Het schriftelijk examen combineert multiple-choice vragen (o.a. over informatie zoeken in bronnen) met open vragen (o.a. formele kenmerken van een wetenschappelijke tekst herkennen in een nieuw voorbeeld). De praktijkopdracht is een seminariewerk waarin de student rapporteert over een concrete zoekopdracht.

Het seminariewerk wordt beoordeeld door de titularis Academische Vaardigheden (1/4) en door de individuele begeleider (3/4). De beoordeling gebeurt op basis van verantwoording van methode, structuur, gebruik van heuristische middelen, verwerking van literatuur, inhoud en vorm van de bibliografie, academische schrijfstijl en presentatie (zorgvuldigheid van formulering, registerkeuze). De titularis beoordeelt het werk vooral op basis van de abstract en de algemene kenmerken. De individuele begeleider beoordeelt het inhoudelijke aspect van het seminariewerk en de formele uitwerking volgens de criteria van elke specifieke onderzoeksopdracht.

OP-leden
Lieve JOOKEN (E2)
Carine DE GROOTE (Sf)
Omer VAN HECKE (Bib)