Trefwoorden t111 - beeldvorming h315 - esthetica h750 - beeldende kunst 3d / multimedia
Doelstellingen Daar waar de student in 1e bachelor kennismaakt met en zich verdiept in de drie ateliertrajecten van multimediale vormgeving (openbare ruimte I, vrije vormgeving I, geactiveerde ruimte I), kiest de student in 2e bachelor 2 van deze zijtrajecten om zich verder te bekwamen / te ontwikkelen. Dit opleidingsonderdeel is daarbij het vervolg op vrije vormgeving I. Het atelier fungeert meer en meer als een visueel laboratorium dat gericht is op nieuwe experimentele ontwikkelingen binnen de ruimtelijke vormgeving en de raakvlakken met de autonome beeldende kunsten.
Centrale doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn daarbij:
• Het verkennen en uitdagen van het spanningsveld tussen kunst en functionaliteit.
• Het onderzoeken van mogelijkheden en draagwijdte van kunstproducties.
Leerinhoud Nog meer dan in vrije vormgeving I is de concrete inhoud variabel en moeilijk voorspelbaar. Er is veel aandacht voor ideeontwikkeling, concept en productrealisatie. Het werkproces en de realisaties van de student worden daarbij meer en meer geconfronteerd met maatschappelijke ontwikkelingen en mogelijkheden. De onderwijsactiviteiten worden steeds vaker en intensiever verbonden aan projecten die buiten de veilige muren van de Academie plaats vinden. Een belangrijk deel van het onderzoek speelt zich dan ook af in de praktijk, of op de werkvloer, soms ook in communicatie met een publiek.
Het gebruik van diverse media heeft hier steeds minder te maken met onderzoek naar materialen, dan wel met de mogelijkheid om via nieuwe beelddragers nieuwe contexten mogelijk te maken waarin vormgeving als kunst kan worden ervaren en vice versa.
Begincompetenties De begincompetenties worden getoetst op de toelatingsproef multimediale vormgeving.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1
De student heeft in zijn idee-ontwikkeling aandacht voor persoonlijke stellingname en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Kerncompetentie 2
De student toont in de ontwikkeling van zijn persoonlijke beeldtaal inzicht in het eigen productieproces en is in staat tot realisatie van maximale zichtbaarheid van de inhoud, via de vorm en de functie van de producties.
Kerncompetentie 3
De student gaat in het kader van zijn werkproces en realisaties een relatie aan met de buitenwereld / zijn omgeving / zijn publiek: de student is daarbij in staat om zich situaties te verbeelden en te trachten greep te krijgen op de omgeving.
Algemene competentie:
De student kan op een kwaliteitsvolle manier presenteren en communiceren over zijn werk.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Eigen literatuur, actuele teksten, catalogi.
Studiekosten Afhankelijk van de persoonlijke invulling van de projecten. Schatting: 250 euro
Studiebegeleiding Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de docent. De docent kan ook telefonisch of via e-mail bereikt worden.
Er is de mogelijkheid om oud-studenten aan te spreken in het kader van feedback en studiebegeleiding.
Onderwijsvormen Groepsgesprekken, atelier (minder opdrachten, meer vrij werk), begeleid zelfstandig leren. Projectonderwijs geënt op relevante activiteiten, initiatieven, wedstrijden,… in de samenleving.
Evaluatievorm Formatief assessment:
Procesevaluatie. Deze evaluatie gebeurt in groep en/of in gesprek met docent of medestudenten.
Summatief assessment:
Tijdens de examenperiode van januari is er een beoordeling (1/3 van de punten), in de
examenperiode van juni is er een jury (2/3 van de punten). Ook in het summatief assessment ligt meer klemtoon op de procesevaluatie dan de productevaluatie.
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs - en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op gezamenlijk vastgestelde data worden gepresenteerd.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd mogelijk.
- Eindcijfer van de eerste zittijd wordt behouden voor de tweede zittijd.
OP-leden
|
|