De Bachelor in Bestuurskunde en Publiek Management is een academisch gerichte bachelor, gericht op de algemene vorming, op de verwerving van academische kennis en competenties eigen aan het functioneren in het domein van het bestuur in de publieke sfeer, en op het voorbereiden van eventuele verdere academische studies op het masterniveau op het vlak van bestuur, beleid, en management. Hiervoor is het van belang de algemene wetenschappelijke basiscompetenties te beheersen op het vlak van de bestuurskunde, inhoudende een onderzoekende houding, kennis van de onderzoeksmethoden en technieken en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek. Daarnaast staat het beheersen centraal van de algemene en specifieke beroepsgerichte basiscompetenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar van middenniveau in de cluster van bestuurskundige beroepen.
De eindtermen van de bacheloropleiding zijn de volgende:
- kennis van en inzicht in het object van de bestuurskunde en in de bestuurskunde als multidisciplinaire en kennisintegrerende of interdisciplinaire toegepaste wetenschappelijke discipline.
- het beheersen van de processen en activiteiten in politiek en overheid gericht op het agenderen, formuleren en nastreven en zo efficiënt en zo effectief mogelijk inzetten van overheidsmiddelen gericht op het realiseren van maatschappelijke beleidsdoelen.
- het noodzakelijke inzicht en de vaardigheden ontwikkelen in en toepassen van sociologische en psychologische begrippen en theorieën op het functioneren van mens, groep en organisatie, en van theorieën en modellen uit de organisatieleer als basis voor de verdere uitbouw van bestuurs- en beleidskunde en overheidsmanagement
- het beheersen van de noodzakelijke aspectwetenschappen op het domein van samenleving en politiek, recht, mens, groep en organisatie, economie, om als bestuurskundige en overheidsmanager de context van het bestuurlijk functioneren optimaal te beheersen en het beheersen van inzichten in en het gebruik van onderzoeksmethoden en informatica
- kennis en vaardigheden op het vlak van communicatie, sociale interactie, denk- en redeneervermogen, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit
- een ingesteldheid tot levenslang leren.