| |
Als zorgverlener in de intensief klinische zorg moet de beginnende beroepsbeoefenaar in staat zijn de werkelijke zorgaspecten in zijn handelen te integreren. Als participant in samenwerkingsverbanden met andere disciplines of zorgverlenende instellingen dient hij inzicht te hebben in demografische gegevens, regionale gezondheidszorg en in de gezondheidstoestand van de regionale bevolking. Er is veel inventiviteit nodig om trajecten te ontwikkelen die leiden tot een betere afstemming op intra- , trans- en extramurale zorg. Hij is tevens in staat zich als kwaliteitsvolle beroepsbeoefenaar te profileren binnen de gezondheidszorg in de interculturele samenleving. Hij heeft inzicht in het juridische, ethische en existentiële aspect van de zorgverlening alsook in het psychisch, sociaal en biologisch functioneren en dysfunctioneren van de mens.
De eindtermen van de bacheloropleiding zijn de volgende:
- handelen op basis van inzicht in het normaal en abnormaal functioneren van menselijk lichaam en psyche
- het fysische en psychische comfort kunnen verzekeren van patiënt en omgeving
- in staat zijn gezondheidsvoorlichting en –opvoeding toe te passen i.f.v. de noden van de patiënt of zijn familie
- over de vaardigheden beschikken om op gepaste wijze omgang en communicatie met patiënt en familie te verzekeren
- voldoende verpleeg-technische vaardigheid bezitten om de technische zorgen handig en adequaat uit te voeren
- de professionele deontologische en ethische principes hanteren; respect voor de morele overtuiging van de patiënt
- fysisch en psychisch dysfunctioneren kunnen observeren en hierbij de verpleegproblematiek kunnen analyseren
- een aangepaste zorgplanning kunnen opstellen, deze doelmatig kunnen gebruiken en de resultaten ervan kunnen evalueren
- in staat zijn te participeren binnen multidisciplinaire samenwerking
- het nut van kwaliteitszorg beseffen m.b.t. comfortverlening aan de patiënt
- informatie- en communicatietechnologie kunnen aanwenden om de zorgplanning te optimaliseren
|