Trefwoorden Kunstagogiek
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel opent als het ware de lerarenopleiding en maakt de studenten vertrouwd met de grondslagen van de agogische problematiek waarmee men in een (ped)agogische loopbaan wordt geconfronteerd.
Aangezien het veld van de kunst een zekere voorzichtigheid vraagt bij het hanteren van de gebruikelijke (ped)agogische modellen, beoogt dit opleidingsonderdeel een filosofisch onderbouwde en kritische inleiding op de problematiek van de kunstagogiek.
Op basis van kritisch inzicht in agogische, morele en filosofische principes wordt de student voorbereid op andere opleidingsonderdelen.
Leerinhoud De leerinhoud is expliciet thematisch geordend.
Het betreft een inleidend overzicht van de grondproblemen bij het denken over een agogiek van de kunst met een kritische bevraging van impliciete en expliciete vooronderstellingen en commonsense-opvattingen over kunst, communicatie en onderwijs.
Er wordt uitgegaan van een aantal basisparadoxen waarmee een agogiek van de kunst ons confronteert.
Ten eerste is er de vaststelling dat het onderwijzen van kunst wel degelijk georganiseerd wordt in onderwijsinstellingen, maar in haar kern potentieel wordt gedreven door de moeilijkheid of de onmogelijkheid van het onderwijzen van kunst (het ‘ononderwijsbare’).
Ten tweede is er de vaststelling dat het communiceren van en over kunst soms een communicatie betreft van het ‘onzegbare’ en/of ingebed ligt in breder discours waarop men niet onmiddellijk vat heeft of krijgt.
Ten derde is er de vaststelling dat artistieke werken dikwijls niet beantwoorden aan de gebruikelijke invulling van het (ped)agogische streefdoel en als zodanig soms moeilijk in overeenstemming te brengen zijn met een klassiekhumanistisch opvoedingsideaal (het ‘a-pedagogische’).
Begincompetenties Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden tot het aanvatten van de specifieke lerarenopleiding.
Eindcompetenties De leraar als inhoudelijk expert:
- Kennis met betrekking tot het kunstagogisch gedachtegoed beheersen, verbreden en verdiepen.
- Kennis met betrekking tot het kunstagogisch gedachtegoed aanwenden.
De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker:
- De eigen opvatting over kunst en kunstonderwijs bevragen en bijsturen.
De leraar als cultuurparticipant:
- De leraar kan werken aan een interpretatiekader om kritisch om te gaan met impliciete en expliciete vooronderstellingen en commonsense-opvattingen over kunst, communicatie en
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus, excerpten uit relevante filosofische en aanverwante lectuur.
Bij de start van het opleidingsonderdeel wordt een literatuurlijst ter beschikking gesteld, waarvan de student verplicht is één werk te lezen en persoonlijk te verwerken in een commentaar.
Studiekosten Geen
Studiebegeleiding - Er is steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docenten.
- Studiebegeleiding zoals voorzien in het Departement KASK.
- Voor sommige leereenheden en naar aanleiding van ad hoc bijeenkomsten/ besprekingen worden voorzien in een raadpleegbaar archief van besproken teksten/ informatie via DOKEOS (http://dokeos.hogent.be).
Onderwijsvormen - Theoretisch seminarie met veel ruimte voor dialoog en discussie.
- Zelfstudie van de excerpten uit relevante filosofische en aanverwante lectuur, ter voorbereiding of uitdieping van de seminaries.
- Individuele en zelfstandige lectuur van één werk uit de ter beschikking gestelde literatuurlijst.
Evaluatievorm Op het einde van de lessenreeks wordt een schriftelijk werkstuk ingediend (datum en details worden ad valvas aangekondigd).
Daarbij wordt de student gevraagd aan te tonen de aangegeven lectuur (syllabus, tekstexcerpten, werk uit de literatuurlijst) verwerkt te hebben en op kritische wijze over de problematiek te kunnen reflecteren en argumenteren.
OP-leden
|
|