Trefwoorden H720, Documentaire fotografie
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel hoort, samen met fotografie en concept III en fotografie in een functionele context I, tot een drieluik van afsluitende ateliers.
Het programma is opgebouwd rond de keuze van één van de drie ateliers.
De student moet een keuze maken uit één van de drie met als doel diepgaand en professioneel te werken.
In dit opleidingsonderdeel past de student de verworven competenties uit atelier fotografie: 'Studie van de fotografische beeldtaal II', Atelier fotografie 'Documentaire fotografie II' én uit atelier fotografie : 'Fotografie en concept II' toe.
De student verdiept zich in het ontwikkelen van een persoonlijke stijl op basis van opdrachten en eigen onderzoek.
Dit opleidingsonderdeel bereidt de student voor op een keuze voor 'Fotografie en concept IV' of 'Documentaire fotografie IV', 'Atelier fotografie in een functionele context II' die ingericht worden als afsluitende module bachelor in tweede semester van de derde bachelor fotografie.
De fotografie wordt binnen dit opleidingsonderdeel benaderd als een onderdeel van de beeldende kunst.
Leerinhoud De documentaire fotografie neemt de werkelijkheid als uitgangspunt, maakt een fotografisch document van die realiteit en doet er tevens uitspraak over.
De fotograaf neemt daardoor een inhoudelijke stelling in.
Realisatie van een persoonlijk documentair werk.
Onderwerp, benaderingswijze en uitvoering zijn gedeeltelijk vrij te kiezen. Analoge of digitale technieken, vormgeving en inhoud moeten gebundeld worden tot een geheel.
Technische aspecten, aspecten van de vormgeving en inhoudelijke aspecten worden volledig in functie gesteld van het door de student gekozen fotografisch werk.
Vervolmaking van het fotografische proces van opname, afdruk, afwerking en presentatie.
Begincompetenties De student beschikt over de eindcompetenties van 'Studie van de fotografische beeldtaal II', 'Documentaire fotografie II', 'Fotografie en concept II'
Eindcompetenties Specifieke eindcompetenties
1. De student heeft inzicht in de fotografische taal, met name de relatie tussen inhoud, vormgeving en techniek.
En inzicht in de fotografische benadering van een onderwerp.
2. De student kan documentair en beschouwend werken en toont inzicht in de werkmethodiek en deontologie.
3. De student heeft voldoende kennis en inzicht verworven omtrent de beeldvorming van documentaire beelden (inhoudelijk, beeldvormend en in het gebruik van licht).
Hij onderzoekt en hanteert de impact van de beeldopeenvolging, de selectie en de presentatie.
4. De student geeft blijk van een persoonlijke artistieke visie en kan die realiseren.
Onder meer:
- kan welomschreven documentaire opdrachten tot een goed einde brengen.
- ontwikkelt een eigen documentaire visie.
- verdiept zich in de wetmatigheden van visuele communicatie en in de grammatica van het beeld.
- toont dat hij gebruik maakt van kennis en inzicht in de manier waarop de verschillende communicatiemiddelen en -vormen ervaringen veroorzaken en betekenissen overdragen.
- de student verdiept zich in het beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen van het eigen werk en dat van anderen.
- kan een gestelde opdracht analyseren en erover communiceren.
Algemene eindcompetentie
1. De student heeft het vermogen tot kritische reflectie en creativiteit.
2. De student kan zijn werk presenteren en toelichten en kan een kritisch gesprek aangaan rond proces en resultaat.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Analoge ateliers, digitale ateliers, verschillende opnametoestellen, studio's, internet, tentoonstellingsbezoek, cd-rom en dvd.
Studiekosten Beschikken over digitaal reflex-toestel, statief, externe harde schijf.
Toegang tot een digitaal werkstation is essentieel.
Kosten voor afdrukken beelden, opslagmateriaal, afwerking : ± 150 euro
Studiebegeleiding Steeds mogelijkheid tot individueel gesprek, na afspraak met de docent.
Onderwijsvormen Theoretische uiteenzettingen, groepsbespreking van de resultaten, individuele bespreking, beeldanalyse, werkatelier, buitenopnames, gastcolleges.
Evaluatievorm *Regelmatige aanwezigheid en inzet.
*Beantwoorden aan de gestelde deadlines voor het afwerken van opdrachten.
*De werkstukken moeten op de vastgelegde data worden ingediend of gepresenteerd.
Er is geen uitstel mogelijk.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
*Permanente evaluatie onder sturende, adviserende vorm.
*Permanente evaluatie wordt gequoteerd op 25 % van de punten.
*Jury staat op 75 % van de punten.
*Alleen de examencommissie kan toestemming verlenen dat er een tweede evaluatie wordt gepland.
OP-leden
|
|