Trefwoorden h711-beeldende-kunst-3d-beeldhouwkunst
Doelstellingen Zoeken naar overeenkomsten en verschillen van autonome beeldhouwkunst met het moederatelier.
Inzicht in de specifieke logica van de beeldhouwkunst opdoen.
De stadia van een beeldhouwwerk leren herkennen, aanvaarden en er in meegaan.
De noodzaak van technische vaardigheid voor deze specifieke vorm van kunstcreatie begrijpen.
Inzien hoe belangrijk beheersing van de vorm is bij deze kunstvorm.
Elementaire beeldbouwkundig werk leren vormgeven.
De vraagstelling naar de plaats van de beeldhouwkunst in de 21ste eeuw vanuit de praktijk aan de orde stellen
Leerinhoud Vanuit de specificiteit van een ‘moederatelier’ formuleren de studenten een ‘ontwerp’. Onder begeleiding realiseren de studenten een sculpturaal beeldelement, dat op zich staat of dat ze integreren in werk dat gericht is op het moederatelier. Dit verband met het moederatelier moet expliciet gemaakt worden om ‘verschillen en overeenkomsten’ te kunnen duiden.
Begincompetenties Geen specifieke begincompetenties vereist.
Eindcompetenties De student beseft dat er overeenkomsten en verschillen bestaan tussen deze autonome beeldhouwtechniek en het moederatelier.
Hij kan de specifieke logica van de beeldhouwkunst op een elementair niveau duiden en begrijpen.
Hij kan een artistieke idee ontwikkelen voor een eenvoudig beeldhouwwerk.
Hij beschikt over een minieme basisvaardigheid beeldhouwkunst.
Hij heeft inzicht in het belang van vormbeheersing voor de beeldhouwkunst.
Hij heeft besef van de vraagstelling naar de plaats van de beeldhouwkunst in de 21ste eeuw.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Geen
Studiekosten Afhankelijk van het beeldhouwwerk dat de student wil realiseren.
Studiebegeleiding Mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent.
Onderwijsvormen De student formuleert tav de docent een artistieke idee dmv schetsen of ruimtelijke voorstudies.
De docent geeft advies over de te volgen stadia en technieken. Op basis van dit advies kan de student onder begeleiding aan zijn project werken.
Evaluatievorm De beoordeling gebeurt door de docent, op het einde van het semester.
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Geen 2de zittijd mogelijk.
OP-leden
|
|