STUDIE VAN DE FOTOGRAFISCHE BEELDTAAL II
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: fotografie
Schakelprogramma tot Master in de beeldende kunsten, (neem contact op met KASK voor info toegelaten diploma's) - afstudeerrichting: Fotografie
Hoorcollege [A] 12.0
Werkcollege [B] 60.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 72.0
Totale studietijd [D] 300.0
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Hans Vos
Referentie ABBKUF02A00009
 
Trefwoorden
H720 - beeldende - kunst - 2d - fotografie

Doelstellingen
In de 2de bachelor worden de inzichten en verworvenheden uit de 1ste bachelor verder uitgediept.
Aspecten die aan bod komen zijn:
- Het verder onderzoek van de fotografische taal; de relatie tussen inhoud, vormgeving en techniek.
- Het bijbrengen van inzichten in verband met de fotografische benadering van een onderwerp.
- Theoretische beschouwingen en kritische beoordeling. Het bepalen van een eigen standpunt.
- De verdere ontwikkeling van de visie; een persoonlijke benadering is essentieel.
- De theoretische en praktische voorbereiding van een project.
- Waarneming en optimaal gebruik van het bestaande licht en de specifieke eigenschappen en mogelijkheden van artificieel licht.

Het onderdeel 'Studie van de fotografische beeldtaal II' volgt op 'Studie van de fotografische beeldtaal I' en werkt als voorbereiding voor de te maken keuzes in het atelier fotografie in 3de ba.
Dit atelier werkt ook ondersteunend voor de opleidingsonderdelen 'Fotografie en concept II' en 'Documentaire fotografie II'.
De leereenheid 'Digitale beeldverwerking en digitaal printen' volgt op het onderdeel 'Materialenkennis' in eerste bachelor.

Leerinhoud
De studie gebeurt
- op inhoudelijk vlak.
- op het vlak van de vormgeving.
- op technisch vlak.

Inhoudelijke aspecten door middel van verschillende genres en thema's.
Leereenheden
1) Het Portret
Naast de theoretische uiteenzettingen omvat deze leereenheid een grondige studie van de verschillende mogelijkheden bij het maken van een portret. De student tracht het begrip "Portret" te definiëren via het persoonlijk werk.

2) Het Object.
Naast een theoretische uiteenzetting en demonstratie omvat het onderzoek:
-de studie van een stilleven bestaande uit 1 object
-de studie van een samengesteld stilleven
-de studie naar de eigenschappen van kleur

3) Het Ruimtelijke.
Het in beeld brengen van een stedelijk landschap.
Het in beeld brengen van een natuurlijk landschap.
Het in beeld brengen van een interieur.

4) Verdieping kennis en inzicht in verband met digitale beeldverwerking en digitaal printen.
Bij deze leereenheden is het onderzoek minstens even belangrijk als het eindresultaat.
Via fotobespreking wordt de student aangeleerd zijn/haar werk kritisch te beoordelen (inhoud, vormgeving, techniek) en wordt getracht de grenzen te verleggen.
Verder wordt er ook aandacht besteed aan analyse van bestaande beelden en voorbereiding van de opnamen.

Aspecten van de vormgeving
- Cadrage en compositie, gebruik makend van de verschillende opnameformaten
- Licht (daglicht, kunstlicht, handflits, studioflits) aanwenden in functie van de beeldvorming
- Scherpte / onscherpte
- Afdruk / digitale print

Technische aspecten
- Van lichtmeting tot print.
- Het gebruik van het middenformaat en technische camera
- Studioverlichting: verlichtingsschema's. Theoretisch en praktisch
- Analoge labo technieken & Barietverwerking
- Digitale technieken
- Handflits
- Presentatie


Begincompetenties
De student beschikt over de eindcompetenties van 'Studie van de fotografische beeldtaal I'

Eindcompetenties
Specifieke competenties
1. De student heeft inzicht in de fotografische taal, met name de relatie tussen inhoud, vormgeving en techniek en inzicht in de fotografische benadering van een onderwerp.

2 De student geeft blijk van geoefende waarneming en een optimaal gebruik van die waarneming door het hanteren van de specifieke eigenschappen en mogelijkheden van het bestaande en het artificieel licht.

3. De student geeft blijk van een persoonlijke artistieke visie en kan die realiseren.
Onder meer:
- kan welomschreven opdrachten tot een goed einde brengen en kan omgaan met open opdrachten
- verdiept zich in de wetmatigheden van visuele communicatie en in de grammatica van het beeld
- toont dat hij gebruik maakt van kennis en inzicht in de manier waarop de verschillende communicatiemiddelen en -vormen ervaringen veroorzaken en betekenissen overdragen

Algemene competenties
1. Het vermogen tot kritische reflectie: heeft een kritische onderzoekende houding voor het verder ontwikkelen van eigen oeuvre.
Onder meer:
- de student is in staat een eigen standpunt te bepalen
- de student kan een eigen visie ontwikkelen

2. De student is in staat zich maximaal te ontplooien in het eigen vakdomein.
Onder meer:
- gaat constructief om met de kritiek van anderen
- de student verdiept zich in het beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen van het eigen werk en dat van anderen
- kan een gestelde opdracht analyseren en erover communiceren


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Analoge ateliers, digitale ateliers, verschillende opnametoestellen, studio's

Studiekosten
circa 350 euro (verbruiksmateriaal)

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docenten

Onderwijsvormen
Theoretische uiteenzettingen, groepsbespreking, individuele bespreking, beeldanalyse, werkatelier (studio, labo, digitaal atelier), buitenopnamen, opdrachten en eigen werk, gastcolleges.

Evaluatievorm
Specifieke criteria
- portfolio, die beantwoordt aan een door de lesgevers schriftelijk geformuleerd eisenpakket
- regelmatige aanwezigheid / inzet

De evaluatie vindt plaats tijdens het academiejaar (stand van zaken na 1 sem - adviserend) en in de 1ste examenperiode.
De eindevaluatie gebeurt in de vorm van een jury voor 100% van de punten.
Er is geen 2de zittijd mogelijk.

Algemeen
- De werkstukken moeten op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- Er is geen uitstel mogelijk.
- In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.

OP-leden