De opleidingen van master moeten leiden tot de vorming van hooggekwalificeerde ingenieurs die een ruime verscheidenheid van taken en functies aankunnen binnen de agro- en voedingsindustrieën, de voorlichtingskanalen en het onderzoek.
De opleiding Master in Biowetenschappen, Landbouwkunde, resulteert in de vorming van multidisciplinaire ingenieurs die een diversiteit van taken aankunnen in het agro-voedingscomplex. Het takenveld bestaat uit R & D ingenieur, productie-ingenieur, kwaliteitsverantwoordelijke, technisch commercieel verantwoordelijke, voorlichter-adviseur, controlerende functie en laboratoriumverantwoordelijke.
Het masterprogramma moet leiden tot afgestudeerden:
- met een gevorderde wetenschappelijke kennis van de toegepaste biologische wetenschappen die in staat zijn actief kennis te construeren en met behulp van hun uitgebreid wetenschappelijk referentiekader problemen kunnen analyseren en oplossen;
- met voldoende onderbouwing van professionele kennis en competenties om in het werkveld, gelinkt aan de master landbouwkunde te kunnen functioneren;
- die in staat zijn zelfstandig onderzoek op te zetten en uit te werken en de resultaten ervan te verwerken, te rapporteren en over te brengen. Centraal hierbij staat de vertaling van fundamentele (bio)technologische concepten en inzichten naar voor de praktijk inzetbare technologie.
- met attitudes gericht op het zich zelfstandige en op kritische basis blijvend te vormen.
- die maatschappelijk en economisch verantwoord denken met bijzondere aandacht voor duurzaamheid, volksgezondheid en (bio)ethische aspecten.